„Gruwelijke foto moet ongewijzigd blijven”
Moeten gruwelijke nieuwsfoto’s in de krant? Ja, want het is de werkelijkheid, zegt de één. Bespaar het ons, zegt de ander. Sinds de ramp in Madrid woedt er een discussie over een nieuwe tussenweg: het digitaal manipuleren van een bloedige foto.
Uiteengereten lichamen in Madrid, vallende mensen van de Twin Towers, een ontzielde Pim Fortuyn. Diverse gruwelijke nieuwsfoto’s komen er jaarlijks bij krantenredacties binnen. De ene krant vindt zo’n foto te ver gaan, de ander neemt hem na overleg toch mee.
De discussie over nieuwsfoto’s is niet nieuw. Maar sinds de ramp in Madrid is er een nieuw element aan toegevoegd. Mag je een foto digitaal manipuleren om hem zodoende minder gruwelijk te maken? Ja, vonden vijf grote Engelse kranten, en retoucheerden een bloederig lichaamsdeel weg op hun voorpaginafoto. In Nederland deed De Stentor, een grote regiokrant van het Wegener-concern, hetzelfde. Het lichaamsdeel was wel voorop de Volkskrant te zien.
Betutteling van de lezer? Hoofdredacteur van de Stentor, Alex Engbers, kreeg er van zijn eigen krant vragen over. „Ik ben tevreden dat onze lezers gevrijwaard zijn gebleven van de details van de gruwelijkheden”, legde hij maandag in de krant uit. „We kregen er complimenten over.”
Kreeg de Stentor lof toegezwaaid, bij de Volkskrant regende het klachten. Met name de foto op het tweede katern riep de weerzin van de lezers op. Te zien waren twee lichamen. Het ene onherkenbaar, het andere geknakt als een grote lappenpop tussen de verwrongen treindelen.
De discussie over het al dan niet tonen van gruwelen is niet nieuw. Volkskrant-ombudsman Meens herinnert zich de dezelfde discussie rond de schokkende foto’s van de dode Pim Fortuyn. Goedkoop effectbejag? Nee, zegt Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Broertjes: „Het is een historisch moment. De schokkende foto toonde aan hoe verschrikkelijk de gebeurtenis was.” Ook de gruwel van nieuws moet worden getoond, bedoelt Broertjes maar te zeggen. „Niet plaatsen is de weg van de minste weerstand.”
Maar mag het manipuleren van foto’s? Chef-redacteur van het Reformatorisch Dagblad Hans Leune is het met veel van zijn collega’s eens. „Retoucheren kan niet. Dan moet je de foto maar niet plaatsen. Dat doen we dan ook vaak niet.” Het RD is volgens hem zeer terughoudend in het tonen van dode lichamen. „Tenzij we er echt niet omheen konden, bijvoorbeeld met de genocide in Rwanda. Ik denk dat het in 25 jaar maar drie of vier keer is voorgekomen.”
Stelregel is volgens hem het mijden van elke vorm van sensatie. „Een foto uit Spanje van een jongen met zwaar bebloed hoofd hebben we donderdag niet in kleur geplaatst, maar vrijdag wel in zwart-wit.”
De discussie over een weggewerkt detail in een nieuwsfoto is nieuw. Door verfijnde software is het de afgelopen jaren steeds makkelijker geworden. Het aanpassen van foto’s gebeurt al langer. Ook in de donkere kamer kon vroeger behoorlijk worden gemanipuleerd, bijvoorbeeld voor propagandadoeleinden. Nu is het nog makkelijker, aangezien het fotoarsenaal van kranten en persbureau’s volledig digitaal is geworden en moeiteloos kan worden bewerkt. Van het veelgebruikte programma Adobe Photoshop is zelfs het werkwoord ”photoshoppen” afgeleid.
Dit digitale bewerken is zo ingeburgerd dat een professionele fotograaf er niet zonder kan. Het biedt een uitgelezen kans op een foto een eigen stempel te drukken. Zo heeft ANP-fotograaf Robin Utrecht, die in 2002 de Zilveren Camera won met het beeld van de dode Pim Fortuyn, er zijn handelsmerk van gemaakt. Utrecht schrikt er bijvoorbeeld niet voor terug om Máxima en de Koningin op Koninginnedag af te beelden tegen een zwarte, kunstmatig gecreëerde achtergrond.
Zijn door vakbroeders geroemde fotostijl kan echter niet op ieders waardering rekenen. Zelfs Utrechts chef heeft zijn bedenkingen. Hoofd van ANP-foto Leo Blom: „Dat parapluutje blijft ons achtervolgen. Sindsdien heb ik geregeld een geërgerde fotochef van een van de dertig kranten waar wij voor leveren aan de lijn. Niet iedereen is van Robins stijl gecharmeerd.” Een beetje overtrokken meent hij, want sindsdien heeft Utrecht het nooit meer zo bont gemaakt. Blom: „Die paraplufoto was de absolute grens. We zijn er verder behoorlijk terughoudend mee.”
Manipulatie kan dus, maar tot een grens. Wat is een bruikbaar criterium? ANP-fotochef Leo Blom: „Het scheelt nogal of een foto over de achtergrond van het nieuws gaat, zoals de Máxima-foto, of dat hij over hard nieuws gaat. IJkpunt moet de journalistieke inhoud van een foto zijn. Die mag je nooit wijzigen. Ook een gruwelijke foto mag niet worden aangepast. Leg hem dan liever terzijde.”
Hans Verploeg, algemeen secretaris van journalistenvereniging NVJ, wil het manipuleren niet verbieden, al is hij persoonlijk van mening dat een krant een foto die ze te gruwelijk vindt, beter opzij kan leggen. „Maar iedere krant moet daarover zelf een afweging maken.”
Verploeg stelt voor om een beeldmerk in het leven te roepen „een icoon van een sleutel bijvoorbeeld”, om bij een gemanipuleerde foto te plaatsen. „Zo weet het publiek meteen dat de foto is aangepast. In het bijschrift kun je dan vermelden wat er verdoezeld is.”
Blom: „Daar valt over te denken. Maar de waarheid onaangekondigd verbloemen, wat De Stentor deed, kan absoluut niet door de beugel.” Het experiment met het weggewerkte been is wat die krant betreft niet voor herhaling vatbaar. Hoofdredacteur Engbers liet maandag weten niet vaker te zullen Photoshoppen. „Dat is mij te Russisch. Inderdaad, dit is een principe-uitspraak.”