Eerste vrouwelijke schaapherder is best eigenzinnig
GARDEREN. Ze was een halve eeuw geleden de eerste vrouwelijke schaapherder van Nederland met een eigen kudde schapen. Haar hart ging uit naar het eenvoudige boerenleven en ze was dol op dieren.
Dat blijkt uit de dezer dagen verschenen biografie ”Schaapherder Koos Vos, Een bijzonder leven in woord en beeld”. Van de bijna tachtig gebruikte foto’s stammen de meeste uit de schaapherdersperiode.
Jacoba Willemina Vroombrouck Vos is haar geboortenaam. Koos’ vader, gemeenteambtenaar, wist Vroombrouck erdoor te drukken bij de burgerlijke stand. Het was de naam van een oud adellijk geslacht in Nederland én de achternaam van Koos’ oma van moederszijde, een onwettig, maar wel erkend kind van koning Willem III.
In het boek, dat door Nabij Producties in Barneveld is uitgegeven, schetst biografe Gonny Livestroo Koos Vos als een zelfstandige en eigenzinnige vrouw met een groot hart voor dieren.
Vos woont nu in een chalet in Garderen. In november 1927 kwam ze in Tiel ter wereld. In haar jeugd hielp ze graag op een boerderij. „Op mijn twaalfde riep ik al dat ik boer wilde worden, maar dat werd thuis niet serieus genomen.” Koos’ vader wilde dat ze ging studeren en als ze „dan toch zoveel met dieren had”, mocht ze wel dierenarts worden. Dat was echter niet wat Koos wenste; ze wilde niet alleen maar met zieke dieren worden geconfronteerd.
Koerierster
Na bewogen oorlogsjaren –als koerierster voor de ondergrondse, na de bevrijding korte tijd als ordonnans van een Belgische arts in het leger van de Britse generaal Montgomery en als bewapend bewaakster van NSB’ers– werd Koos assistente op een pluimveebedrijf in het Veluwse Voorthuizen. Ze kocht een klein boerderijtje bij Putten en hield er een koe, een varken en 25 schapen, die ze op de nabijgelegen heide liet grazen.
Die schapen vormden het begin van haar kudde op landgoed Hoog Buurlo, waar ze in 1960 aan de slag kon om –tegen een geringe vergoeding met gratis woongelegenheid– de Buurlose heide te behouden. Van schaapherder Jaap Mouw in Elspeet kocht ze er nog 35 dieren bij.
Een voormalig boswachtershuis zonder elektriciteit werd haar onderdak. Een koe en varkens moesten het karige inkomen aanvullen. Eens per jaar ging Koos met haar kudde naar het schaapscheerdersfeest in Uddel om de schapen van hun vacht te laten ontdoen.
Na twaalf jaar kwam tot ongenoegen van Koos in 1972 een einde aan haar herderstaak. Vijfzesde van het terrein waarvoor ze eerder een vergunning had, kwam te vervallen. Staatsbosbeheer had het verkocht, onder meer aan Defensie.
Koos vond als nieuw onderkomen een oude, verwaarloosde boerderij in Zwartebroek (bij Hoevelaken) op een halve hectare zompig grasland. Voor haar kleinvee was daar ruimte genoeg.
Vuurbuks
Rond 2007 ging het ook niet meer in Zwartebroek. De zorg voor de dieren werd Koos te veel, de gezondheid van haar en haar partner Joke was een andere reden om uit Zwartebroek te vertrekken.
Volgens Livestroo speelde er meer. Een oproep in een van de grote dagbladen om op de Partij voor de Dieren te stemmen, die Koos op eigen kosten had laten plaatsen, kostte haar bijna haar leven. Ze werd vanuit een auto met een vuurbuks beschoten; de kogel vloog vlak langs haar heen.
De dader kwam uit agrarische kring, suggereert Livestroo. „In het gebied waar Koos woonde, was veel bio-industrie. In de grote advertentie was duidelijk te lezen dat de Partij voor de Dieren daar, evenals Koos en Joke, erg op tegen was.”
Koos voelde zich behoorlijk bedreigd en wilde aangifte van het incident doen bij de politie. „Omdat ze door de schrik geen nummerbord had opgenomen, kon de politie echter niets voor haar doen.”
N.a.v. ”Schaapherder Koos Vos, Een bijzonder leven in woord en beeld”, door Gonny Livestroo; uitg. Nabij Producties; Barneveld, 2015; ISBN 978 94 92 05514 9; 128 blz.; € 19,95.