De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov zei na afloop dat er flinke vooruitgang is geboekt. Hij vindt dat Syrië zelf moet bepalen wat er met president Assad, een protegé van Moskou, moet gebeuren. Dat vindt echter niet iedereen in Wenen. Zijn ambtgenoot Laurent Fabius van Frankrijk noemde het lot van Assad zelfs het „grootste twistpunt” van het overleg.

Wie daarover graag iets willen zeggen, vertegenwoordigers van de Syrische regering en de anti-Assadrebellen, zijn in Wenen echter niet van de partij. Meer partijen zijn gebaat bij een adequate „uitweg uit de hel”, zoals Amerika’s minister John Kerry de oplossing van het conflict omschreef. Zo heeft bijvoorbeeld Duitsland grote baat bij een snelle oplossing. De niet-aflatende stroom vluchtelingen baart Berlijn grote zorgen.

Parallel aan de oplossingen voor de binnenlandse Syrische strijd loopt de aanpak van Islamitische Staat. Iedereen in Wenen is het erover eens dat de terroristen gewapender hand moeten worden gestopt en verdreven. Gelijk met het overleg in Europa maakte het Witte Huis bekend dat een speciale eenheid van bijna vijftig man naar Noord-Syrië wordt gestuurd. Verder worden Jordanië en Libanon voor zover nodig in de strijd tegen IS voorzien van militaire inlichtingen. Het Pentagon deelde vrijdag mee dat het budget voor dit legeronderdeel dit jaar uitkomt op omgerekend bijna 16 miljard euro.