„Detentie draait niet alleen om vergelding”
De kans dat een gedetineerde die na zijn detentie op straat staat met alleen een plunjebaal en zonder papieren of basisinkomen binnen afzienbare tijd opnieuw de bak in draait, is levensgroot, zegt Benoit Bussink (35).
Als casemanager begeleidt hij gedetineerden in huis van bewaring De Karelskamp in Almelo tijdens hun verblijf in de cel en bij hun re-integratietraject. „We willen een veilige samenleving. Als het in de bajes uitsluitend om vergelding draait, komt een gedetineerde uiteindelijk niet veel beter de gevangenis uit. Ik zoek uit hoe iemand hier verzeild is geraakt en wat zijn persoonlijke omstandigheden zijn. Daarnaast bereid ik hem voor op zijn terugkeer in de maatschappij. Doel is dat de gedetineerde hier niet meer terugkeert.”
Voor Bussink betekent dat vooral het geven van praktische hulp. „Iemand die geen ID-kaart heeft, kan geen uitkering aanvragen. Het risico is dan groot dat een ex-gedetineerde zonder basisinkomen al snel weer terugvalt in zijn oude gedrag. Veel gedetineerden kampen met schulden. Ik neem hun geen werk uit handen, maar ik probeer hun zelfredzaamheid te bevorderen.”
Samenwerking met de reclassering, gemeente en woningstichting is van groot belang, aldus Bussink, die verantwoordelijk is voor de volledige detentieperiode van 36 gedetineerden en de directie adviseert over bijvoorbeeld verloven.
Het directe contact met gedetineerden bevalt Bussink goed. „Het zijn gewoon mensen die ik behandel zoals ik zelf behandeld zou willen worden.”
Om zijn werk goed te kunnen doen, weet Bussink álles van zijn groep gedetineerden. Hij kan niet ontkennen dat hij soms een knop moet omzetten om objectief met de gedetineerden om te gaan. „Vooral bij zedendelinquenten moet ik mijn gevoel uitschakelen. Sommigen weten zich in een slachtofferrol te manoeuvreren, terwijl ze buiten de gevangenismuren slachtoffers voor het leven hebben getekend. Daarom is het goed dat er tegenwoordig –als het bijvoorbeeld gaat om verlof van een gedetineerde in de wijk waar zijn slachtoffer woont– veel meer aandacht is voor de belangen van slachtoffers van geweldsdelicten.”
Feitelijk is het echter niet van belang wat iemand heeft misdaan. „Moord of diefstal maakt voor de uitoefening van mijn vak uiteindelijk geen verschil.”
Bussink kan werk en privé goed scheiden, zegt hij. „Slechts zelden spookt de zaak van een van mijn gedetineerden ook thuis nog door mijn hoofd. Dan gaat het bijvoorbeeld om schrijnende gevallen of om iemand die gruwelijke misdrijven heeft gepleegd. Als ik ’s middags op de fiets naar huis stap, waait het meeste wel weer van me af.”
Dit is het derde deel van een serie over het huis van bewaring in Almelo.