Kans op bindend klimaatverdrag in Parijs groot
PARIJS. Op de klimaattop in Parijs zal vrijdag de laatste hand worden gelegd aan een akkoord. Voorheen liep dat proces altijd uit op een diepe teleurstelling, vooral vanwege de tegengestelde belangen van de VS en China. Vorig jaar bereikten beide grootmachten echter een deal, waardoor de kans op een bindend akkoord groter is dan ooit.
Christiana Figueres, hoofd van het VN-klimaatbureau UNFCCC, liet zich maandag op nieuwszender France24 hoopvol uit over de klimaattop in Parijs. Ze verwacht dat de 195 landen morgen een bindend verdrag zullen afspreken.
Naast het belangenconflict tussen China en de VS speelde er op elke klimaattop een onderhuids conflict tussen de rijke westerse en de arme ontwikkelingslanden. Inmiddels hebben ook de ontwikkelingslanden zich verenigd om een bijdrage te leveren in het terugdringen van de CO2-uitstoot.
Er zijn voorstellen gedaan om een CO2-belasting in te voeren. Het Europese systeem van CO2-beprijzing werkte echter niet vanwege een te lage prijs; in januari 2013 was deze 2,81 euro per ton CO2. In de nieuwe voorstellen zou een ton CO2 wereldwijd minimaal 60 euro moeten kosten. In dat geval zijn windmolens concurrerend met kolencentrales.
De deelnemende landen hebben zich in 2010 op de klimaattop in Cancun verplicht de temperatuurstijging op aarde te beperken tot 2 graden Celsius. Een grote groep van 122 landen steunt nu ook het ambitieuze initiatief van de eilandstaten om de temperatuur op aarde niet verder op te laten lopen dan 1,5 graden Celsius boven het niveau van 1990. Deze steun roept echter nogal wat vragen op.
Zo staat deze ambitie in fel contrast met de officiële toezeggingen van de 185 landen. Voor de top in Parijs leverden de landen hun zogeheten “intended nationally determined contribution” (INDC) waarin staat met hoeveel procent zij hun uitstoot van broeikasgassen willen laten dalen. Als deze toezeggingen worden waargemaakt, zou de temperatuur op aarde oplopen met 2,7 graden.
Hoewel onder meer China, Canada, de EU en de VS langzaam opschuiven in de richting van het 1,5 graden-doel, is dat initiatief volgens wetenschappers niet realistisch. Er is dan CO2-opslag nodig. Bovendien moet de wereld in 2030 vrij zijn van fossiele energie, een doel dat nu gesteld is voor 2050. Ook de Nederlandse klimaatdeskundige Leo Meijer liet onlangs op de NOS weten dat zonder CO2-opslag het doel van 1,5 graden niet realistisch is.
Verder moeten er nog meer knelpunten worden opgelost. Zo eisen ontwikkelingslanden compensatie voor de klimaatschade die veroorzaakt is door de rijke landen. Er kwam in 2010 een Green Climate Fund, waaraan 100 miljard dollar werd toegezegd. Niet alle rijke landen waren echter bereid daar geld aan te doneren. Of het geld er nu wel komt, is nog steeds de vraag.
In de VS hebben de Republikeinen al aangekondigd dat ze elk verdrag dat Obama in Parijs wil sluiten, zullen blokkeren. Dat maakt de kans dat de VS constructief mee gaan doen weer kleiner.
Intussen neemt de druk op de klimaattop toe om bindende afspraken te maken. Ook vanuit ondernemingen met belangen in de olie- en gasindustrie. Ze moeten wel, want de kans bestaat dat ze ooit aansprakelijk zullen worden gesteld voor schadeclaims door extreem weer. En hun verzekeraars kunnen die niet dekken.
Kortom, de kansen voor een bindend akkoord zijn groot, maar de inhoud ervan is nog ongewis.