Evangelicalen veroveren de wereld
De Bijbel heeft het hoogste gezag en mensen worden alleen gered door een persoonlijk geloof in Jezus Christus. Het zijn opvattingen die evangelicale christenen overal ter wereld delen. Maar welke en hoeveel christenen zich nu precies tot het evangelicalisme rekenen, is niet zo heel duidelijk. Een nieuw handboek wil helderheid verschaffen over de snelst groeiende tak van het wereldwijde christendom.
Wat ”evangelicals” geloven
Toen de Engelse Bijbelvertaler William Tyndale in 1531 over de „evangelische waarheid” schreef, dacht hij vast niet aan een bepaalde stroming binnen het christendom. Het ging hem om het goede nieuws van Jezus Christus, want dat betekent ”evangelion” in het Grieks. Het woord evangelicalen –of ”evangelicals” in het Engels– werd pas in de achttiende eeuw gebruikt om een bepaalde groep christenen met dezelfde theologische opvattingen aan te duiden.
Wie zijn deze evangelicalen? Uit het vorige maand verschenen boek ”Evangelicals Around the World” (uitg. Thomas Nelson, Nashville) wordt in ieder geval duidelijk dat het evangelicalisme breder is dan de evangelische beweging, zoals we die ook in Nederland kennen. Lang niet alle evangelicalen dopen namelijk volwassenen of denken dat de mens zelf in staat is om een keuze voor of tegen Jezus te maken. Velen hangen de kinderdoop aan of geloven dat God mensen verkiest tot zaligheid.
Bijbel
De evangelicale beweging is dus breed en divers. ”Evangelicals” bevinden zich zowel binnen de grote volkskerken als daarbuiten, in kleinere kerkverbanden of vrije gemeenten. Ze hebben soms een heel verschillende liturgie (met drumstel of orgel) en andere gebruiken.
Maar wat hebben evangelische christenen in Ghana en gereformeerden in Nederland dan met elkaar gemeen? De Braziliaanse theologe dr. C. Rosalee Velloso Ewell noemt vier overtuigingen: de visie op de Heilige Schrift, de centrale plaats van het heil door Jezus Christus, het belang van geloofsgemeenschap en de noodzaak van zending.
In het hart van de evangelicale theologie staat de overtuiging dat de Bijbel het Woord van God is. Daardoor wil Hij mensen veranderen. Voor evangelicalen heeft de Schrift het hoogste gezag.
Het werk van Jezus Christus staat daarin centraal. Door Zijn dood en opstanding en het werk van de Heilige Geest veranderen de levens van mensen radicaal. Dat er alleen redding mogelijk is door het bloed van Christus is overigens voor veel christenen een gevaarlijke opvatting. Ze krijgen te maken met vervolging of zelfs het martelaarschap.
Mensen die door het volbrachte werk van Jezus tot geloof zijn gekomen, vormen een gemeenschap en komen samen in Zijn naam. Evangelicalen geloven dat de kerk de plaats is waar God werkt, waar Hij hen tot discipelen vormt.
De kerk getuigt van het reddende werk van Christus. „God is een zendende God en daarom is Gods volk een missionair volk. Evangelisatie –dat is getuigen van Jezus Christus in woord, daad en karakter– is geen optie in het christelijk leven, maar de vreugde en plicht van ieder persoon. We moeten bereid zijn tot verantwoording van de hoop die in ons is, met zachtmoedigheid en eerbied.”
Opwekkingen
Evangelicalen vertonen niet alleen dezelfde theologische familietrekjes, ook delen ze min of meer dezelfde geschiedenis. Die begint tijdens de protestantse Reformatie in de zestiende eeuw, al zien evangelicalen zichzelf als erfgenamen van een traditie die teruggaat tot op de Bijbel en de Vroege Kerk.
Historici zijn er terughoudend in om overal het etiketje ”evangelicaal” op te plakken. De term werd immers pas sinds de achttiende eeuw gebruikt en het evangelicalisme kent ook geen scherp omlijnd theologisch systeem. Misschien kan de beweging het beste worden gezien als een bepaalde uitingsvorm van het protestantisme, die in de loop der eeuwen werd gevormd door mensen als Nikolaus von Zinzendorf, John en Charles Wesley, Jonathan Edwards, George Whitefield en anderen (zie ”Achttien mijlpalen”).
De geschiedenis laat volgens de Britse hoogleraar dr. John Wolffe zien dat het evangelicalisme vooral groeide in tijden van opwekkingen, waarbij mensen, en soms hele gemeenschappen, radicaal tot bekering kwamen. Bekende voorbeelden zijn de ”Great Awakening” in het achttiende-eeuwse Amerika en de opwekking in Wales in 1904-1905.
