Overlevende brand Roemenië: Er ging een vuurstorm over ons heen
HEERENVEEN. Ronduit lugubere momenten. Die doorstond Willem Reek (47) uit Heerenveen. Hij kwam vorige week vrijdagavond levend uit de vuurzee in een uitgaansgelegenheid in de Roemeense hoofdstad Boekarest.
Kuchend moet Reek zijn schokkende verhaal woensdaggochtend per telefoon af en toe onderbreken. Zijn longen kregen vorige week vrijdagavond een opdoffer. Hij brak een onderarm en kreeg brandend plastic in zijn ogen. Maar de Heerenvener overleefde de ramp in Boekarest. Daarbij vielen zeker 32 doden en raakten tientallen mensen (zwaar)gewond.
Reek, vader van drie kinderen, is innovatiestrateeg en werkt voor de overheid. Hij moet onder meer samenwerking tussen Noord-Oost-Roemenië en Noord-Nederland bevorderen en de Roemenen helpen bij de opbouw van hun land. „Ik had de afgelopen tijd bijvoorbeeld overleg met de gezondheidszorg, boeren en kerken in Roemenië.”
De ambtenaar ging vrijdagavond „op uitnodiging” naar een optreden van een rockband. „Ik ben bevriend met een van de leden van de band. Die bestaat uit jonge mensen met een docterstitel. Het zijn intellectuelen die proberen Roemenië op te bouwen. Ze leveren in hun muziek kritiek op de Roemeense autoriteiten en op corruptie in het land. Het concert vond plaats in een soort poppodium, een theaterruimte. In de zaal staan tafels en stoelen en aan de zijkant bevinden zich studio’s waar mensen muziek kunnen opnemen. Naar mijn inschatting waren er vooral intellectuele dertigers aanwezig, mensen die echt wat voor Roemenië betekenen.”
Deur versperd
Tot zijn schrikt merkt de Heerenvener vrijdagavond rond tien uur dat er brand uitbreekt in de zaal. „Ik zag een vlammetje langs een pilaar gaan. Er wordt gezegd dat de brand onstond vanwege vuurwerk dat op het podium werd afgestoken, maar ik heb daar mijn twijfels over. Het zou ook kortsluiting geweest kunnen zijn. In ieder geval stond het plafond snel in brand. Ik riep tegen een vriend: „Eruit!” Mensen begonnen te rennen naar de uitgang. Er was paniek.”
Reek slaagt erin de garderobehal te bereiken. Een ruimte van ongeveer zes bij acht meter. Maar in die brandende ruimte kan hij niet verder vluchten, naar buiten toe. Hij zit er zo’n twintig minuten vast. In de val.
Twintig lugubere, verschrikkelijke minuten zijn het. „In de garderobehal bevindt zich één deur, van ongeveer 2 bij 2 meter, naar buiten. Maar die deur was versperd. Er lagen mensen voor. Die waren gestruikeld. Zelf belandde ik op mijn rug op de grond. Er liepen mensen over me heen. Er was vuur en zwarte rook. Op een gegeven moment voelde ik een soort drukgolf, het leek op een explosie. Er vielen mensen op mij. Er was hevige paniek. De druk was immens. Je kunt het je niet voorstellen. Je voelt je net een sinaasappel die wordt uitgeperst. Er lagen vijf lagen mensen op mij.”
Vuurstorm
In de verstikkende rook vecht Reek voor zijn leven. „Er ging een soort vuurstorm over ons heen. Het werd steeds heter, er stond steeds meer verstikkende rook in die garderobe. Er lag een man met zijn buik bovenop mij. Ik voelde zijn lichaam schokken. Ik voelde hem stikken. Ik probeerde met een paar vingers zijn lichaam te verschuiven, zodat ik meer overlevingskansen had. Daarbij brak ik mijn onderarm. Op mij vielen brandende stukjes plastic en verbrand haar van de mensen boven mij.
Ik had de tegenwoordigheid van geest om niet diep adem te halen, vanwege de schadelijke rook. Ik heb mijn buikspieren aangespannen. Met mijn ellebogen stutte ik mijn borstkas, in een poging te voorkomen dat ik zou worden geplet. Ik slaagde erin een metalen asbak op de grond te pakken en die voor mijn gezicht te houden. Als een afweermiddel tegen het vuur en de rook.
Later hoorde ik dat een vriend heeft geprobeerd de deur naar buiten vrij te krijgen. Met drie mensen hebben ze geprobeerd om iemand uit de massa mensen die voor de deur lag, weg te trekken. Maar het lukte niet. De druk was zó groot.”
Longen leeggebraakt
Uiteindelijk weet de brandweer Reek te bevrijden. „Ik werd onder een stapel dode lichamen weggehaald. Mensen waren verbrand, gestikt. Buiten heb ik mijn longen leeggebraakt. Ik spuugde zwarte golven water en slijm. Ik werd naar een militair hospitaal gebracht. Daar kreeg ik diverse onderzoeken en ben ik vijf uur behandeld. Zo werden verbrande stukjes plastic uit mijn ogen gehaald.”
De Heerenvener komt erachter dat zijn vriend uit de rockband en diens vriendin onder de dodelijke slachtoffers zijn. „Ze zijn dinsdag begraven.”
Reek zelf vliegt de zaterdag na de brand terug naar Nederland. „Die vlucht had ik al eerder gepland.”
Zelf liep Reek brandwonden aan zijn oren op, een gebroken onderarm en is zijn lichaam „helemaal beurs.” Hoe hij er psychisch aan toe is? „Ik ben voortdurend bij zinnen, maar ergens weet ik dat er iets niet klopt.”
Verzorging
Reek hoopt dat de Nederlandse autoriteiten snel hulp bieden aan Roemenië, nu er tientallen (zwaar)gewonde slachtoffers in ziekenhuizen liggen. „De prioriteit moet nu liggen bij de verzorging van mensen die in levensgevaar verkeren. Ik denk dat Roemenië nu vanuit het buitenland extra chirurgen kan gebruiken.”
Is hij kwaad op autoriteiten en de clubeigenaar die een loopje namen met de brandveiligheid? „Die kwaadheid zal ik best wel ergens voelen. Maar mensen maken fouten. Roemenië is een land in opbouw. Mensen doen hun best, maar van professioneel handelen van de overheid is geen sprake. Veel ambtenaren hangen als het ware nog aan het regime van de vroegere communistische leider Nicolae Ceaușescu. Ze handelen niet professioneel.”
Ambtenarij
Wat vindt Reek van het woensdag aangekondigde aftreden van de Roemeense premier Ponta vanwege de ramp? „Laat hij de rest van zijn departement dan ook meenemen. Feit is dat veel overheidsorganen in Roemenië blijven hangen in ambtenarij en alleen maar het aanwijzen van problemen. Zonder echt misstanden aan te pakken. Dat geldt voor alles. Ook voor controle van bijvoorbeeld de veiligheidssituatie in horecagelegenheden. Er wordt misschien af en toe een prikactie georganiseerd, maar daar blijft het bij.”