Dat bleek vrijdag uit een peiling die Mezzo, een vereniging van mantelzorgers, tussen 19 en 29 oktober uitvoerde onder 473 mantelzorgers. Volgens Mezzo is er sprake van een stijgende trend: zowel een jaar geleden als in afgelopen maart hadden gemeenten nog maar zo’n 38 procent van de mantelzorgers in beeld.

Mezzo plaatst daarbij wel de kanttekening dat het contact tussen gemeente en mantelzorger nogal eens oppervlakkig dreigt te blijven. Uit aanvullend onderzoek zou blijken dat bijna de helft van de mantelzorgers nog geen uit­nodiging krijgt om aanwezig te zijn bij het gesprek waarin de gemeente de patiënt informeert over de professionele zorg waarvoor deze in aanmerking komt.

Volgens Mezzo is dat opmerkelijk, aangezien veel gemeenten tegenwoordig een zwaarder beroep op mantelzorgers doen dan voorheen. In het gesprek over de professionele zorg dient bovendien aan de orde te komen hoe de mantel­zorger zo goed mogelijk door de gemeente kan worden onder­steund.

In het onderzoek is verder nagegaan waar het zwaarder belasten van mantelzorgers in de praktijk op neerkomt. Van de ondervraagden geeft 56 procent aan meer te zijn gaan doen, sinds dit jaar tal van nieuwe zorgwetten van kracht werden. Ruim 30 procent geeft aan te hebben meegemaakt dat er juist meer professionele hulp beschikbaar kwam.

Iets meer dan de helft van de mantelzorgers ervaart het vrijwilligerswerk dat zij doen als een zwaardere belasting dan voorheen. Ruim 63 procent geeft daarbij aan dat die hogere belasting tot problemen leidt.

Volgens directeur Hoogendijk van Mezzo moet dat percentage omlaag. „In mijn ogen kan dat wanneer gemeenten met alle mantelzorgers een open gesprek willen voeren over de vraag waar zij mee geholpen zijn.”