Dankbaarheid voor vijftig jaar kosterschap
LOPIKERKAPEL. In al die jaren maakten ze negen predikanten mee. Gijs (74) en Letty (73) van Kooten vierden onlangs hun vijftigjarig kosterschap van de hervormde kerk van Lopikerkapel, naast IJsselstein. „We kijken met dankbaarheid terug.”
Op een avond in 1965 werd Gijs van Kooten staande gehouden door wat kerkenraadsleden. „Ze vroegen of ik koster wilde worden.” Gijs en Letty –toen net een paar jaar getrouwd– moesten er even over nadenken. „Mijn opa waarschuwde me nog: je bent straks altijd het knechtje van de gemeente, jongen.” Maar voor het stel was het snel duidelijk: „Dat is echt wat voor ons. We doen het.”
Sindsdien wachten ze in hun kosterskostuum het kerkvolk op. Gijs doet ’s morgens dienst, zijn vrouw ’s avonds. Bij bijzondere diensten komen beiden in actie. „We doen voor iedereen de kerkdeur open. Vaak maken we een praatje. Ja hoor, je hoedje zit goed. Of: je pak staat keurig, zo mag je naar binnen. Leuk, die contacten.” Letty: „Het is zulk mooi werk. Of het een roeping is? Dat is een groot woord, maar we doen het graag. Anders houd je het zo lang niet vol. Als koster hoor je veel. Je weet wat er speelt. Ik bid vaak voor de zorgen die er zijn.”
Tien Geboden
Haar man spreekt met liefde over het fraaie witte kerkje uit circa 1450, waar elke zondag zo’n 200 mensen komen. „Aan de ene kant van de consistoriedeur hangen de Tien Geboden, aan de andere kant de Twaalf Artikelen. Daartussenin –boven de deur– is de maanstand te zien. Heel bijzonder.”
Voor toeristen die de kerk –vooral ’s zomers– bezoeken, heeft Van Kooten nog meer wetenswaardigheden in petto. „In de jaren vijftig is het interieur zo’n 135 graden gedraaid. De huidige consistorie was ooit eigendom van de gemeente. Daar stonden de brandspuit en de cel van de veldwachter. De baron die in Huis te Vliet woonde had destijds zijn eigen bank. Hij bepaalde alles in het dorp. En dus ook in de kerk. Als een dienst te lang duurde, liet hij dat merken door heel nadrukkelijk te kuchen.”
Het belangrijkste deel van het kosterswerk vindt plaats rond de erediensten. „Zaterdagavond hangen we de psalmen op de borden. De liederen van ’s morgens aan de ene, de psalmen voor ’s avonds op de andere kant. Op zondag zijn we een uur voor de dienst in de kerk. Alles moet op tijd klaar zijn. Wij zorgen ook voor het geluid. Er zijn predikanten die prachtig kunnen zingen, maar er zijn er ook bij wie het geluid even wat zachter moet.”
Ook bij kerkelijke activiteiten doordeweeks en tijdens begrafenissen en trouwdiensten is het echtpaar actief. Honderden stelletjes die de afgelopen jaren hun huwelijk in de kerk sloten, spraken thuis bij het kostersechtpaar hun wensen door. „En voor het heilig avondmaal strijken we het tafelkleed en bestellen brood en wijn.” Ze beleefden tijdens hun dienstwerk ook verdrietige momenten. Rond begrafenissen, maar zeker ook toen een predikant net voor het uitspreken van de zegen onwel werd. „Ooit werd een oudere man niet goed. We brachten hem naar de consistorie en belden de ziekenwagen. Hij overleed. Dat is aangrijpend.”
Onlangs werd er tijdens een kerkdienst aandacht besteed aan het jubileum. „We werden in de dienst toegezongen: „Dat ’s Heeren zegen op u daal’.” Dat was mooi.” Maar er was ook ruimte voor een lach. „Dominee Korten zei dat de koster belangrijk is tijdens de kerkdienst. Als wij de geluidsknop uitzetten, is er niets meer te horen. Dat heb ik meteen laten merken”, lacht Gijs.
Opvolger
Tijdens de receptie zat het verenigingsgebouw stampvol en werd het echtpaar overstelpt met kaarten en bloemen. „We zijn heel dankbaar dat we dit al die jaren hebben mogen doen. Het is een deel van ons leven geworden.” Ze gaan nog een poosje door. „Met liefde. Maar we hebben tijdens ons jubileum wel gezegd dat het tijd wordt om naar een opvolger uit te kijken. Dan kunnen we die van lieverlee inwerken. Want de jaren gaan tellen.”