Krijgt de bisschop in de PKN meer macht dan een gewone predikant?

De voorzitter van de nieuw te vormen regionale classes krijgt veel bevoegdheden. Zo kan hij in een bepaalde situatie inderdaad iets doorzetten tegen de wil van een collega-predikant of van een gemeente. „Doorzettingsmacht”, noemde scriba dr. A. J. Plaisier dat donderdag. Maar het is de classis die oordeelt of de beslissing van de bisschop terecht was. De Protestantse Kerk kent immers een presbyteriaal-synodale structuur. Dat wil zeggen dat eindoordelen nooit zijn aan personen, maar altijd aan ambtelijke vergaderingen. Dat blijft zo en is ook hét kardinale verschil tussen een bisschop in de Protestantse Kerk en in de Rooms-Katholieke Kerk.

Overigens kennen meer protestantse kerken de figuur van de bisschop – de Lutherse Kerk en de Anglicaanse Kerk bijvoorbeeld. Ook de Hongaars-Gereformeerde Kerk, waarmee veel Nederlandse kerken contacten onderhouden, heeft een bisschop. En om twee namen uit de historie te noemen: Augustinus en J. C. Ryle waren eveneens bisschop. Pas in de middeleeuwen kreeg deze figuur in de Rooms-Katholieke Kerk de persoonlijke macht die hij nu heeft.

Wie gaat de bisschop benoemen?

De procedure moet nog worden vastgesteld. Maar duidelijk is al wel dat de betreffende classis het orgaan is dat de uiteindelijke beslissing neemt. Waarschijnlijk wordt de procedure vergelijkbaar met de manier waarop de Protestantse Kerk nu de scriba van de landelijke kerk selecteert en benoemt.

De bisschop wordt een man met mantel en mijter?

Nee. De site katholiek.nl twitterde donderdag een plaatje van een mijter met het logo van de Protestantse Kerk erop. „Wen er maar vast aan…” De protestantse bisschop zal echter geen ambt, maar een functie bekleden. „We spreken hem of haar aan als dominee”, zei dr. Plaisier donderdag.

Is het trouwens al zeker dat deze voorzitter de naam bisschop krijgt?

Tijdens de synodevergadering passeerden diverse namen de revue, zoals regiopastor of pastor pastorum. De synodeleden vonden het echter niet juist om nu al een naam te hangen aan een functie waarvan het profiel nog niet is vastgesteld. Daarbij zijn er aarzelingen bij de aanduiding bisschop, omdat de indruk kan bestaan dat zo’n persoon in de kerk de baas gaat spelen. En dat is nadrukkelijk niet de bedoeling.