Passagiersgegevens zes maanden in database EU
BRUSSEL (ANP). Gegevens van vliegtuigpassagiers zijn in de toekomst zes maanden beschikbaar en uitwisselbaar voor opsporingsdiensten in Europa. Daarover hebben de Europese ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie vrijdag een akkoord over bereikt in Brussel.
Er is vijf jaar onderhandeld over het zogeheten Passagiersnamen Register (PNR). Landen als Frankrijk en België hadden gepleit voor een langere bewaartermijn, in eerste instantie zelfs vijf jaar, maar ze gingen uiteindelijk akkoord met zes maanden.
„Nederland kan prima leven met deze bewaartermijn”, zei minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie). De gegevens van mensen die naar de EU vliegen worden sowieso in het systeem gezet en uitgewisseld als ieder land de wijziging in zijn wetten heeft doorgevoerd, zei de bewindsman.
Over de gegevens van mensen die vluchten nemen binnen de EU kunnen de lidstaten zelf keuzes maken, aldus Van der Steur. „Wij zijn er technisch ook klaar voor om dat te doen, maar daar zijn in Nederland nog geen regels voor. Dus dat moet eerst met het parlement worden besproken.”
Overigens kan het Europees Parlement nog dwarsliggen. De leiders van drie grote fracties zeiden donderdag dat ze alleen instemmen als de uitwisseling van alle gegevens verplicht wordt. Van der Steur heeft echter de indruk dat het EU-parlement het compromis zal aanvaarden.
Het PNR-systeem gaat op heel korte termijn van start, zei EU-commissaris Dimitris Avramopoulos. „Iedereen begrijpt dat er geen tijd te verliezen is. Het systeem biedt bescherming aan burgers en respecteert tegelijkertijd hun rechten. Het is een efficiënte manier om grenzen beter te controleren.” De gegevens worden na zes maanden geanonimiseerd, en blijven dan nog 4,5 jaar versleuteld in de database.
De afgelopen tijd, vooral na de aanslagen in Parijs, hameren steeds meer landen op de noodzaak van het systeem, zodat de reisbewegingen van terreurverdachten beter kunnen worden gevolgd. „Terroristen nemen vluchten binnen Europa en we moeten in staat zijn hen te traceren”, zei de Franse minister Bernard Cazeneuve.