Auteur boek diaconaat: Durf te vragen naar geldzorgen
Laat je niet opslokken door het vergaderwerk. En vraag je af wat je concreet bereikt wilt hebben als je periode als diaken erop zit. Dat advies geeft Matthijs Geluk, redacteur van een nieuw boek over diaconaat, aan startende diakenen.
Geluk nam vorige maand afscheid van Kerk in Actie, de diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Samen met zijn vrouw bereidt hij zich voor op zijn uitzending naar Peru, volgend voorjaar. Daar wordt de theoloog namens de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) toeruster van de Presbyteriaanse Kerk.
In de woonkamer in hun rijtjeshuis in Nieuwegein ligt het recent verschenen boek ”Diaconaat, hoe doe je dat?” op tafel. Samen met Aart Peters, tot voor kort gemeenteadviseur in de PKN, verzorgde Geluk de eindredactie van deze uitgave voor startende diakenen. „Dit boek, waaraan diverse scribenten meewerkten, wil hen helpen om zich te bezinnen op het doel van diaconaat.”
Wat ziet u als de kern van het diaconaat in deze tijd?
„De kerk hoort een diaconale gemeenschap te zijn waarin je naar elkaar omziet. Tegelijk vormt diaconaat in deze tijd duidelijk het gezicht van de kerk naar buiten. Veel kerken zijn actief in hun buurt, tonen interesse in de mensen om hen heen, bieden hulp waar dat nodig is. Dat is niet allereerst een kwestie van geld, maar van aandacht.
Het omzien naar elkaar, binnen en buiten de kerk, is niet alleen de taak van diakenen, maar van alle gemeenteleden. Het is een risico dat we als kerkmensen te veel in onze eigen kring blijven hangen. Ik ben wat dat betreft dankbaar voor mijn vrouw, die veel gemakkelijker dan ik contact legt met mensen in de buurt. Dat is zeker in een tijd van individualisering belangrijk. Diakenen kunnen gemeenteleden daarin toerusten. Dat hoort bij hun leidinggevende taak als lid van de kerkenraad.”
Diaconaat heeft te maken met barmhartigheid en gerechtigheid. Waarop ligt de nadruk?
„In de praktijk staat het tonen van barmhartigheid voorop. Het voelt goed als je een ander kunt helpen. In kringen van de Gereformeerde Bond, waarop ons boek zich vooral richt, wordt gerechtigheid soms gezien als een begrip dat erg gericht is op het hiernumaals en sterk materialistisch wordt ingevuld. Maar bij gerechtigheid gaat het allereerst over ons leven in de juiste verhouding tot God. Daaruit vloeit voort dat je zoekt naar rechte verhoudingen tussen mensen.
Veel ellende in de wereld, bijvoorbeeld op het gebied van armoede, heeft te maken met ongerechtigheid. Daarvoor kunnen we de ogen niet sluiten. Als kerk hebben we een belangrijke signaalfunctie, juist ook in deze tijd waarin de gevolgen van de WMO steeds meer zichtbaar worden. Het is een uitdaging voor diakenen om bijvoorbeeld bij de lokale politiek aandacht te vragen voor groepen die tussen wal en schip vallen.”
U onderscheidt drie cirkels van diaconaat. Zijn ze alle drie even belangrijk?
„Deze cirkels –kerkelijke gemeente, burgerlijke gemeente, wereldwijd– helpen om alle terreinen die op het bord van de diaconie liggen goed in het vizier te houden, bijvoorbeeld bij de besteding van diaconale gelden. Het lijkt me een goede verdeling om aan elk terrein ongeveer een derde van je middelen te besteden.
Een aantal jaren geleden bleek dat diaconieën zich steeds meer gingen richten op missionaire projecten in het binnenland, waar vaak ook een diaconale kant aan zit. Toen heeft het werelddiaconale programma Luisterend Dienen, waar ik indertijd werkte, gezegd: Pas op! Steun voor projecten in eigen land is prima, maar moet dat ten koste gaan van het werelddiaconaat? We wonen in een van de rijkste landen van de wereld. Laten we het diaconaat wereldwijd niet vergeten.”
Een diaken zegt in het boek: Mensen met een beperkt budget zullen er ook in onze gemeente zijn, maar ik ken hen niet. Hoe komt hij hen op het spoor?
„Diaconaal consulent Jan de Kluijver geeft aan: durf te vragen! Het taboe op geld is vaak nog groter dan dat op seksualiteit. Maar juist in de vertrouwdheid van de kerkelijke gemeente moeten ook geldzorgen besproken kunnen worden. Ik heb als pastoraal ouderling weleens gevraagd naar de financiële situatie van mensen. Als blijkt dat er zorgen zijn, kun je dan ook vragen: Vindt u het goed dat ik dit bij de diaconie neerleg?
Niet alleen ambtsdragers kunnen zo’n signaalfunctie hebben, ook andere gemeenteleden. Dat vraagt om een gemeente waarin mensen elkaar ontmoeten en vertrouwelijk met elkaar durven spreken. In sommige kerken gaat bijna iedereen direct na de dienst bij oma op de koffie en is er nauwelijks onderling contact. Dan zullen nieuwkomers zich ontheemd voelen en hoor je minder snel van elkaar als er hulp nodig is. Het onderlinge contact moet zich overigens niet beperken tot mensen die je aardig vindt, want dan vallen de knorrepotten altijd tussen wal en schip.”
Uw belangrijkste advies voor een startende diaken?
„Laat je niet opslokken door al het vergaderwerk, maar denk na over wat je bereikt wilt hebben op het moment dat je periode als diaken erop zit. Dat zal voor iedereen anders zijn, afhankelijk van de plaatselijke situatie. Zijn er groepen of taken die onderbelicht zijn? Misschien zijn veel gemeenteleden actief voor de voedselbank. Prachtig. Maar als de aandacht voor het werelddiaconaat intussen is ondergesneeuwd, kun je je daar bijvoorbeeld in het bijzonder op richten.”
Diaken als bedelaar
Wat is diaconaat, welke plaats heeft het in de eredienst en hoe ga je om met diaconaal geld? Het zijn enkele thema’s die aan de orde komen in ”Diaconaat, hoe doe je dat? Handvatten voor startende diakenen”. Het boek verscheen recent bij uitgeverij Boekencentrum, onder redactie van Matthijs Geluk en Aart Peters. Zij schrijven dat de liefde van Christus in het diaconale werk zichtbaar wordt. „Dat kan alleen wanneer elke diaken ook bedelaar durft te zijn aan de troon van de Genadige. Juist vanuit de ervaring van Gods genade kunnen we genadig zijn voor onze naaste.”