Dankdag
1 Petrus 5:7b
„Want Hij zorgt voor u.”
Wie heeft er zorg voor ons gedragen gedurende de vele nachten dat wij sliepen? Wie heeft er voor ons gezorgd zo vaak wij ons werk verricht, gespeeld en al die ontelbare dingen gedaan hebben, waarbij wij in het geheel niet aan onszelf dachten? Of anders gezegd: Als het gaat over zorg dragen voor onszelf, is het werkelijk zo dat wij daar zo veel tijd aan besteden? Moet zelfs een vrek, hoewel hij eropuit is geld te winnen, niet bij tijden midden in zijn bezigheden zijn zorg laten varen?
Zo zien we dat alle zorg voor ons –of wij het willen of niet– alleen van God neerkomt en dat wij slechts zeer zelden aan onszelf overgelaten zijn.
Slechts zo nu en dan laat de Heere God ons aan onszelf over om ons te leren Zijn goedheid te belijden en om ons te laten zien welk een groot verschil er is tussen Zijn zorg en de onze.
Vandaar dat Hij ons soms met een of andere lichte ziekte of iets anders wat onaangenaam is op de proef stelt. Dan doet Hij alsof Hij op dat moment niet voor ons zorgt, hoewel Hij in werkelijkheid altijd voor ons zorgt.
Als blijk daarvan verhindert Hij dat de vele onheilen die van alle kanten ons bedreigen ons allen tegelijk zouden overvallen. Zo beproeft Hij ons als Zijn lieve kinderen.
Maarten Luther, reformator te Wittenberg
(”Het troostboekje”, 1521)