Wat bezielt een zelfmoordterrorist?
Zelfmoordterroristen zijn aardige mensen, zeggen familie en buren vaak achteraf. En verrassend normaal. Ze doen verschrikkelijke dingen, maar zijn allerminst gestoord. Psychologen kunnen weinig afwijkingen vinden. Ze zijn alleen „uitgecheckt” uit de westerse wereld.
Op 10 november blies Abdelmalek Boutalliss zich op in Irak. Vorig jaar zomer was de 19-jarige Belg uit Kortrijk plots verdwenen. De ouders van Boutalliss zochten daarna hulp bij jihadexpert Montasser AlDe’emehom. Die voerde enkele gesprekken met Boutalliss. Het Vlaamse blad Knack publiceerde twee weken geleden een weergave van de gesprekken. Het artikel maakt duidelijk welke voorstelling een Vlaamse jihadist heeft bij een zelfmoordaanslag: „Een martelaarsoperatie bedoel je?”
Een zelfmoordaanslag is geen zonde, aldus Abdelmalek. Het is immers geen ‘gewone’ suïcide. „Jezelf doden is inderdaad haram, maar een martelaarsoperatie is iets anders. Jezelf opofferen voor Allah is halal.”
In de gesprekken keert Abdelmalek steeds terug naar dat punt: het is de wil van Allah dat wij strijden. „Jullie thuisblijvers zijn zondaars omdat jullie niet eens naar het kalifaat zijn gekomen. Jullie hebben geen moeite gedaan voor Allah. Jullie blijven als vernederden in België.”
Hij had zijn naam laten plaatsen op de lijst voor een zelfmoordaanslag. „Ik wacht tot ze mij vragen. Insjallah, binnenkort.” Inmiddels heeft die aanslag plaatsgevonden in de stad Haditha – en staat hij op de lijst van de martelaren.
Knack bezocht ook Abdelmaleks geschokte ouders in hun rijtjeshuis in Kortrijk. Een paar maanden voor zijn vertrek hoorde zijn moeder hem huilen in bed. „Ik vroeg wat er scheelde. „Ik ben bang voor Allah en ik ben bang dat ik na mijn dood naar de hel ga”, antwoordde hij.”
Zijn moeder kan hem niet troosten. Als hij later met vragen over de islam komt, kan ze hem de weg niet wijzen. „Ik zei dat hij het zelf moest opzoeken, op internet bijvoorbeeld.”
Dat doet Abdelmalek en vanaf die tijd komt hij in contact met een enthousiaste moslim, die achteraf een ronselaar blijkt te zijn. Die praat hem aan dat moslims in het Westen worden vernederd en wijst hem op het kalifaat.
Maagden
Vernedering is een terugkerend begrip in alle verslagen over plegers van zelfmoordaanslagen, islamitisch of niet. De hindoeïstische Tamil Tijgers vochten voor de bevrijding van Sri Lanka, de seculiere PKK voor een zelfstandig Koerdistan. Allemaal wilden ze uit onder die vreselijke vernedering. Voor de een is de profeet heilig, voor de ander de zaak, of de leider.
Abdelmalek voelde meeleven met de moslims wereldwijd. Die worden onderdrukt – althans, zo ervaarde hij dat. Een zelfmoordaanslag op de onderdrukkers is de ultieme daad van solidariteit. Dat voelt beter dan in luxe te leven in West-Europa.
Zodra het leven beter wordt, neemt doorgaans de behoefte aan zelfmoordaanslagen af. Als er vrede zou zijn tussen Israël en de Palestijnen, zou er niemand meer te vinden zijn die bereid is om zichzelf op te blazen. Maar zolang er geen hoop is –of als de hoop de grond wordt ingeboord, zoals na de Osloakkoorden– zwelt de bitterheid.
Westerlingen die het leven liefhebben –hetzij als gave van God, hetzij als iets om in genot door te brengen– begrijpen de zelfmoordenaar van geen kant. Opvallend is dat in de media steevast het verhaal terugkeert over die 72 maagden die in het paradijs op de martelaar (sjahid) wachten. Islamitische zelfmoordterroristen zouden gewoon seksbeluste mannen zijn, die politiek en geloof als dekmantel gebruiken.
