Containerrederij pleit voor varen op zondag
ROTTERDAM. Om het Rotterdamse havenbedrijf beter te benutten zouden binnenvaartschippers zeven dagen per week moeten gaan varen. Dat stelt directeur Theo van Ravesteyn van de Nederlandse tak van MSC, de tweede containerrederij ter wereld.
Volgens Van Ravesteyn hindert zondagsrust de huidige 24 uurseconomie bij het Rotterdamse havenbedrijf. „De terminals staan hier zeven dagen per week open voor verlading”, zei hij vandaag desgevraagd naar aanleiding van berichtgeving door vakblad Schuttevaer. „Als er dan ’s zondags weinig schepen zijn, krijg je piekbelasting op de maandagen en vrijdagen en zit iedereen op elkaar te wachten. Dat zouden we met elkaar beter kunnen regelen.”
Van Ravesteyn wijst op de concurrerende havens van Antwerpen en Hamburg, waar op zondagen geen verschil met de rest van de week te zien zou zijn. „Als wij eveneens alle dagen van de week zouden uitnutten, zouden we een waanzinnig apparaat hebben.”
Overigens ziet Van Ravesteyn de rustige zon- en zaterdagen vooral als probleem in het wegtransport. „Een kleine 70 procent van alle containers verlaat Rotterdam via trucks. Als die heel volcontinu zouden rijden, zou dat voor alle partijen handig zijn.””
Vicevoorzitter Jan Blonk van de christelijke schippersbond CBOB reageert vol ongeloof op Van Ravesteyns uitlatingen. „Bizar dat hij suggereert dat de binnenvaartschipper die de zondag in ere houdt, de bottleneck van de achterlandcontainerlogistiek zou zijn. Volgens Schuttevaer verloopt het containervervoer naar het binnenland nog net als tien jaar terug. Nog steeds ontbreekt de transparantie, en logistieke partijen lijken de noodzakelijkheid tot onderlinge samenwerking nog altijd niet in te zien.”
Binnenvaartschippers hebben de afgelopen jaren de verblijftijd in de haven zelfs zien toenemen, stelt Blonk. „Soms liggen we meer dan drie dagen te wachten. Die containers zijn weken onderweg, en komen na de nodige vertraging eindelijk op het schip terecht. En dan zou 24 uur zondagsrust of gewenste vrije tijd hét probleem zijn? Hiermee legt Van Ravesteyn een probleem neer bij een deel van de sector, terwijl het echte probleem bij de terminals en de planning in de havens ligt.”