Amerikaans religieonderzoek geen reden tot paniek
Het godsdienstige landschap van de Verenigde Staten verandert in snel tempo. De groep niet-religieuzen groeit snel, terwijl de traditionele kerken veel leden verliezen. Maar reden voor paniek is dat niet. Het aantal betrokken kerkleden blijft nagenoeg gelijk. En ze lijken overtuigender christen te zijn dan voorheen.
Worden de Verenigde Staten steeds minder religieus? Een eerste blik op het dinsdag verschenen onderzoek van het Pew Research Center onder 35.000 Amerikanen doet dat wel vermoeden. Het aantal mensen dat geen godsdienstige binding heeft, steeg van 16 procent in 2007 naar 23 procent nu. Het gaat dan om bijna 75 miljoen Amerikanen. De grote gevestigde kerken, zowel protestants als rooms-katholiek, kampen ieder jaar weer met groot ledenverlies.
Kerkgang
Toch is er sinds 2007, toen het Pew Research Center zijn eerste grote onderzoek publiceerde, in de kerkgang en betrokkenheid van protestantse christenen niet heel veel veranderd. Het percentage mensen dat zegt in God te geloven, dagelijks te bidden en regelmatig naar de kerk te gaan, is de afgelopen jaren nauwelijks gedaald.
Dat er geen sprake is van een enorme daling van het aantal protestantse kerkgangers in Amerika, bevestigen de cijfers van onderzoeksbureau Gallup en het gerenommeerde General Social Survey (GSS). Het niveau van kerkbezoek neemt enigszins af, maar is ongeveer vergelijkbaar met dat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. De afgelopen veertig jaar slonk het aantal kerkgangers slechts van 23 naar 20 procent.
Wat ook bleef, is de betrokkenheid van vooral evangelicale christenen. Die vormen inmiddels de grootste kerkelijke groepering in de Verenigde Staten, zo blijkt uit het Pew-onderzoek. Zowel in 2007 als nu zegt ongeveer acht op de tien evangelicalen het geloof „heel belangrijk” te vinden. Het percentage dat dagelijks bidt (78 procent in 2007) nam zelfs licht toe.
Iets meer evangelicale christenen geven ook aan ten minste iedere week uit de Bijbel te lezen. Tien jaar geleden lag dat percentage op 60 procent, nu is dat 63 procent. Hetzelfde geldt voor de deelname aan een gebedsgroep of Bijbelstudie (van 41 procent naar 44 procent) en het „delen van het geloof met anderen” (van 34 procent naar 35 procent). De getallen liggen weliswaar dicht bij elkaar, maar van een neergaande lijn is in ieder geval geen sprake.
Praktiserend
Het Pew-onderzoek maakt duidelijk dat zo’n driekwart van de Amerikaanse bevolking zich christen noemt, maar dat een kwart daadwerkelijk praktiserend is. Het lijkt erop dat mensen steeds bewuster een keuze maken: blijf ik lid van de kerk waar ik nooit kom of laat ik me uitschrijven? De vanzelfsprekendheid om zich christen te noemen, is voorbij.
„Geen enkele serieuze onderzoeker denkt dat het christendom in Amerika stervende is”, zegt Ed Stetzer, directeur van het evangelicale onderzoekscentrum LifeWay Research, in een reactie. „Wat Pew laat zien, is niet dat de doodsklok van het christendom aan het luiden is. Het onderzoek is opnieuw een aanwijzing dat het christendom in Amerika zuiverder wordt. Amerikanen die in naam christen waren, gooien die naam weg. Ze maken nu openbaar wat ze al die tijd eigenlijk niet hebben geloofd.”
Zie ook:
pewforum.org voor het rapport
Christendom VS heus niet in vrije val, Reformatorisch Dagblad (21 mei 2015)
Vanzelfsprekendheid christen-zijn in VS neemt rap af, Reformatorisch Dagblad (12 mei 2015)