Samen voor het behoud van monumenten
In Hilversum gaan op 12 november kasteelheren, restaurateurs en lobbyisten met elkaar om de tafel. „In de monumentenwereld gaan we de laatste jaren steeds meer samenwerken”, zegt Fred Vos, voorzitter van de Federatie Instandhouding Monumenten (FIM). „Het Monumentencongres is daar het ultieme voorbeeld van.”
Het Monumentencongres wordt voor de vierde keer georganiseerd. Dit jaar vindt het evenement plaats in het muziekcentrum van de omroep in Hilversum. De FIM, een van de organisatoren van het congres, rekent op zo’n 700 bezoekers. Op de gastenlijst staan architecten, bouwbedrijven, beleidsadviseurs van gemeenten, monumentenbeheerders en allerlei erfgoedverenigingen.
De titel van het congres luidt: ”Koers 2020”. In de jaren tussen 2015 en 2020 worden monumenten niet alleen nog eens vijf jaar ouder, maar ook vijf jaar „beschermwaardiger.” Om een goed beeld te krijgen van de veranderingen in de samenleving in die tussenliggende jaren is futuroloog Tony Bosma gevraagd om een lezing te houden.
Onmogelijke eisen
Fred Vos van FIM houdt de openingslezing. Daarin zal hij terugblikken op wat er in de achterliggende dertig jaar is veranderd in de monumentenzorg. Vos is voorzitter van een jonge stichting. FIM is pas zes jaar oud. Hoewel er al veel stichtingen bestaan om monumenten in stand te houden, was er nog geen koepelorganisatie die de belangen van alle monumenten vertegenwoordigde. Vos: „De Hollandse Molen en de Kastelenstichting, Heemschut en al die andere stichtingen gingen om beurten naar de Tweede Kamer en probeerden daar allemaal geld los te peuteren voor hun monumenten. FIM behartigt de belangen van 48 stichtingen samen. Het is goed om met al die verschillende stichtingen overleg te hebben tijdens het congres.”
Vos vindt het positief dat er op het Monumentencongres elk jaar meer vastgoedontwikkelaars aanwezig zijn. „We hebben elkaar nodig. Bijna elke week komt er in Nederland een kerk leeg te staan. Ook andere monumenten krijgen soms een nieuwe functie. Zulke projecten zijn heel interessant voor bouwbedrijven. Op het congres doen ze nieuwe ideeën op en komen in contact met beheerders van monumenten.”
Tijdens het congres wordt in er verschillende workshops gesproken over het overheidsbeleid. Hoewel Vos blij is met de nieuwe Erfgoedwet (zie kader), maakt hij zich wel zorgen over de decentralisatie van de monumentenzorg. „De Tweede Kamer heeft de zorg voor monumenten uitbesteed aan de provincies. Die gaan stuk voor stuk heel verschillend met die taak om. De kwaliteitseisen die ze stellen aan monumentenbeheerders verschillen sterk. Het is te gek voor woorden dat in de ene provincie molens meer dan voldoende subsidie krijgen, terwijl er in de andere provincie totaal geen aandacht is voor dit type erfgoed. Ook komt het voor dat beheerders aan onmogelijke eisen moeten voldoen om subsidies te krijgen.”
Ambachtsschool
Ruud Hofman, als beleidsadviseur voor cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit werkzaam in Gouda, is ook van plan naar het congres te gaan. Bij collega’s uit andere steden wil hij zijn licht opsteken hoe je fondsen werft. Afgelopen voorjaar heeft het Rijk het fonds voor stedelijke vernieuwings wegbezuinigd. Voor Gouda was dit een problematische zet.
Van de provinciale subsidies kan Gouda moeilijk een graantje meepikken. „De provincie heeft zeven erfgoedlijnen als speerpunt, zoals de Hollandse Waterlinie en de limes”, legt Hofman uit. „Helaas valt Gouda precies buiten al die erfgoedlijnen. We proberen wel aansluiting te vinden bij erfgoedlijnen, maar dat is lastig. Het blijft een betrekkelijk willekeurige selectie van Zuid-Holland. Ik hoop dat de provincie dat beleid wijzigt.”
