„De president van Haïti heet Aristide en hij is door zijn volk gekozen. Hij is ontvoerd door soldaten uit het land dat over de hele wereld democratie predikt”, zei Chavez. Hij heeft de Verenigde Staten ook herhaaldelijk beschuldigd van pogingen hem ten val te brengen.

Aristide is sinds maandag in Jamaica, waar hij tijdelijk politiek asiel heeft gekregen. Uit protest tegen dat besluit van de Jamaicaanse regering heeft Haïti zijn ambassadeur uit Kingston teruggeroepen.

Aristide vertrok eind vorige maand uit Haïti, nadat gewapende opstandelingen de hoofdstad Port-au-Prince hadden omsingeld. Hij heeft enige tijd in de Centraal-Afrikaanse Republiek gezeten en is nu in Jamaica. Wat zijn definitieve ballingsoord wordt is nog altijd niet bekend.

De nieuwe Haïtiaanse premier Gérard Latortue is klaar met het vormen van een overgangsregering. Het kabinet telt dertien leden, onder wie drie vrouwen. Dat maakte de nieuwe minister zonder portefeuille Robert Ulysse dinsdag bekend.

De ministersploeg bestaat voornamelijk uit technocraten uit kringen rond de voormalige oppositie tegen de verdreven president Jean-Bertrand Aristide. Geen van de bewindslieden is verbonden aan een politieke partij. Latortue werd bij de vorming van zijn regering bijgestaan door een commissie van zeven ”wijze mannen”.

Ex-premier Yvon Neptune waarschuwde voor nieuwe onlusten in verband met de uitsluiting van de voormalige regeringspartij.

Ex-generaal Hérard Abraham (63) wordt minister van Binnenlandse Zaken. De 55-jarige rechtsgeleerde Bernard Gousse krijgt Justitie en Openbare Veiligheid onder zijn hoede. De portefeuille Buitenlandse Zaken gaat naar de 66-jarige econoom Yvon Siméon. Henri Bazin (70) wordt minister van Economische Zaken en Financiën.

De enige vrouwelijke minister is Adeline Magloire Chancy. Zij wordt minister voor Vrouwenzaken. Zij zat in de jaren negentig ook al op een hoge regeringspost en wordt als enige lid van de nieuwe regering in verband gebracht met Aristides Lavalas-partij.

Zes staatssecretarissen completeren de regeringsploeg, die volgens Ulysse vanochtend zou worden beëdigd door president Boniface Alexandre.