Commentaar: Mensen vernietigen het leven, God vernietigt de dood
In de protestantse kerken is het zondag oudejaarsdag. Want zo mag je de laatste zondag van het kerkelijk jaar gerust noemen. Op de zondag voorafgaande aan de eerste adventszondag staan tal van gemeenten stil bij die gemeenteleden die het afgelopen jaar overleden. Het is de zondag dat er in de prediking aandacht is voor het einde van alle dingen. Voor wederkomst en eeuwigheid. Eeuwigheidszondag, heet deze zondag in november ook wel in veel gemeenten.
Het is trouwens best opmerkelijk dat het kerkelijk jaar duidelijk maakt dat de kerk niet achter- maar vóórloopt op de wereld. Terwijl de commercie nog druk is met het sinterklaasfeest, stapt de kerk al over de jaargrens.
Het kan niet anders of juist op deze eeuwigheidszondag is er aandacht voor dat wat er verleden week gebeurde in Parijs. Terroristen die daar vele tientallen mensen doodschoten. Mensen doen mensen de meest vreselijke dingen aan. En niet zelden wordt dan de vraag gesteld waar God is in al dit lijden. Waarom laat Hij dit, en al die andere dingen, toe?
Ook in de christelijke gemeente leven deze vragen. Het laatste wat voorgangers moeten doen, is de gruwelijke scheuren in het menselijk bestaan dichtsmeren met platte waarheden. Waarheden die misschien de vragen wel smoren, maar de achterliggende angst en ontreddering niet wegnemen.
De kerk opent ook op de laatste zondag van het kerkelijk jaar de Bijbel. Ze slaat teksten op in het Oude en het Nieuwe Testament. Ze klaagt en hoopt mee met de dichters van de Psalmen. Ze zingt zichzelf een weg door de tijd naar de toekomst die God belooft. Die maken mensen niet, maar die komt van God.
Welke toekomst? Een toekomst waarbij een kind z’n hand in de bek van een slang durft te steken. Een toekomst waarin rund en leeuw gras zullen eten. Een toekomst waarin zwaarden omgesmeed worden tot ploegscharen.
De christelijke gemeente hoeft de angst niet weg te schreeuwen. Ze zingt van de schuilplaats die er is bij de Allerhoogste en van de schaduw die er is onder de vleugels van de Almachtige.
En wie niet zingen kan omdat het verdriet te zwaar is of te vers, die mag luisteren. Die mag zich laten verzorgen. In Woord en lied. Want ook dat is de functie van de christelijke gemeente: elkaar dragen.
Nog één zondag en dan opent de kerk weer de Bijbel bij de geschiedenissen van Maria en Zacharias. Dan wordt er opnieuw verkondigd dat zij die in God mogen geloven, niet hoeven te vrezen. Dat de dagen van de dood geteld zijn, hoeveel graven er op aarde ook nog gedolven zullen worden. Het is begrensd, gelimiteerd. God heeft in kribbe en kruis een omheining gegeven die de dood niet zal kunnen overschrijden.
Aan het einde van iedere Joodse begrafenis zeggen deelnemers een tekst op uit Jesaja 25, waar geschreven staat dat God de dood zal vernietigen –verslinden, schrijven de Statenvertalers– tot overwinning en iedere traan uit de ogen zal wissen.
Noem het gerust een belijdenis dat, hoezeer mensen ook het leven vernietigen kunnen, God de dood vernietigt. Voor eeuwig.