Hofman hoopt ook ideeën te krijgen voor de herbestemming van monumenten. Zo zoekt Gouda al jaren naar een waardige herbestemming van de Gouwekerk. Ook het weeshuiscomplex, waarin eerst de openbare bibliotheek gevestigd was, wacht op een nieuwe bestemming. De Goudse beleidsadviseur herkent de opmerking van Vos dat monumentenbeheerders en projectontwikkelaars steeds meer met elkaar gaan samenwerken. „Toch proberen we de waardevolste monumenten onder beheer van de gemeente te houden. Het stadhuis op de markt, de Goudse Waag en de Jeruzalemkapel, dat zijn voorbeelden van monumenten die natuurlijk van de gemeente Gouda blijven. Maar de Ambachtsschool aan de Graaf Florisweg is een goed voorbeeld van een monument dat is verkocht door de gemeente en dat herbestemd wordt voor woningbouw.”
Uitstraling
Edzard Prent, architect van architectenbureau Prent uit Doorwerth, gaat vooral naar Hilversum om ideeën voor innovatie op te doen. Prent ziet dat er binnen de wereld van monumentenrestauratie en herbestemming veel vraag is naar nieuwe technieken. Als voorbeeld noemt hij Kasteel Biljoen in Velp, waar het architectenbureau recent werkzaam was. „Dat kasteel is mooi gerestaureerd. Ons architectenbureau moest zorgen voor een goed woonklimaat met modern wooncomfort, dus met voldoende luchtvochtigheid, verwarming en koeling. Dat mocht natuurlijk geen afbreuk doen aan de uitstraling van het monument. We hebben daar bijvoorbeeld elektra onzichtbaar gewijzigd door middel van huisautomatisering, waarbij verlichting geregeld wordt via sensoren of een afstandsbediening. Er hoefde niet gefreesd te worden in muren. Dat was een paar jaar geleden nog ondenkbaar.”
Prent ziet, net als Vos en Hofman, dat het beleid van overheden op het gebied van monumenten sterk uiteenloopt. „Bij het herbestemmen van monumenten zien we vaak problemen in de bestemmingsplannen. Die plannen zijn rigide: gemeenten willen er niet aan tornen, ook al gaat het om het behoud van monumenten door exploitatie. In Zuid-Holland zijn gemeenten daar heel strak in. In Gelderland wordt er meer meegedacht. Een tijdje terug hadden we nog een overleg met de provincie Gelderland en verschillende gemeenten. Dan merk ik dat er draagvlak is om monumenten toekomstbestendig te maken. Die flexibiliteit zou ik overal willen zien.”
De nieuwe Erfgoedwet
Om de verpaupering van monumenten tegen te gaan zijn er in de achterliggende jaren in politiek Den Haag heel wat wetten en regels gemaakt. Zo veel dat beheerders van monumenten door de bomen het bos niet meer konden zien. Om verdere verwarring te voorkomen is onder minister Bussemaker besloten de zes bestaande monumentenwetten samen te brengen in één wet: de nieuwe Erfgoedwet. Deze wet is inmiddels unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer behandelt nu de nieuwe Erfgoedwet. Tijdens het Monumentencongres zal de wet ter sprake komen in verschillende workshops.
Fred Vos van FIM legt uit waar een eigenaar van een monument nu tegenaan kan lopen als hij wil verbouwen. „In de huidige situatie heb je, nadat je voor voldoende financiën hebt gezorgd, een vergunning van de gemeente nodig. Je moet toestemming hebben van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en vaak nog een andere instantie. Dan komt de welstandscommissie van de gemeente er nog aan te pas. De beheerder van een monument is dan, met alle goede plannen die hij had, zo een jaar verder. In de nieuwe Erfgoedwet zijn termijnen opgenomen, zodat er geen jaar overheen gaat voordat monumentenbeheerders mogen gaan bouwen.”