Ode aan een lange populierenlaan
WAGENINGEN. De langste populierenrij van Nederland wordt gekapt, alle 900 bomen. Het beeldbepalende landschapselement verdwijnt uit natuurgebied Binnenveld bij Wageningen. Als monument voor de bomen verschijnt woensdag het boek ”Het ruisen van de populieren”.
De populierenlaan, die zich over ruim 3 kilometer uitstrekt, werd kort na de Tweede Wereldoorlog aangeplant. Dood hout en afgebroken takken vormen volgens de gemeente Wageningen de laatste jaren „een toenemend veiligheidsrisico”, zeker bij storm. Na de kap van de populieren komen er iepen, populieren, zwarte elzen, treurwilgen en berken voor terug. Voor een deel worden er losse bomen en struiken geplant om het oorspronkelijke open karakter van het Binnenveld te herstellen.
Bij het afscheid van de bomenrij bundelden publicist Wim Huijser en natuurgeluidenspecialist Henk Meeuwsen verhalen, beschouwingen, foto’s en gedichten van vooral mede-Wageningers over de karakteristieke bomenrij. Een ode noemen ze het boek dat ze in eigen beheer uitgeven (met cd, ISBN 978 90 9029294 6, € 19,95). Huijser verzorgde al meer publicaties op het snijvlak van landschap en verhalen. „Een bijzondere boom is de populier niet echt. De majestueuze laan maakt het zo prachtig.”
De publicist weet: „Heel veel mensen in de omgeving bewaren bijzondere herinneringen aan de bomen. Ze hebben er in alle weersomstandigheden gewandeld, gewerkt, gefietst, hardgelopen, geskeelerd of in stilte voor zich uit staan turen over het Binnenveld. Velen spreken over de kathedraal als ze de bomenrij bedoelen. Dat getuigt van de overweldigende indruk die het langgerekte bladerdak en de stammen als zuilen op passanten maken.”
Hij vervolgt: „Een wandeling of fietstocht over de Veensteeg ervaren de meeste mensen als een reis door een tunnel waaraan geen einde lijkt te komen. Die twee woorden, kathedraal en tunnel, vallen vaak als inwoners van Wageningen het over de populieren hebben.”
Thuis
Dagbladjournalist Eric Wijnacker speelde er als kleuter in de jaren zestig met buurjongen Kees. „In mijn herinnering waren het toen al enorm hoge populieren. Al noemde ik ze, als oer-Wageninger, natuurlijk gewoon peppels. Wanneer ik als klein jochie ging vissen in de Grift of fietsen in het Binnenveld wist ik: bij die hoge bomen, daar is mijn thuis.”
Johan Saleming was jarenlang boombeheerder bij de gemeente Wageningen en controleerde de bomen geregeld. „Wilde je halverwege iets over een boom aantekenen, dan kon het gebeuren dat je de tel kwijt was. Dan kon je weer teruglopen om opnieuw te beginnen. Ik kwam toen op het idee om na elke twintig bomen een merk te plaatsen: een geel plaatje met een nummer. Zo konden we vanaf dat plaatje het nummer van de boom bepalen.”
Schaapherder Marjel Neefjes vertelt dat ze het altijd prachtig vond om met haar kudde tussen de populieren door te wandelen. „In het voorjaar blèren de lammetjes, die vaak een beetje achter blijven, om hun moeders: mammie, loop toch niet zo snel! De ooien blaten diep terug. En dat in tweehonderdvoud. In die kathedraal van stammen en takken klinkt dat gemekker nog jammerlijker dan in het open veld.”
Vogelonderzoeker Hendrik van Nie bracht vele uren door onder het ritselend bladerdak. „Daar, in de kronen van de oude populieren, broedden in kraaiennesten mijn lievelingsvogels: de boomvalken.” Toch was Van Nie voorstander van kappen.
„Nieuwe kansen, nieuwe geluiden. De roep van de steeds meer bedreigde grutto lokte. De muur van groen die dit open landschap van het Binnenveld doorsnijdt, maakt het voor grutto’s ongeschikt. Hier lag een kans om het landschap te herstellen. En de boomvalken dan? Die broeden net zo lief in een hoogspanningsmast.”
Henk Meeuwsen heeft ondertussen wat aan de populierenlaan gerekend. „Als we alle bomen met voet tegen kruin achter elkaar leggen, krijgen we een rij van 27 kilometer. Van populieren kun je ook klompen maken. Deze bomen samen zouden ongeveer 206.757 paar klompen opleveren. Als alle bezitters van deze klompen bij je op de koffie komen en hun schoeisel voor de deur zetten, krijg je een rij van 34 kilometer klompen.”
Ritselend blad als muziek
Een kerkklok, merels, zanglijsters, tjiftjafs en nijlganzen, een groene specht, joggers en fietsers, een skater, kikkers, een hond, kalveren in een stal en vooral ruisende bomen. Henk Meeuwsen legde „24 uur natuurgeluiden in en om de populieren” vast op een cd die bij het boek is gevoegd.
Meeuwsen maakte de opname eind juni. „Het blad van de populieren moest volgroeid zijn. Dan ritselt het beter”, had hij vooraf bedacht.
Van elk uur zijn enkele minuten te horen. „De wind deed het fantastisch. Eerst liet hij, nog een beetje schuchter, de populierenblaadjes zacht sissen. Later werd dat ritselen, ritselen werd ruisen en ruisen werd –daar hebben we geen woord voor– harder ruisen. Korte adempauzes van de wind maakte het nog mooier, vind. Windvlagen trokken als golven door de populieren.”
Henk Meeuwsen legde 24 natuurgeluiden in en om de populieren vast op een cd.