Dat is een interpretatie die wel erg goed past bij de westerse media. Bij de eer van de profeet kunnen seculiere journalisten zich weinig voorstellen, maar eindeloze seks zou tenminste nog enige zingeving kunnen bieden.
In werkelijkheid ligt het iets genuanceerder. Islamitische geleerden twisten over de vertaling ”maagd” of ”engel”. Bovendien komt het niet uit de Koran, maar uit een overlevering (Hadith) die doet denken aan het Hooglied. Mogelijk is die helemaal niet letterlijk bedoeld.
Hongerstaking
Weinig dingen werken zo samenbindend als een gezamenlijke vijand. Iemand die opgroeit in een onderdrukte gemeenschap weet feilloos hoe hij iets goeds kan doen: bijdragen aan de strijd. Zeker als je daarbij de hoogste prijs betaalt. Binnen de islam is dat ook de kortste weg naar het paradijs.
Jezelf offeren is ook de beste garantie op roem. Elke groep die voor zijn vrijheid vecht, eert zijn gevallenen als helden. In Belfast in Noord-Ierland hangen metershoge muurschilderingen van Bobby Sands, die in 1981 stierf door zijn hongerstaking. Hij vocht namens de IRA voor de bevrijding van Noord-Ierland van de Britse kroon. Precies zo hangen vandaag in Palestijnse steden posters van hun martelaren.
Onderzoekers en journalisten zien bij nabestaanden van zelfmoordterroristen veel verdriet. Maar evenzeer een gevoel van trots. „Ik wou dat ik het zelf gedaan had”, zei een Palestijnse vader. En de weduwe van een Hezbollahmartelaar merkte op: „De dood van mijn man heeft mij trots en gelukkig gemaakt.” Ze zou haar zoontje niet tegenhouden als hij zijn vader zou volgen.
Guevara
In enkele grote westerse media verscheen vorige week een treffende tekening van de Zwitserse karikaturist Patrick Chappatte; in de International New York Times met een tekst in het Engels en in Der Spiegel in het Duits. De prent toont een jongeman die doelloos staart naar een muurposter. „Onzeker over de toekomst? Puistjes?” Het vlaggetje van de jihad wijst de richting. En richting is wat doelloze jongeren zoeken.
Deze cartoon geeft de visie van enkele psychologen weer. De Oostenrijkse jihadexpert Thomas Schmidinger beschreef enkele weken geleden in NRC Handelsblad de zelfmoordterrorist als een jonge volwassene zonder vast doel. Door die leegheid is hij vatbaar voor het hogere, en het radicale. Deze jongeren zoeken identiteit: ze willen ergens bij horen.
Ze zetten zich af tegen de samenleving waarin ze opgroeiden. Ook missen ze vaak een vaderfiguur. Religie speelt nauwelijks een rol. „Het merendeel is niet religieus.”
Die vervreemding van de eigen leefwereld is intussen van alle tijden, weet Schmidinger uit eigen ervaring. Zelf werd hij links-radicaal en zocht een groep om zich bij thuis te voelen. Het verschil is alleen dat jihadisten de samenleving daadwerkelijk verlaten. „Wij gingen hooguit een paar maanden naar Cuba”, vertelt de Zwitser, die onlangs het boek ”Jihadismus: Ideologie, Prävention und Deradikalisierung” schreef. „Jihadi’s hebben hun utopische samenleving, het kalifaat, elders. Ze zijn hier uitgecheckt. Jihadisme is tegenwoordig de meest radicale manier om de samenleving in Europa te provoceren.”
Eer en roem maken de jihad extra verleidelijk voor doelloze jongeren. De strijd maakt je stoer. De Belgische terrorist Abdelhamid Abaaoud, die het brein achter de aanslagen in Parijs was, lijkt op veel foto’s wel een broer van de Cubaanse communist Che Guevara (1928-1967). Die laatste is wereldwijd uitgegroeid tot een waar stijlicoon.
