„Sterven moet een plaats in de preek krijgen”
APELDOORN. Moeten de dood en het sterven in de preek en de theologie aan de orde komen? „Ja”, zei dr. M. J. Kater zaterdag op een studiedag van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). „In de preek staat de Opgestane uit de doden centraal. Daarom moet er een hechte en wederkerige verbinding worden gelegd tussen het gedenk te leven” en het ”gedenk te sterven”.”
De TUA hield zaterdag samen met de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding (NGP) in Apeldoorn een studiedag over ”Sterven in Bijbels perspectief”. Er waren zo’n 200 deelnemers.
Dr. Kater, docent praktische theologie aan de TUA, belichtte het onderwerp vanuit gereformeerde optiek, en wel vanuit de trits ”uittocht, doortocht en intocht”. Dr. Kater: „Deze beelden van uittocht, doortocht en intocht lenen zich goed voor de beschrijving van het christenleven dat begint bij een bevrijding uit de zondeslavernij en eindigt bij het sterven, dat een intocht is.” Hij wees op de Bijbelse verbanden tussen de doortocht door de Rode Zee, de doop en het daaraan verbonden „afstervingsproces.”
Hizkia
Dr. J. Dekker, bijzonder hoogleraar op de Henk de Jongleerstoel vanuit de NGP, stelde in zijn lezing getiteld ”Hizkia’s angst om te sterven” dat sterven in het Oude Testament niet als probleem werd gezien. „De dood is algemeen geaccepteerd”, aldus dr. Dekker, „mits er sprake is van een bevredigend aantal levensdagen en een uitzicht op nageslacht. Rechtvaardigen mogen een lang leven verwachten, alleen het leven van goddelozen wordt verkort.” Volgens dr. Dekker is de dood en het dodenrijk naar oudtestamentische opvatting het missen van de gemeenschap met de Heere. „Uitgezonderd enkele wat voorzichtig tastende toespelingen naar gene zijde van de dood, kent het Oude Testamant geen leven na de dood”, aldus dr. Dekker.
De lezing ”Dood en sterven in het Nieuwe Testament” van dr. T. E. van Spanje, docent Nieuwe Testament aan de TUA, was voornamelijk gebaseerd op 2 Korinthe 4 en 5. Dr. Van Spanje gaf in negen stellingen het nieuwtestamentische spreken over sterven weer. „Paulus ziet het sterven als een verhuizen vanuit het buitenland naar het Thuisland. Het sterven van een christen staat in eschatologisch perspectief: een hoopvol uitzien naar de voltooiing van Gods Koninkrijk.”
Begrafenissen
Drs. C. T. de Groot, docent homilitiek aan de NGP, sprak over kerkelijke begrafenissen. In navolging van de Dordtse Kerkorde (DKO) werd de begrafenis aanvankelijk louter als familieaangelegenheid beschouwd. „Vanaf 1960 kregen de kerkelijke begrafenissen een ander karakter. De zwarte kleding verdween en de begrafenispreek zonder enige verwijzing naar de overledene maakte allengs plaats voor de hedendaagse praktijk van een begrafenisplechtigheid met veelkleurige deelnemers.”
De TUA-hoogleraren dr. H. J. Selderhuis sprak over ”Calvijn en het sterven” en dr. C. G. den Hertog behandelde het thema ”Welstervenskunst” vanuit de Heidelbergse Catechismus in het verband van de kerkorde van de Palts. NGP-docent dr. A. van der Dussen uit Eindhoven besprak het thema ”Sterven” in enkele Bachcantates.