Voorbij het dieptepunt
Langzamerhand lijkt de Nederlandse economie zich te herstellen. Er komen steeds meer signalen dat het dieptepunt gepasseerd lijkt. De eerste tekenen waren de al langer wereldwijd stijgende aandelenbeurzen en het toegenomen vertrouwen in de industrie en de dienstensector.Deze week kwamen er nog meer positieve signalen. Twee gezaghebbende Nederlandse instellingen toonden zich voorzichtig positief. Het Centraal Planbureau heeft de verwachte groei van de economie voor dit jaar verhoogd van 1,1 naar 1,25 procent, terwijl ook De Nederlandsche Bank een herstel constateert.
Op zich zijn dit mooie geluiden. Het is te hopen dat de voorzichtige groei doorzet. Nederland is daarbij wel erg afhankelijk van de ontwikkelingen in de wereldeconomie. Wat dat betreft zijn er nog steeds zorgen. De dure euro speelt het bedrijfsleven parten, terwijl dit jaar ook de uitbreiding van de EU met tien nieuwe lidstaten voor onzekerheid zorgt. Daar staat tegenover dat de wereldeconomie verder aantrekt.
Nederland heeft het moeilijk gehad. En dat vergde zeker na de bloeiperiode van 1994-2000 een enorme aanpassing. In de tweede helft van de jaren negentig leek het niet op te kunnen, maar in 2001 viel de economie sterk terug. De tering moest naar de nering worden gezet, met enorme bezuinigingen, vele ontslagen, stijgende lasten en beperkte loonsverhogingen als gevolg.
Nog steeds worstelt Nederland -ondanks de aantrekkende economie- met grote problemen. Neem de problematiek van het te hoge begrotingstekort en de stijgende werkloosheid.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde deze week dat de werkloosheid de afgelopen maanden is gestegen tot boven de 6 procent. Er waren 468.000 mensen zonder baan en dat waren er maar liefst 128.000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Hiermee zijn we weer terug op het hoge peil van 1996.
Erg zorgelijk is dat vooral de werkloosheid onder jongeren tot 23 jaar enorm toenam. Deze steeg zelfs twee keer zo hard als gemiddeld. Een probleem daarbij is dat veel werkgevers een slecht beeld van de jeugd hebben. Onder meer door de negatieve publiciteit rond vmbo-scholen wordt een grote groep jongeren onterecht afgeschilderd alsof ze niet zouden deugen. Ook het feit dat er veel jongeren zijn zonder schooldiploma draagt daaraan bij.
Het is daarom een goede zaak dat er deze week een landelijke wervingscampagne is gestart om jongeren aan een baan te helpen. Voorkomen moet worden dat er een verloren generatie ontstaat die de slag op de arbeidsmarkt heeft gemist.
Behalve de werkloosheid zijn er ook andere grote sociaal-economische problemen. Denk bijvoorbeeld aan het enorme leger arbeidsongeschikten en de vergrijzing van de beroepsbevolking. Voor het oplossen van deze moeilijkheden is een betere samenwerking tussen kabinet, werkgevers en werknemers nodig.
Deze week kwam daarvoor een positief signaal. De regering heeft over haar ingrepen in de VUT en het prepensioen weer toenadering gezocht tot de sociale partners. Dergelijke stappen zijn noodzakelijk, want alleen een herstel van de economie lost alle problemen niet op.