Kerk & religie

Zeeuwen al vroeg voor nadere reformatie

BRIELLE. Zeeuwse predikanten hadden het al in 1573 over een nadere reformatie, aldus prof. dr. Fred van Lieburg. De hoogleraar religiegeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam sprak vrijag in Brielle tijdens een symposium ter gelegenheid van de uitgave van het tiende deel van de Classicale Acta 1573-1620.

Van een medewerker
6 November 2015 21:01Gewijzigd op 15 November 2020 23:09
In het raadhuis van Brielle, bij de Markt, werd vrijdag het boek ”De classis Brielle 1574-1623” gepresenteerd. Samensteller is dr. Wim Visser (midden). beeld Roel Dijkstra
In het raadhuis van Brielle, bij de Markt, werd vrijdag het boek ”De classis Brielle 1574-1623” gepresenteerd. Samensteller is dr. Wim Visser (midden). beeld Roel Dijkstra

Samensteller dr. Wim Visser 
overhandigde het boek ”De 
classis Brielle 1574-1623” aan 
drs. Gregor Rensen, burgemees-
ter van Brielle, en mr. Tertius Abbo, preses van de classis Brielle in de Protestantse Kerk in Nederland. Het boek is er een in een reeks die is uitgegeven door 
het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. De bijeenkomst stond onder lei-
ding van prof. dr. Marjolein 
’t Hart van dat instituut.

De aanbieding vond plaats op een historische plek: het raadhuis van Brielle bij de Markt. Hier kwam Jan Pieterszoon Koppelstok op 1 april 1572 binnenlopen met de mededeling aan het stadsbestuur dat de geuzen de stad opeisten. Brielle was de eerste stad die koos voor de prins van Oranje. Het ontlokte aan dr. Visser de opmerking dat hij hier niet gestaan zou hebben als de wind op 1 april 1572 uit een andere hoek had gewaaid. De geuzenvloot was namelijk onbedoeld afgedreven naar de Maasmond.

Hervormingsoffensief

Dat de wind toen ook in figuurlijke zin uit een andere hoek begon te waaien, toonde prof. Van Lieburg aan. Hij wees erop dat Filips II, de heer van de Nederlanden, en de Rooms-Katholieke Kerk in de tweede helft van de zestiende eeuw bezig waren aan een kerkelijk hervormingsoffensief. Daarbij werden onder meer nieuwe grenzen voor de bisdommen vastgesteld en kwam er meer toezicht op leer en leven van de mensen, wat bijvoorbeeld leidde tot een kerkvisitatie van Brielle in 1571.

De calvinistische tegenbeweging in Holland was echter niet meer te stoppen. Nadat de geuzen in 1572 Brielle hadden ingenomen, verklaarden veel Hollandse steden zich voor de prins. Al een jaar later kwam er een verbod op de uitoefening van de rooms-katholieke godsdienst in Holland. Nog een jaar later vond de eerste vergadering van de classis Brielle, die Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee omvatte, plaats.

Er gingen stemmen op om een provinciale vergadering in Brielle te houden, aldus prof. Van Lieburg. Twee Zeeuwse predikanten, uit Vlissingen en Veere, bepleitten in een brief van 15 december 1573 aan een ambtgenoot in Delft een vergadering over een „exacte” reformatie in Brielle. Op de achterkant van de brief die in een Delfts archief bewaard wordt, staat dat het gaat om een brief over een nadere reformatie.

En dat is precies wat bedoeld wordt, zei prof Van Lieburg. „Het betreft hier een nadere reformatie, zoals later voorgestaan is door Willem Teellinck. Teellink verwijst hiernaar als hij dan zegt dat een „verdere” reformatie al vijftig jaar geleden begonnen is.”

Dr. Visser ging vooral in op de remonstrantse twisten aan het begin van de zeventiende eeuw. Hij maakte duidelijk dat de overheid een stevige vinger in de pap had bij het beroepen van predikanten. Tegen de zin van de classis Brielle in werden diverse remonstrantse predikanten beroepen, waarna de contraremonstranten zich apart gingen organiseren en er twee classes Brielle ontstonden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer