Ds. Silfhout verrijkt door joodse riten en gebruiken
CAPELLE A/D IJSSEL. Christenen uit de reformatorische gezindte kunnen leren van joodse rituelen en gebruiken. En daardoor verrijkt worden. „Maar we moeten ons niet gaan vereenzelvigen met de joden. Er blijft een grote scheiding tussen jodendom en christendom.”
De belangstelling voor Israël neemt nog altijd toe binnen de gereformeerde gezindte, constateert ds. W. Silfhout (72). Voor wie zich vervolgens wil verdiepen in de achtergronden van het joodse volk, is veel literatuur beschikbaar. Echter, daarin wordt niet vaak de vraag gesteld hoe kennis van het jodendom het christen-zijn kan verrijken. Daarom schreef de predikant van de gereformeerde gemeente van Capelle aan den IJssel-Middelwatering het boek ”De Joodse wereld” (uitg. De Banier). Daarin schrijft hij over de geschiedenis van het jodendom, het hedendaagse jodendom, de joodse feesten en rituelen, de Messiasverwachting en hoe de kerk tegen Israël aankijkt.
Hoe verklaart u de toenemende belangstelling voor Israël in de gereformeerde gezindte?
„Heel lang hebben we met Abraham Kuyper gedacht dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen. Van die gedachte hebben we steeds meer afstand genomen. Er is bijvoorbeeld aandacht gekomen voor de onvervulde beloften voor Israël in de Schrift. Vervolgens zie je een toenemende belangstelling voor het jodendom zelf: Wat geloven ze nu eigenlijk? Wat is hun Messiasverwachting? Wat is de betekenis van hun rituelen?”
Hoe is bij uzelf die belangstelling ontstaan?
„Ik had zelf vroeger ook niet zo’n belangstelling voor Israël. Toen ik werd benaderd voor het deputaatschap voor Israël van mijn kerkverband, ben ik me meer in deze materie gaan verdiepen en kreeg ik steeds meer belangstelling voor het joodse volk. Ik heb dat als heel verrijkend ervaren. Bepaalde Schriftgedeelten lees ik nu toch anders.”
Weinig boeken over het jodendom leggen de relatie met het christelijk geloof. Hoe komt dat?
„Vanuit het jodendom is er het nodige gepubliceerd. Christenen zijn vaak met de theologische vragen bezig. Zoals hoe we Romeinen 9-11 moeten uitleggen. En dat is goed. We móéten ons ook op die vragen bezinnen. Tegelijk ben ik van mening dat christenen kunnen leren van de rituelen van het jodendom, net als van de schaduwdienst van het Oude Testament.
Het gevaar is dat je doorslaat. We hoeven de rituelen, zoals het Loofhuttenfeest, niet na te volgen. Maar ze hebben wel een diepere betekenis.”
Kunt u twee zaken van het jodendom noemen die uzelf verrijkt hebben?
„De omgang met de Thora bijvoorbeeld. De eerbied voor het Woord en de consequente lezing van de Schrift. Heel persoonlijk heb ik in Israël een keer een bijzonder zicht op het verlossingswerk van Christus gekregen. Vanaf het terras van het hotel keek ik uit op de Olijfberg. Geestelijk had ik het niet zo breed. Kijkend naar de Olijfberg kreeg ik echter een diepe indruk van wat het is dat Christus zal wederkomen op de dag van het gericht en hoe er dan alleen in Hem redding is. Dat was heel bijzonder. Let wel: ik zeg niet dat je daarvoor naar Israël moet. Maar de Heere kan zo’n plaats wel gebruiken.”
Critici vinden dat veel reformatorische christenen wel erg vriendschappelijk met bijvoorbeeld rabbijnen omgaan.
„Die gedachte kan ik me goed voorstellen. Je kunt zo veel begrip voor het orthodoxe jodendom krijgen, dat je bijna bij een tweewegenleer terechtkomt. Ook in onze gezindte bestaat het gevaar dat we denken dat orthodoxe joden heel dicht bij ons staan omdat ze een zwarte jas dragen. In werkelijkheid staan ze ver bij ons vandaan. We moeten ons niet met hen vereenzelvigen. Er blijft een grote scheiding tussen jodendom en christendom. In contacten met joden moeten we altijd aan die belijdenis vasthouden. In feite is het één woord dat ons scheidt: Christus.”
Wat is de essentie van de relatie tussen kerk en jodendom?
„Wij moeten hun de Christus verkondigen. En in contacten met joden moeten we hun laten zien wat het is om voor rekening van Christus te leven en welke waarde dat heeft voor dit leven en voor de toekomst. Als deputaatschap hebben we veel contact met rabbijn Lody van de Kamp. Tegen hem kun je dat zeggen. We hebben tijdens reizen met hem de diepste gesprekken. We moeten joden jaloers maken. Ik haal in mijn boek een woord van de jood Pinchas Lapide aan. Hij stelt dat christenen de eeuwen door al het mogelijke hebben gedaan om joden te bekeren. Van vervolging en dwangdoop tot dialoog. Maar wat Paulus zelf noemt, namelijk het jaloers maken, daarin zijn christenen volgens Lapide nog nooit geslaagd. Die woorden van Lapide mogen we wel ter harte nemen.”