Kerk & religie

Op zoek naar het graf van de Makkabeeën

Al een paar eeuwen dromen reizigers en archeo­logen ervan het graf van de Makkabeeën te vinden. Drie maanden geleden gingen archeoloog Amit Re’em van de Israëlische Oudheidkundige Dienst en een team van vrijwilligers opnieuw op onderzoek uit. Dit gebeurde in Horbat Ha-Gardi, de plek waar het graf van de Makkabeeën zich mogelijk bevindt.

Alfred Muller
9 December 2015 21:30Gewijzigd op 15 November 2020 23:57
De chanoekakandelaar voor het raam van een bakkerij met sufganiyot. Beeld Alfred Muller
De chanoekakandelaar voor het raam van een bakkerij met sufganiyot. Beeld Alfred Muller

Hoe dat graf eruitgezien moet hebben, is bekend. Het –apocriefe– eerste boek der Makka­beeën spreekt over een hoog monument in Modeïn, dat in de wijde omtrek zichtbaar was, met versierde stenen. Verder stonden er zeven piramides, naast elkaar. De Joodse geschiedschrijver Jose­phus en de kerkvader Eusebius maken eveneens melding van het graf.

Het Modeïn van de Makkabeeën moet in de buurt hebben gelegen van de moderne stad Modiin. Het graf is namelijk ook afgebeeld op het zesde-eeuwse ”mozaïek van het Heilige Land” in Madaba, in Jordanië. Hieruit kan worden afgeleid waar het graf moet worden gesitueerd. De bronnen melden daarnaast dat Modeïn in de buurt lag van Lod (Diospolis), aan de hoofdweg tussen de kustvlakte en Jeruzalem.

Vroege christenen

Horbat Ha-Gardi was in de negen­tiende eeuw een van de eerste plaatsen die archeologen gingen onderzoeken. De plaats ligt ongeveer 2 kilometer ten noorden van het huidige Modiin.

De Franse reiziger Victor Guerin bezocht de locatie in 1870. Hij vond dat die opvallende gelijkenis vertoonde met de beschrijvingen in het boek der Makkabeeën. „Er is geen plaats voor twijfel”, liet hij weten. „Ik heb het graf van de Makkabeeën echt gevonden.”

Maar een jaar later ging de Fransman Charles Clermont-Ganneau op onderzoek uit. Hij vond de afbeelding van een kruis en concludeerde dat de begraafplaats waarschijnlijk in verschillende periodes was gebruikt. De Fransman vermoedde dat vroege christenen de plek hebben gemarkeerd als „de begraafplaats van de heilige Makkabeeën.”

Mausoleum

Aan het eind van de afgelopen zomer startten de Israëlische archeo­logen Amit Re’em en Dan Shahar een nieuw onderzoek. „Het ging om een uniek project”, zegt Amit Re’em. „Normaal gesproken doen we namelijk onderzoek op plaatsen waar moet worden gebouwd. Maar vanwege het grote belang besloten we geld in een nieuwe opgraving te investeren. We waren benieuwd wat die op zou leveren.”

Hun team legde de locatie die de 19e-eeuwse ontdekkers aantroffen opnieuw bloot. Het breidde de opgraving ook uit. „We vonden een zeldzaam gebouw dat over een graf was gebouwd, met unieke architectuur en versieringen”, geeft Amit Re’em aan. „Je kunt het zelfs een mausoleum noemen.”

Mogelijk identificeerden de eerste christenen deze plek als het graf van de Makkabeeën. Maar hoe Re’em en Shahar ook zochten, ze vonden geen hard bewijs dat het hier inderdaad om het graf van de opstandelingen ging.

Re’em hoopt dat hij het onderzoek in de toekomst kan voortzetten. „We doen er alles aan om financiële middelen te krijgen – van de regering, particulieren, organisaties en de plaatselijke autoriteiten. We geloven in deze plek. Maar ik denk dat het raadsel uit de 19e eeuw nog lang zal blijven bestaan.”

Andere plaats

De archeoloog sluit ook niet uit dat het graf van de Makkabeeën alsnog op een andere plaats in of nabij Modiin wordt gevonden. De stad breidt zich nog steeds uit, en voordat aannemers er aan de slag kunnen, moeten archeologen de bodem onderzoeken. Daarom verricht de Israëlische Oudheidkundige Dienst opgravingen in de heuvels rond Modiin. Elke heuvel bevat tal van overblijfselen, van een Joods dorp bijvoorbeeld, of een christelijke kerk.

