De zevende dochter van prins Bernhard
Je lijkt op prinses Margriet, zeggen mensen tegen de jonge Mildred Zijlstra. Niet wetend dat ze dichter bij de waarheid zitten dan ze kunnen denken. Mildred Zijlstra zegt er voor 99 procent zeker van te zijn dat zij een buitenechtelijke dochter is van prins Bernhard. Vorige maand verscheen haar autobiografie ”Dansen in een prinsessenjurk”.
Vanaf haar vroegste jeugd weet Mildred Zijlstra dat er iets met haar aan de hand is. „Ik voel me vaak vreemd – vervreemd is misschien een beter woord”, zegt Zijlstra. Heel haar jeugd heeft zij last van „een knagende twijfel.”
Van jongs af weet Mildred dat haar moeder niet haar biologische moeder is. Aan de hand van de geschiedenis van de Bijbelse Mozes heeft Mildred dat op een mooie manier uitgelegd gekregen. „Hij kwam ook bij een andere mama en papa terecht en heeft het daar heel goed gehad. Net zoals jij bij ons”, vertelt moeder Zijlstra, die na negen mislukte zwangerschappen Mildred adopteert.
Maar wie Mildred dan echt is, blijft een groot geheim. Na veel doorvragen komt ze iets meer over haar biologische moeder te weten, vertelt ze in het vlot geschreven boek ”Dansen in een prinsessenjurk”. Over haar biologische vader wordt erg geheimzinnig gedaan. De last van het grote vraagteken in haar leven wordt steeds groter, reconstrueert Mildred in het boek.
Politie
Over haar adoptieouders is Mildred positief, al omschrijft zij hen terugblikkend als „zeer gelovig.” De een is lid van de Gereformeerde Kerken in Nederland, de ander van de Nederlandse Hervormde Kerk. Ze houden de zondagsrust in ere.
De familie Zijlstra is ook zeer Oranjegezind. Geen kwaad woord over de koninklijke familie en zeker niet over prins Bernhard. Die wordt als de held van de Tweede Wereldoorlog gezien door vader Zijlstra.
Na in Koog aan de Zaan te hebben gewoond, vestigt het gezin zich in Rhenen. Vader Zijlstra kan er groepscommandant bij de politie worden. Hij onderhoudt er als politievoorman nauwe contacten met de burgemeester, jonkheer L. H. N. F. M. Bosch ridder van Rosenthal, die goede contacten heeft met prins Bernhard.
Pas als Zijlstra gehuwd is, durft zij haar ouders om de adoptiepapieren te vragen. Die geven echter maar beperkte informatie. Mildred zet echter door. Ze weet een halfzus op te sporen en komt zo in de jaren tachtig van de vorige eeuw uiteindelijk bij haar biologische moeder –Trijntje– terecht. Die wil echter niets vertellen. Integendeel, tijdens de eerste ontmoeting is de vrouw ondubbelzinnig: „Ik zal nooit de naam van je vader noemen. Nooit! Dan weet je dat vast. Zo, nu kunnen we verder praten over jou en mij.” Een hoge militair is haar verwekker, verder komt Mildred niet.
Foto
Nu de speurtocht lijkt dood te lopen, zoekt Mildred haar heil bij een medium. Op basis van de informatie van de waarzegster concludeert Mildred na het lezen van een artikel over prins Bernhard dat die weleens haar vader zou kunnen zijn. Mildred vraagt het haar vader Zijlstra, maar die sterft zonder er een woord over los te laten. Ook haar biologische moeder zwijgt in alle talen.
Een nieuwe foto lijkt wel licht op de zaak te werpen. Op de naoorlogse opname staat prins Bernhard omringd door een groep jonge vrouwen in het uniform van de Nederlandse strijdkrachten. Zij leverden administratieve ondersteuning aan de prins en zijn staf. Een van de vrouwen is moeder Trijntje. De prins en haar moeder verkeerden dus in elkaars nabijheid.
Uiteindelijk stelt Mildred de vraag aan jonkheer Bosch ridder van Rosenthal. Hij is de enige die mogelijk duidelijkheid kan geven. Zonder aarzeling klinkt het door de telefoon: „Mildred, bij Bernhard moet je zijn. Bernhard is je vader.” De oud-burgemeester adviseert haar niets te doen met de informatie. Zo ging het nu eenmaal na de oorlog, benadrukt hij: vluchtige contacten waren gangbaar.
Mildred worstelt hoe ze met de bekentenis moet omgaan. Contact leggen met het hof heeft geen zin.
Baar
Als prins Bernhard in 2004 sterft, is dat voor Mildred een apart moment. „Mijn verwekker is heengegaan, zonder dat we elkaar ooit hebben ontmoet. Ik heb geen groot verdriet of andere grote emoties”, zo schrijft ze in haar autobiografische mijmeringen over haar leven. Mildred besluit niet langs de baar te lopen als die staat opgesteld voor de Nederlandse burgers.
Uit de na zijn dood gepubliceerde interviews met de prins wordt duidelijk dat prins Bernhard twee erkende buitenechtelijke dochters heeft, een in Frankrijk en een in de Verenigde Staten. Maar van een Mildred is geen sprake. De prins heeft mogelijk niet eens van haar bestaan afgeweten.
Als Mildred uiteindelijk aan Trijntje de foto van de prins met haar toont, schrikt haar biologische moeder merkbaar, maar verder geeft zij geen krimp. Ze blijft zwijgen.
Dan duikt royaltyverslaggever Marc van der Linden, hoofdredacteur van het blad Royalty, in de zaak. Hij is bezig met een boek over de dochters van Bernhard. Van der Linden brengt het nieuws over het bestaan van een zevende dochter van de prins –na grondig onderzoek– naar buiten. Een korte mediastorm gaat over Zijlstra heen.
Paleis
Veel vragen krijgt Mildred door haar zoektocht beantwoord, al wil zij graag nog meer weten, bijvoorbeeld hoe de omstandigheden waren waaronder zij is geboren. Het feit dat Mildred in het Bronovoziekenhuis in Den Haag –het ziekenhuis waar veel Oranjes ook komen– ter wereld kwam is een nieuw puzzelstukje dat in het plaatje lijkt te passen.
Hoe belangrijk haar verwekker ook was, „uiteindelijk is zijn persoon niet bepalend voor mijn leven geweest”, concludeert Mildred in het boek, dat ook enkele foto’s bevat. „De zoektocht naar wie mijn biologische ouders waren, dát heeft mij mede gemaakt tot wie ik ben. Dat een van de twee toevallig in een paleis woonde, is een sappig detail, maar ook niet meer dan dat.”
N.a.v. ”Dansen in een prinsessenjurk”, Mildred Zijlstra; uitg. Q, Amsterdam, 2015; ISBN 9789021400525; 184 blz.; €17,50.
Lees ook:
“Van de 300 puzzelstukjes passen er 298” : Vermeende dochter prins Bernhard doet verhaal (Reformatorisch Dagblad, 24-08-2011)