Jeugdpuistjes
Het is in elk geval geen toeval dat de wervingsposter in het spotprentje zich richt op jongelui vol jeugdpuistjes. De hoogleraar adolescentie en ontwikkelingspsychologie Wim Meeus (Utrecht en Tilburg) schreef onlangs voor de Volkskrant een artikel waarin hij terrorisme een „jeugdprobleem” noemde. Gingen jongeren rond 1950 vaak nog op hun vijftiende aan het werk, tegenwoordig studeren velen na hun twintigste nog door. Dat creëert een hoogopgeleide bevolking, maar tevens een jeugdcultuur met zijn eigen moeilijkheden.
Mannen van twintig zijn prima in staat verantwoordelijkheid te dragen. Ze zouden iets groots kunnen doen, en willen dat ook best. Maar in onze cultuur verwacht niemand dat van hen. Die vrijblijvendheid geeft leegheid.
Dit zorgt voor een „onduidelijke identiteit”, die gevaarlijk is, aldus prof. Meeus. Depressie en agressie kunnen langskomen. Het zijn juist deze jongemannen die vatbaar zijn voor ronselaars.
Onzekere jongeren kunnen in een extreme groep belanden. Zo’n groep neemt de functie van de familie over. Onderling hebben ze het reuze gezellig. Bekend is dat radicale moslims –zelfs in Syrië– onderling ongekend veel lol hebben. Net gewone mensen. Meeus: „Dat terroristen jongeren zijn, is geen toeval.”
Niemand zegt het, maar de conclusie zou ook kunnen luiden: onze welvarende samenleving brengt zijn eigen terroristen voort.
„Moeders haten het hun zonen te verliezen”
Prof. Ariel Merari (emeritus hoogleraar psychologie van de universiteit van Tel Aviv in Israël) doet al vanaf eind jaren zeventig onderzoek naar zelfmoordterroristen. Hij hield diepte-interviews met gevangen Palestijnen die waren gearresteerd vlak voor hun aanslag of toen bleek dat hun bom niet werkte.
Waarom zijn het altijd jonge mannen en geen oude vrouwen?
„Jonge mensen zijn gevoeliger voor radicale opvattingen. Ze hebben ook nog weinig verplichtingen; 90 procent is ongetrouwd.
Lastiger is waarom het mannen zijn. In Sri Lanka waren de zelfmoordterroristen van de Tamil Tijgers voor meer dan 25 procent vrouw. Onder de Tsjetsjenen (zij vochten tegen de Russen) meer dan de helft. En van de zelfmoordterroristen die de Koerdische PKK op weg stuurde, was zelfs 75 procent vrouw.
Maar dat zijn uitzonderingen. Wereldwijd is 90 procent van de zelfmoordterroristen man.”
Kun je hen vergelijken met de Japanse kamikazepiloten in 1944?
„Ja, want in beide gevallen is het zelfvernietiging om een politieke reden. Maar er is een belangrijk verschil. Als kamikazesoldaat weet je dat je zeer waarschijnlijk zult omkomen, maar je blijft hopen dat het niet gebeurt. En je zult het zeker niet zelf doen. De zelfmoordterrorist neemt het leven wel in eigen hand. Die is vastbesloten, ook al hoopt hij misschien toch nog dat de bom niet afgaat.”
Waarom is 90 procent van de aanslagplegers wereldwijd moslim?
„Begin jaren 80 heeft een imam een fatwa uitgeschreven die deze vorm van martelaarschap mogelijk maakt. Dit type aanslag dient immers het politieke doel, toen de strijd van Hezbollah tegen Israël. Het middel blijkt ook nog eens zeer effectief. Bij gebrek aan massavernietigingswapens kan een kleine groep mensen grote schade toebrengen. In de tweede intifada viel de helft van de slachtoffers door een klein aantal zelfmoordaanslagen.
Alle grote monotheïstische godsdiensten verbieden zelfdoding. Toch zijn er in alle godsdiensten voorbeelden te noemen van mensen die zichzelf heel direct hebben opgeofferd. Dat het vandaag vooral moslims zijn, verklaar ik uit de wereldwijde oorlog tussen de islam en het Westen.”
