Kerk & religie

„Het moet om leer en leven gaan”

„Er is eenzijdigheid in prediking en pastoraat”, zo constateerde ds J. J. Tigchelaar zaterdag in Ede. „De boodschap wordt meestal alleen toegespitst op het heil voor de toekomst. Maar heeft God voor het leven van vandaag dan geen beloften gegeven”, zo vroeg hij zich af. „De verkondiging moet gaan over nu en over later. Er is orthodoxie in de leer, maar dat heeft ook haar uitwerking in de praxis, in het handelen.”

Van een medewerker
11 February 2002 09:29Gewijzigd op 13 November 2020 23:24

Ds. J. J. Tigchelaar, emeritus predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk, sprak in Ede op een landelijke informatiedag voor diakenen in gereformeerdebondsgemeenten. Hij benadrukte dat de verkondiging, de gemeenschap en het dienstbetoon onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een gebrekkig functioneren van het diaconaat ligt volgens hem aan „eenzijdigheid in de prediking. We zijn zo sterk gericht op de toekomst dat het nauwelijks gaat over het leven van vandaag. Dan komen er preken over de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan waarin er geen toepassing wordt gemaakt op het diaconaat.”

De emeritus predikant ziet daar een taak voor de diakenen liggen. „U mag daar uw predikant best op aanspreken. Het moet immers om leer en leven gaan.” Ds. Tigchelaar vond bijval bij een aantal diakenen. „Als diakenen zijn we vaak veel te bescheiden om de prediking te bespreken. We moeten meer durf hebben”, zei een diaken. Een andere diaken signaleerde „ gebrekkige aandacht voor diaconaat bij predikanten van de oudere generatie. Ze zijn vooral gericht op het persoonlijke heil en missen de vertaling naar de wereld. Toch zal de gemeente moeten worden geoefend in aandacht voor het diaconaat.”

Volgens ds. Tigchelaar is de publiciteit rond het diaconaat onvoldoende. „In de kerkbode zie je hoogstens de verantwoording voor het ontvangen giften terug, terwijl de dominee diverse kolommen krijgt om te vullen.” Hij bekritiseerde de praktijk waarin het diaconaat de algemene publiciteit volgt. „Als er ergens in de wereld een ramp gebeurt, komt het diaconaat om de hoek kijken. Dan loopt de collecte in de kerk ineens als een trein, zonder dat de diakenen precies weten waar het geld heen gaat. Het is echter de verantwoordelijkheid van de diaken om te weten waar het geld van de gemeenschap aan wordt besteed. De gemeente heeft er ook recht op om dat te weten.”

Vanuit de zaal kreeg ds. Tigchelaar de vraag hoe hij denkt over het aangaan van een partnerrelatie met een kerk overzee. „Dat kan alleen als er band ontstaat vanuit het hele gemeente-zijn”, antwoordde hij. „Dat betekent dat de dominee uit dat andere land ook op de Nederlandse kansel moet mogen staan. Anders is er geen sprake van een band, maar ben je slechts neerbuigend bezig. Wederkerigheid is nodig. Op suikeroompjes zitten de gemeenten nergens te wachten.”

’s Middags vonden er workshops plaats. In een van deze workshops werd ervoor gepleit het werelddiaconaat onder de aandacht van de catechisanten te brengen. „Jongeren hebben best vragen over de diaconie en ze moeten de gelegenheid krijgen die vragen te stellen. Zo kan een stukje bewustwording op gang worden gebracht bij de jongeren”, zei workshopleider J. de Koster.

In een andere workshop werd uitgelegd,hoe gemeenten een bepaald diaconaal project het beste een plaats kunnen geven in hun gemeenten. Er werd voor gepleit als diaconie ook andere gemeenteleden in te schakelen. „Gebruik voor zo’n project bestaande structuren, zoals een ouderenmiddag of verenigingen. Zorg bovendien voor een hoogtepunt van de actie, wat tegelijk als afsluiting van het project kan dienen. Maak ook gebruik van publiciteit door middel van het kerkblad, posters of een boekentafel”, aldus M. Teunissen van het Regionaal Dienstencentrum in Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer