Kerk & religie

Bruidskerk

Psalm 45:11a

Caspar Olevianus
26 November 2015 10:51Gewijzigd op 15 November 2020 23:38

„Hoor, o dochter en zie en neig uw oor.”

Wanneer de mens kiezen moet tussen de vereniging met Christus en Zijn waarheid enerzijds en de vriendschap met mensen anderzijds, is hij –op het gevaar van het verlies van zijn ziel af– gehouden te handelen naar het beginsel: „God zij waarachtig, maar alle mensen leugenachtig” (Romeinen 3:4). Want de eer van de kerk moet niet tot nadeel der waarheid –vooral in hetgeen het fundament der zaligheid betreft– staande worden gehouden.

Christus is er niet om de kerk, hoewel Hij niet is zonder de kerk, maar de kerk is van Christus, door en om Christus. Zo is de kerk de bruid en de dienstmaagd des Heeren (Psalm 45:11, 12). Aan de bruid zijn de talenten van haar Heere toebetrouwd, die zij niet naar haar, maar naar de wil des Heeren gebruiken moet.

Ook onderwerpt Hij Zijn waarheid niet aan de bijzondere inzichten of opvattingen van de mensen, waarmee Zijn eeuwige waarheden staan of vallen zouden. Dat zou immers godslastering zijn. Want aangezien de kerk door de prediking van het Evangelie en de werking van de Heilige Geest –uit een hoop blinden en doden– geroepen en geformeerd wordt (Johannes 5:25; Hand. 26: 18; Jes. 61: 1), zo moet de waarheid Gods dus vooraf zichtbaar worden, vóór de kerk haar begin heeft. Met het Woord Gods wordt zij door de Heilige Geest verlicht. Daarom kan zij die waarheid alleen eerbiedig huldigen en omhelzen en anderen aanprijzen.

Caspar Olevianus,
theoloog te Heidelberg

(”Apostolische Geloofsbelijdenis”, 1573)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer