Binnenland

Rotterdam legt prioriteit bij aanpak drugs en mensensmokkel

Mensen, dieren, tabak, gestolen auto’s. Naast de gebruikelijke olie, erts en kolen worden nogal wat andere ’goederen’ door de Rotterdamse haven vervoerd. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft er de handen vol aan. In de bestrijding van mensensmokkel, de meest in het oog springende vorm van illegaal vervoer, boekte het OM de laatste tijd aardige successen. „Maar je kunt niet verwachten dat we het probleem zullen oplossen", aldus officier van justitie Theo d’Anjou, hoofd van het team zware zaken en internationale rechtshulp.

ANP
15 March 2004 18:14Gewijzigd op 14 November 2020 01:02

Justitie in Rotterdam probeert in principe alle illegale vervoersstromen in de haven aan te pakken. Toch legt het parket vooral prioriteit bij smokkel van mensen en drugs. Daarvoor is extra geld beschikbaar. „Deze speerpunten gelden al jaren en zijn niet afhankelijk van politieke voorkeur", aldus d’Anjou.

Het OM staat er in de strijd tegen illegale smokkel niet alleen voor. Het krijgt hulp van politie, douane, en justitie op landelijk niveau. Bestrijding van XTC–smokkel is bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid van de nationale recherche en het landelijk parket. „Er is regelmatig overleg. We hebben ook een gezamenlijke expertisecentrum haven. De taken zijn helder verdeeld en we zitten zeker niet om zaken verlegen", aldus officier van justitie en lid van de parketleiding Lida de Jonge.

Rotterdam kan wel zelf accenten aanbrengen. Zo besteedt justitie de laatste maanden anders aandacht aan milieudelicten. Havenbedrijven Vopak, Nerefco, Kerr McGee, allemaal worden ze achter de broek gezeten. Om aan te geven dat branden, lozingen of andere overtredingen niet ongestraft blijven. „We doen de onderzoeken sneller, omdat anders de effectiviteit van het optreden afneemt", aldus de Jonge.

Meest in het oog springend is toch vooral de mensensmokkel. Afgelopen jaren kwamen enkele geruchtmakende zaken in het nieuws, waarin de Rotterdamse haven als spil fungeerde. Afgelopen najaar deed officier van justitie d’Anjou zelf het proces tegen de bende van de Chinese Chen J., die honderden landgenoten naar Europa transporteerde. Ze verbleven onder mensonterende omstandigheden in panden in Rotterdam en Antwerpen en moesten bijvoorbeeld zittend slapen. Chen J. ging voor vier jaar de cel in, drie van haar trawanten drie jaar.

Daarvoor dienden in Rotterdam, overigens door het kernteam mensensmokkel van het OM in Zwolle onderzocht, de zaken tegen andere bendes. Zij werden ervan verdacht betrokken te zijn bij het beruchte transport naar Dover, waarbij in juni 2000 58 Chinezen stikten in een afgesloten koelwagen.

De vervolging van de zaken lijkt iets gemakkelijker te gaan. In de laatste zaak keurde de rechtbank de werkwijze van justitie grotendeels goed. In eerdere zaken, zoals die tegen de Chinese Sister P., verdacht van betrokkenheid bij het Dover–transport maar daarvoor niet veroordeeld, hadden de rechters nogal eens kritiek op onderzoeksmethoden. D’Anjou: „We merken dat we er steeds bedrevener in raken. Onze tactiek zullen we niet blootgeven, want we moeten de andere partij niet wijzer maken."

Het OM heeft ook wat meer wind in de rug gekregen omdat de wettelijke mogelijkheden zijn verruimd. In een nieuw wetsvoorstel van minister Donner hoeft justitie bij bendes bijvoorbeeld niet meer aan te tonen dat sprake is van winstbejag.

Volgens d’Anjou gaat het de organisaties vaak wel om geld. „De gesmokkelde personen worden voor bedragen tot 10.000 dollar geronseld om naar Europa te komen. Dat geld moeten ze vaak tegen woekerrentes lenen. De gesmokkelde moet vaak nog jaren als illegaal werken tegen een hongerloon om het geleende geld terug te kunnen betalen."

De slachtoffers worden slecht behandeld. „De bendes slepen ze van hot naar her, alsof het balen of kisten zijn." Na een lange reis en verblijf in ’safehouses’ in West–Europa, onder meer in Rotterdam, gaan de gesmokkelde personen in 95 procent van de gevallen naar Engeland. Dat is het enige land waar ze in afwachting van de behandeling van hun asielprocedure kunnen werken. Ze kunnen dus meteen beginnen met terugbetalen.

Bij de bestrijding van mensensmokkel is een van de grootste problemen dat de illegalen niet uitzetbaar zijn. Doordat van de gesmokkelde personen op geen enkele wijze een identiteit is vast te stellen, worden ze door de ambassade of het consulaat van het land van herkomst geweigerd.

D’Anjou merkt niet echt dat de mensensmokkel door de krachtige bestrijding afneemt. „Als mensen het slecht hebben, blijven ze hierheen komen en nemen ze de omstandigheden voor lief."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer