Onderzoek naar verdacht sterfgeval
De rechtbank in Arnhem heeft dinsdag een onderzoek gelast naar de motieven die de 36-jarige T. D. uit Tiel gehad kan hebben om zijn 43-jarige levenspartner Paul Smit te vermoorden. Het sterfgeval liet zich aanvankelijk als zelfmoord aanzien.
Het slachtoffer werd op 17 juni dood aangetroffen met over zijn hoofd een plastic zak met een koord. Artsen constateerden zelfmoord. Een halfjaar na zijn dood werd plotseling zijn partner door justitie aangehouden.
De rechtbank wil nu weten wat er in een eventueel testament staat en wie de erfgenamen zijn. Ook willen de rechters laten onderzoeken wie de afscheidsbrief heeft geschreven die bij het slachtoffer werd aangetroffen. Verder wil de rechtbank onder meer weten welke verblijfsstatus de Servo-Kroatische D. heeft gekregen na het overlijden van zijn partner.
Bij autopsie vonden dokters een hoge concentratie van het slaapmiddel Nitrazepam in het bloed van het slachtoffer. Zij concludeerden zelfmoord, maar familie en vrienden uitten ernstige twijfels. Justitie stelde een halfjaar later alsnog een onderzoek in.
Volgens officier van justitie mr. J. Boon moet het slachtoffer door deze grote hoeveelheid slaapmiddelen in onmacht zijn geraakt en kon hij daardoor onmogelijk de plastic zak over zijn hoofd trekken. Hij verdenkt D. ervan dat hij zijn partner wilde doden, omdat deze van hem wilde scheiden.
D. ontkent. Zijn raadsman mr. R. Teekens hield de rechters voor dat het slachtoffer suïcidaal was, hiv-besmet en ook nog leed aan lymfeklierkanker en dat hij daarom zelfmoord pleegde. Volgens hem is er geen motief en zijn er geen bewijzen.
De strafzaak is aangehouden tot 29 juni.