Commentaar: Portret Stalin in Donetsk veeg teken voor kerken
Een foto zegt soms meer dan duizend woorden. Dat gold ook voor het beeld dat gisteren de wereld over ging. Billboards met daarop een foto van Stalin, gemaakt in het centrum van Donetsk. De vroegere Sovjetdictator, die in 1953 overleed, lijkt postuum zijn comeback te maken in de Oost-Oekraïense stad.
Het is te gemakkelijk om het plaatsen van deze borden met het portret van Stalin te zien als een uitspatting van een groep al te enthousiaste pro-Russische rebellen die het nu in Donetsk voor het zeggen hebben. Daarvoor zijn de verschrikkingen uit de Stalintijd ook bij Russen te bekend.
Als het gaat om dictatuur, wreedheid en massamoord kon Stalin wedijveren met zijn rivaal Adolf Hitler. Alleen al in de Oekraïne zelf zijn er de jaren dertig miljoenen mensen door de honger omgekomen. De oorzaak daarvan was Stalins landbouwpolitiek. Daarnaast heeft hij miljoenen mensen laten deporteren naar Siberië, van wie de meesten stierven door koude en ontbering. Om nog maar te zwijgen van de angstcultuur die hij met zijn geheime diensten en door regelmatige partijzuiveringen jarenlang in stand hield. Kortom, iedere Rus weet dat Stalin zich als een beest heeft gedragen.
Juist daarom is het opvallend dat pro-Russische rebellen zijn beeltenis hebben teruggebracht in het centrum van de Oost-Oekraïense stad Donetsk, een plaats in een streek die meer dan sommige andere van de Sovjet-Unie onder het stalinisme heeft geleden. Het plaatsen van die billboards is een klap in het gezicht van de Oekraïners die niet Russischgezind zijn; een welbewuste belediging van hun gevoelens.
Deze actie maakt nog eens duidelijk hoe de pro-Russische rebellen in Oost-Oekraïne, als fervente nationalisten, de grootheid en macht van Rusland willen onderstrepen. Dat ze in die campagne Stalin als hun idool opvoeren, is verontrustend. Zij grijpen daarmee terug op de ergste dictator uit de Sovjet-geschiedenis die door latere communisten als meedogenloos en para- noïde werd bestempeld.
Tegen die achtergrond is niet verwonderlijk dat deze ‘bevrijders’ van het oostelijke deel van Oekraïne, zoals ze zichzelf zien, met minachting spreken over de Oekraïense cultuur. Net zoals Stalin voeren ze een welbewuste politiek van russificatie. De Russische taal en cultuur beschouwen ze als superieur.
Evenmin moet men er zich over verbazen dat ze inmiddels heel duidelijk hebben laten weten westerse godsdiensten te willen weren. Wie echt Rus is, is Russisch-orthodox, zo luidt hun stelling. Zowel rooms-katholieke geestelijken als protestantse voorgangers is te verstaan gegeven dat ze het veld moeten ruimen. En wie niet horen wil, moet maar voelen. Het doden van vier protestanten door de rebellen, vorig jaar, heeft duidelijk gemaakt dat de pro-Russische groepen het niet bij woorden zullen laten.
Vijfentwintig jaar geleden, kort na de val van de Muur, zeiden voorgangers in de voormalige Sovjet-Unie: „Vergis je niet. De kerk krijgt een adempauze. Maar de verdrukking komt terug.” Zouden ze gelijk krijgen? Er zijn signalen die daarop wijzen.