Daarmee is het aantal onderzoeken naar de gang van zaken rond de door Shell te hoog gewaardeerde olie- en gasreserves uitgebreid naar zeker vier. Want ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en Shell zelf willen weten wat er mis is gegaan bij de waardering van de reserves.

De Britse FSA gaat volgens de krant na of, en zo ja hoeveel aandeelhouders benadeeld zijn door het energieconcern. The Observer heeft overigens geen bevestiging gekregen van de FSA over het onderzoek. Net als de AFM doet deze waakhond geen mededelingen over werk dat onderhanden is.

Op 9 januari bracht Shell naar buiten dat de bewezen reserves, een belangrijke indicatie voor de toekomstige winstgevendheid, eenvijfde te hoog waren ingeschat. Topman Watts moest hierdoor in maart onder druk van de commissarissen het veld ruimen en nam productiechef Van de Vijver in zijn kielzog mee.

De New York Times meldde onlangs dat ook de huidige bestuursvoorzitter, Van der Veer, al vanaf 2002 moet hebben geweten van de te hoge schatting. Ook voor financieel bestuurder Boyton zou dat het geval zijn. Maar de commissie die bij het concern de boeken beheert, gaf het vertrouwen aan beide bestuurders.

In de top van de belaagde oliereus zou inmiddels de roep om nog meer ontslagen luider worden. Dat meldde de Britse zakenkrant Financial Times zaterdag. Anonieme bronnen noemen Van der Veer en Boyton de eerst aangewezenen om eveneens te vertrekken.

Managers en directeuren zouden zich vooral zorgen maken over de waardering van het olieconcern. Afgelopen vrijdag stelde kredietbeoordelaar Fitch zijn waardering van Shell naar beneden bij, van stabiel naar negatief.