Re’em: „Het is voor ons een grote vraag welke heuvel het vroegere Modeïn was. Als we een prachtig graf vinden naast een dorp, weten we dat dit het oude Modeïn was. Maar alle onderzoekers –vroeger en nu– neigen ernaar om te wijzen naar Horbat Ha-Gardi als de eigenlijke plaats. Nogmaals: het blijft een groot vraagteken.”


Chanoeka

Het is een bijzondere ervaring om tijdens Chanoeka (herinwijding) door de Joods-orthodoxe wijken van Jeruzalem te wandelen. Voor de ramen, op muurtjes en in kastjes aan de straatkant brandt de chanoekakandelaar. Op deze wijze herdenken Joden de herinwijding van de tempel in het jaar 164 voor Christus. Het chanoekafeest wordt ook wel feest van het licht of inwijdingsfeest genoemd.

Chanoeka valt in de maand december en duurt acht dagen. Op de eerste dag van het feest moet één kaars aan de achtarmige kandelaar worden aangestoken, op de tweede dag twee kaarsen, enzovoorts. Het aansteken gebeurt met een andere kaars, de ”sjamasj”. Deze staat vaak apart of hoger. Er zijn acht kaarsen omdat Judas Makkabeüs bij de herinwijding van de tempel de menora acht dagen liet branden.

Chanoeka is geen groot feest – Joden mogen blijven werken. De kinderen hebben echter vrij van school en het is niet ongebruikelijk om elkaar tijdens Chanoeka cadeautjes te geven. Een populair gerecht in de dagen voor en tijdens het feest zijn de ”soefgania”, een soort oliebol gevuld met jam of banket­bakkerscrème. De bollen hebben een zachtzoete smaak en zijn zeer calorierijk.


In het kort

De Griekse koning Alexander de Grote veroverde in 333 voor Christus het land Israël en introduceerde de Griekse (of hellenistische) cultuur. Na zijn dood kreeg de veldheer Seleucus Syrië in zijn bezit, veldheer Ptolemaeus Egypte. Eerst stond het land Israël onder invloed van de Ptolemaeën. De Seleucidische vorst Antiochus IV Epiphanes werd echter de baas nadat hij het land in 169 voor Christus had veroverd.

Antiochus drong de Joden de helle­nistische cultuur op. De sabbats­viering, de besnijdenis, de studie van de Thora en de tempeldienst – hij verbood het allemaal. Zelfs voor het ontwijden van de tempel door middel van afgodendienst deinsde hij niet terug.

Opstand

Zijn bevelen veroorzaakten grote woede onder de Joden die de wet trouw wilden blijven. De opstand begon in Modeïn. De priester Mattatias en zijn vijf zonen slaagden erin een leger van wetsgetrouwe Joden om zich heen te krijgen. In 164 voor Christus wist Judas Makkabeüs de Tempelberg in Jeruzalem te heroveren. Hij herstelde het altaar en plaatste nieuw tempel­gerei in de tempel.

Volgens de overlevering trof Judas Makkabeüs in de tempel slechts één verzegeld –en daarom nog niet ontwijd– oliekruikje aan. De Talmoed zegt dat de olie toereikend was om de menora in de tempel een dag te laten branden. Maar de zevenarmige kandelaar zou acht dagen gebrand hebben. Daarom heeft de chanoeka­kandelaar acht armen.

De strijd van de Makkabeeën tegen de overheersers ging echter door. Pas in 141 voor Christus wist Simon Makkabeüs de burcht van de Seleucidische Syriërs ten zuiden van de Tempelberg te veroveren.

De twee boeken der Makkabeeën behoren tot de apocriefe boeken. Joden en protestanten erkennen deze boeken niet als onderdeel van de canon.


De Makkabeeën

De Makkabeeën kwamen tussen 175 en 164 voor Christus in opstand tegen koning Antiochus Epiphanes, die de tempel had ontwijd.

l Het graf van de Makkabeeën bevindt zich in het oude Modeïn.

l Mogelijk is het huidige Horbat Ha-Gardi de plek waar het graf ligt.

l Horbat Ha-Gardi ligt ten noorden van de moderne stad Modiin, zo’n 30 kilometer ten westen van Jeruzalem.

l Judas Makkabeüs herstelde de tempeldienst in 164 voor Christus.

l Joden vieren de herinwijding van de tempel tijdens het chanoeka­feest.

l Deze week wordt Chanoeka gevierd.


Lees ook:

Archeologen leggen Jeruzalems fort bloot

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer