Destijds was, evenals vrijdag, de koning als speciale gast aanwezig. „Onder de bijstand der Goddelijke voorzienigheid zal ik in de mij opgelegde plichten volharden”, beloofde koning Willem I in 1815. „Bezigt de invloed, die deugden en kundigheden u verzekeren, om allerwege de kalmte in de gemoederen te onderhouden”, riep hij de Staten-Generaal op.

Kamervoorzitter graaf De Thiennes de Lombize herinnerde zijn collega’s eraan dat „met de hulp der Goddelijke voorzienigheid en naar de besluiten Harer oneindige wijsheid” na de Franse bezetting Nederland tot nieuw aanzijn was teruggeroepen.

Koning Willem-Alexander deed er vrijdag het zwijgen toe. Hij hoorde voorzitter Broekers-Knol van de Eerste Kamer de vraag opwerpen hoe de Staten-Generaal –die zich in de afgelopen twee eeuwen „steeds heeft ontwikkeld en aangepast aan de eisen van de tijd”– zich in de komende 200 jaar zal ontwikkelen. „Overrulet Brussel de nationale parlementen?”

Ze noemde het de „opdracht van de politiek” om enerzijds mee te bewegen met de tijd en anderzijds stabiliteit te garanderen en te bewaren. „Alleen zo blijft onze rechtsstaat gehandhaafd.”

Schakel

Haar collega van de Tweede Kamer, Van Miltenburg, betoogde dat Kamerleden op elkaar zijn aangewezen om besluiten te kunnen nemen. „Samen verdedigen zij de belangen van bijna 17 miljoen Nederlanders. Ook van hen die niet mochten, konden of gingen stemmen.”

Ze noemde het debat in de Kamer „de belangrijkste schakel in het samenbrengen van alle meningen en standpunten: je kneedt en schaaft met elkaar tot je een besluit hebt waar misschien niet iedereen zich helemaal in herkent, maar waarin de meerderheid zich vertegenwoordigd voelt; omdat het in essentie dát doel dient waar we allemaal voor staan: het algemeen belang.”

Omdat beide Kamers tijdens de viering niet alleen wilden terugblikken, maar ook vooruitkijken, hadden ze bij de programmering plek ingeruimd voor de toekomst van ons land: een aantal jeugdige artiesten mocht zijn vaardigheden tonen.

„Fietskunstenaar” Dez Maarsen deed dat op een BMX-crossfiets waarmee hij vlak voor de koning allerlei capriolen uithaalde en een dans opvoerde.

Zanger en liedjesschrijver Douwe Bob mocht zijn hit ”Pass it on” laten horen. „Houd je herinneringen levend”, luidt het –vertaalde– refrein. „Wat verloren lijkt, is er vanbinnen nog steeds.”

Harptalent Remy van Kesteren en zangeres Karsu traden eveneens op, net als de strijkers van het Ragazze Quartet. Een speciale hymne voor de Staten-Generaal van componist Johan de Meij was het sluitstuk van de muzikale bijdragen.

Geloven

De laatste spreker was premier Rutte. Hij zei dat de parlementariërs uit 1815 „hun ogen niet zouden kunnen geloven” als ze hadden kunnen zien hoe Nederland er vandaag de dag uitziet. „Ruimtelijk, sociaal, politiek, technologisch, economisch – alles is compleet anders dan toen.”

Wat de toekomst ook brengen moge, „dat veranderingsproces zal doorgaan”, voorspelde de minister-president. „Continu.”

Hij betoogde verder dat de parlementaire democratie „juist in deze tijd waarin veel mensen zich onzeker voelen en tegenstellingen lijken te groeien”, zijn bindende kracht moet tonen.

Dat was ook de oproep die koning Willem I precies twee eeuwen terug deed, riep Rutte in herinnering. „Hij vroeg de leden van de Staten-Generaal toen om eendrachtige behartiging van het volksbelang en om allerwegen de kalmte in de gemoederen te bewaren.”

Over de goddelijke voorzienigheid, in 1815 nog tweemaal aangehaald, repte Rutte niet. Dat deed vrijdag niemand. De herinnering daaraan lijkt verloren. Alles, ook dat, is inderdaad compleet anders dan toen.