Waarschuwing
Hebreeën 4:7
„Zo bepaalt Hij wederom een zekeren dag, namelijk heden, door David zeggende zo langen tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.”
Deze woorden komen, zoals we ook uit de tekst zelf kunnen opmaken, uit het boek der Psalmen. Het is een gedeelte uit een vermaning van de Heere, het Hoofd der kerk, aan de kerk van Israël. Hij brengt in herinnering het lot dat hun ongelovige en opstandige voorouders is overkomen.
Deze woorden worden hier gebruikt als waarschuwing om toch geen misbruik te maken van Gods lankmoedigheid en genade, door de verharding van hun harten vanwege de zonde die zo bedrieglijk is en de ziel verblindt.
Aan Israël was een aanbod van genade gedaan. De Heere had alle dagen Zijn handen uitgestrekt naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk. Zij hadden, door hun ongeloof, geweigerd tot inkeer te komen. Ze hadden niet alleen de profeten omgebracht en degenen die tot hun gezonden waren gestenigd; zij hadden zelfs de enige Heilige en Rechtvaardige gekruisigd. En terwijl zij hierin volhardden, waren zij volledig overgeleverd aan hun goddeloosheid. En daarom zwoer God, in Zijn toorn, dat zij niet zouden ingaan in Zijn rustplaats.
Het is beangstigend als God een mens overgeeft aan zichzelf. Ook als de dag der genade voor eeuwig voorbijgegaan is, terwijl het kortstondige leven hier op aarde nog voortduurt. Ook als de lankmoedige Immanuël niet langer op de deur van ons hart klopt en als Zijn Geest niet langer ons hart bearbeidt.
William Chalmers Burns,
zendingspredikant in China
(”Een ernstige roepstem”, 1840)