Mensen doen iets met een doel. Waarom pleegt iemand een zelfmoordaanslag?
„Er zit een verschil tussen wat mensen zeggen en wat ze denken. De meeste Palestijnse gevangenen zeiden dat ze handelden tegen de Israëlische bezetting en hun nationale vernedering. Voor enkelen speelde mee dat ze in het paradijs zouden komen, maar bij de meesten bleef dit op de achtergrond.
Voor ons was de vraag wat de doorslag gaf. Alle Palestijnen zijn immers tegen de bezetting, maar slechts enkelen plegen een zelfmoordaanslag. Als we dieper doorvroegen, bleken er altijd persoonlijke of sociale achtergronden te zijn.
Velen gaven aan bang te zijn geweest. Ze zetten door omdat ze hun woord hadden gegeven. Van de gevangen terroristen bleek 70 procent een sterk afhankelijk karakter te hebben dat moeilijk kon weigeren tegen mensen van gezag. Ze hadden ook een zwak zelfbeeld en waren bang hun ouders teleur te stellen. Een andere groep van 20 procent was erg impulsief en onstabiel.”
Hadden ze het gevoel dat een zelfmoordaanslag van hen werd verwacht?
„Ja. Er zijn in de Palestijnse gebieden grote organisaties die deze mensen werven. Bijna geen enkele aanslagpleger handelt op zijn eentje.
De ronselaars vragen rond of er jongens zijn die martelaar willen worden. Als je dan in een café een keer hebt gebluft dat je dit wel zou willen, kan het gebeuren dat een ronselaar je opzoekt. En zeg dan maar eens nee, als onzekere 18-jarige jongeman.”
Speelt nationale vernedering altijd een rol bij zelfmoordaanslagen?
„Vaak wel, maar niet altijd. In Pakistan zijn aanslagen gepleegd door soennieten tegen sjiieten, terwijl de soennieten de dominante meerderheid vormen. Maar meestal is er wel een politiek conflict.”
Als westerlingen zijn we geneigd te zeggen dat alleen een gek zo’n aanslag pleegt. Klopt dat?
„Nee. Terroristen zijn redelijk normaal, en zelfmoordterroristen evenzeer. Ze zijn niet schizofreen of psychotisch.
Wel zijn er factoren die het plegen van een zelfmoordaanslag waarschijnlijker maken. In ons onderzoek bleek 40 procent van hen suïcidaal, en 20 procent had daadwerkelijk geprobeerd zelfmoord te plegen. Dat kwam meer door huiselijk geweld dan door politiek.
Een van onze terroristen had een zelfmoordpoging gedaan en was door zijn moeder naar de imam gestuurd. Die had gezegd: zelfmoord is haram (zonde), maar martelaarschap is halal (zuiver). Toen had hij zich aangeboden, om via de terreur toch zelfmoord te plegen. Maar dat is een kleine minderheid.”
Zou de psychiater ook bij de zelfmoordterroristen in Parijs geen diagnose hebben kunnen stellen?
„Daar kan ik niet over speculeren. Er zijn technieken om op omgekomen mensen een psychiatrische autopsie uit te voeren. Dan kun je aan de hand van het medisch dossier en informatie van familie en vrienden een beeld vormen.”
Diverse zelfmoordenaars zijn opgegroeid in West-Europa. Wat kunnen regeringen doen om dit gedrag te voorkomen?
„Dat is niet makkelijk. De eerste stap is dat de regering zo veel mogelijk bondgenoten zoekt onder moslims. Als de islamitische gemeenschap zich tegen zelfmoordaanslagen uitspreekt, is het onwaarschijnlijk dat iemand toch zoiets doet.
Dreigt iemand naar Syrië te vertrekken, dan is zijn familie de beste bondgenoot van de autoriteiten. Vaders en broers hebben veel meer invloed dan wie dan ook. Ik heb veel nabestaanden gesproken en ze hebben allemaal groot verdriet. Moeders haten het hun zonen te verliezen.
Hier is dus een mix nodig van sociaal werk en inlichtingendiensten. Dat is een vreemde samenwerking, maar noodzakelijk.”