Biografie: P. Smits, „geef mijn portie maar aan Fikkie”
Hij schokte kerkelijk Nederland door rond Goede Vrijdag in 1959 de verzoeningsleer op de hak te nemen. „Het is ook mijn eer te na, dat iemand voor míjn schuld zou moeten boeten. Ik wens te stáán voor de gevolgen van mijn eigen daden. En geef dan wat Paulus betreft mijn portie maar aan Fikkie.” Hoogleraar Pieter Smits (1906-2002) zou blijvend geassocieerd worden met deze uitspraak.
De vrijzinnig hervormde predikant Pieter (Piet) Smits werd geboren in Vlaardingen, op 18 augustus 1906. Hij studeerde godsdienstsociologie en godsdienstfilosofie in Leiden. In zijn jeugd was hij actief in de Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale. In 1937 werd hij hervormd predikant in Havelte. Daarna volgden Leeuwarden-Huizum (1939) en Enschede (1947). Van 1950 tot 1959 was hij voorganger van de vereniging van vrijzinnig hervormden (Houtrustkerk) in Den Haag.
Smits promoveerde in 1952 bij prof. dr. W. Banning aan de Rijksuniversiteit Leiden op ”Kerk en stad, een godsdienst-sociologisch onderzoek met inbegrip van een religiografie van de industriestad Enschede”. Smits deelde het religieus-socialistische gedachtegoed van Banning, die aanjager was van de vernieuwingsbeweging in de Nederlandse Hervormde Kerk na de Tweede Wereldoorlog en medeoprichter van de Partij voor de Arbeid. In 1958 volgde hij Banning op als hoogleraar in de kerkelijke sociologie. De leerstoel, die hij tot 1976 bezette, werd in 1961 omgedoopt tot godsdienstsociologie.
Rond Goede Vrijdag in 1959 nam Smits in het vrijzinnige blad ”Kerk en wereld” afstand van de verzoeningsleer zoals Paulus die beschrijft. De gedachte dat de mens verantwoordelijkheid draagt, strookt volgens hem niet met de schuldoverdracht op een ander. De synode van de Nederlandse Hervormde Kerk reageerde met de herderlijke brief ”De tussenmuur weggebroken”, waarin gesteld wordt dat plaatsbekleding de kern is van Jezus’ heilswerk. Ook voor Smits had het muisje nog een staartje: de hervormde synode ontnam hem in 1961 zijn emeritaatsrechten. Deze kreeg hij overigens in 1971 weer terug.
In zijn denken werd Smits, die zichzelf in 1934 al kenschetste als „religieus humanist”, beïnvloed door de Duits-Zwitserse filosoof Karl Jaspers (1883-1967). Deze publiceerde ook op het gebied van de theologie. Smits voorspelde al in de jaren zestig van de vorige eeuw dat religie in de westerse samenleving zou ontwikkelen tot het „ietsisme”, een niet-dogmatisch, vaag en op emoties gebaseerd spiritueel gevoel. Ook zelf raakte hij meer en meer los van het christelijke gedachtegoed. Hij schreef over die ontwikkeling in ”Veranderend wereldbeeld, mensbeeld, godsbeeld” (1981).
Hoewel Smits niet echt navolgers had, stond er aan het einde van zijn carrière wel een generatie theologen –Kuitert, Wiersinga, Den Heyer– op die zich op vergelijkbare wijze aan kerkelijke dogma’s probeerde te ontworstelen. Smits was toen al een paar stappen verder. Hij zegde in 1982 zijn lidmaatschap op van zowel de Nederlandse Hervormde Kerk als van de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden.
Piet Smits overleed in Den Haag op 27 maart 2002, twee dagen voor Goede Vrijdag. Hij werd 95 jaar.
Zie ook:
De tussenmuur weggebroken – brief van de generale synode over de prediking van de Verzoening – vanaf blz. 76 (Acta Nederlandse Hervormde Kerk , 30-09-2009)
Omstreden dr. P. Smits geraakte buiten de kerk : Socioloog werd 50 jaar geleden predikant (Reformatorisch Dagblad, 07-01-1987)
Smits verlaat Herv. Kerk (Reformatorisch Dagblad, 29-03-1982)
Prof. dr. P. Smits en de ’nieuwe geest’ (De Waarheidsvriend, 15-07-1976)
Prof. dr. P. Smits: Machovee begrijpt Berkhof beter dan deze zichzelf : “Gelovige” marxistische atheïsten? (Reformatorisch Dagblad, 11-08-1973)
Prof. dr. P. Smits krijgt emeritus-rechten : ,Niet in kader van leertucht’’ (Reformatorisch Dagblad, 05-06-1971)
Prof. Smits wil dialoog vrijzinnigen-gereformeerden (De Waarheidsvriend, 17-04-1969)