Geen patserproject in Rotterdam
Rotterdam heeft geen behoefte aan een ”patserproject” zoals in Arnhem aan de gang is. De suggestie van LR-fractievoorzitter R. Sörensen om het Arnhemse voorbeeld te volgen wijst het college van de hand.
In Arnhem moeten criminelen bij politie, justitie, sociale dienst en Belastingdienst uitleggen hoe ze aan hun dure auto zijn gekomen. Wanneer ze dat niet kunnen aantonen, dan wordt hun voertuig in beslag genomen.
Sörensen vond dat een prima idee om ook in Rotterdam in te voeren. „In de tijd dat ik nog les gaf op school zag ik soms een oud-leerling met een splinternieuwe BMW zijn vriendje komen ophalen. Iedereen wist dat de jongen de school had ingeruild voor een carrière in de drugshandel.” Agenten die zoiets signaleren, zouden dit soort kandidaat-verdachten voor het patserproject moeten kunnen aanmelden, zo vond Sörensen.
Allemaal niet nodig, oordeelt het college. Het patserproject is in Rotterdam al in meerdere varianten aanwezig, meent zij. De gemeente is al actief op het bestrijden van scooteroverlast in de zogeheten Aso-aanpak. Er is het Run Money-laundring, dat kijkt naar onverklaarbaar bezit, er is samen met politie en justitie de persoonsgebonden aanpak van criminele en overlast gevende jongeren en er is het Alijda-project. Daarin werken politie, openbaar ministerie, Belastingdienst, FIOD, sociale dienst, vreemdelingendienst en andere diensten samen om de illegale huisvesting en drugsrunners aan te pakken.