In de twintigste eeuw ‘verschoven’ de opwekkingen echter steeds meer naar Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Daar groeit het aantal evangelicalen nog steeds spectaculair, in tegenstelling tot het Westen.
Waar komen ze vandaan?
Niemand weet precies hoeveel evangelicalen er wereldwijd zijn. Het hangt ook helemaal af van de manier waarop je telt en wie je wel of niet meerekent. Schattingen lopen uiteen van 150 miljoen tot 545 miljoen.
Er zijn verschillende methoden om het aantal ”evangelicals” te berekenen. Voor een betrouwbare schatting is het nodig om te kijken naar kerklidmaatschap, zelfbeeld (of mensen zich evangelicaal noemen) en theologische opvattingen, schrijft Gina A. Zurlo, verbonden aan het Center for the Study of Global Christianity in de Verenigde Staten.
Toch blijft het lastig. De auteurs van het boek ”Operation World” (2010) noemen iemand evangelicaal als deze lid is van een evangelicaal kerkgenootschap of bepaalde theologische leerstukken onderschrijft. In China –waar het toch al moeilijk is om het aantal christenen te bepalen– zouden 76 miljoen evangelicalen wonen. Volgens de World Christian Database van het Center for the Study of Global Christianity zijn dat er echter ‘maar’ 15,2 miljoen – een verschil van 60,8 miljoen. De huiskerken in China maken weliswaar een sterke groei door, maar het is niet bekend of die allemaal een evangelicaal karakter hebben. In Afrika en Azië, waar de kerk het snelst groeit, is het sowieso vaak moeilijk om te bepalen of christenen wel of niet evangelicaal zijn.
Top tien
Hoe het evangelicalisme ook wordt gedefinieerd, duidelijk is in ieder geval dat het een wereldwijde beweging is. Europa, de geboortegrond van het evangelicalisme, is tegenwoordig het minst evangelicale continent ter wereld. Van de christenen die daar wonen, is 3,8 procent ”evangelical”.
In verhouding wonen de meeste evangelicalen in Afrika. Volgens cijfers uit 2010 zijn dat er zo’n 115 miljoen – bijna een kwart van alle christenen op dat continent.
In Noord-Amerika is bijna 21 procent van de christenen evangelicaal. De Verenigde Staten zijn nog steeds het land met de grootste evangelicale bevolkingsgroep: bijna 55 miljoen. Groot-Brittannië staat op de tweede plaats, met ruim 32 miljoen evangelicalen.
De overige landen in de top tien liggen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, waar de beweging sinds 1970 een enorme groei doormaakt. Telde Nigeria in dat jaar nog geen 5 miljoen evangelicale christenen, in 2010 waren dat er 32,6 miljoen. De grootste stijgers zijn Armenië en Mongolië (een toename met bijna 17 procent) en China en Nepal (ongeveer 15 procent), hoewel het in veel van deze landen bijzonder moeilijk is om openlijk christen te zijn.
Pinksterkerken
Wereldwijd zijn er ongeveer 2,2 miljard christenen. Van hen is 13 procent evangelicaal. Dit evangelicalisme ontstond in de protestantse traditie, maar tegenwoordig bevindt het zich ook daarbuiten. Bijna 70 procent van de 285 miljoen evangelicalen (het getal dat de World Christian Database aanhoudt) komt uit de protestantse traditie, maar vooral in Latijns-Amerika groeit het aantal evangelicale rooms-katholieken.
Binnen het evangelicalisme zijn dus verschillende christelijke tradities zichtbaar. De pinksterkerken (30 procent) zijn het grootst, al zijn er ook weer wetenschappers die deze niet onder het evangelicalisme scharen. De baptisten staan met 43 miljoen aanhangers op nummer twee, gevolgd door de anglicaanse traditie (35 miljoen). Volgens deze telling zijn er zo’n 20 miljoen gereformeerde en presbyteriaanse evangelicalen.
Er bestaan ook cijfers van het aantal evangelicalen binnen een bepaalde kerkelijke traditie. Zo telt de Rooms-Katholieke Kerk wereldwijd meer dan 20 miljoen evangelicalen, al is dat slechts 2 procent van het totaal. Vier op de tien anglicanen zijn evangelicaal; in de gereformeerde traditie is dat ongeveer een derde: 20 miljoen mensen.
Achttien mijlpalen
Het verlangen om mensen met het Evangelie van Jezus Christus in aanraking te brengen, stempelt de geschiedenis van de evangelicale beweging. Achttien mijlpalen.
1521 – Johannes Crotus Rubianus, rector van de universiteit in Erfurt en vriend van Maarten Luther, is de eerste die de volgelingen van de Duitse reformator „evangelischen” noemt. Later komt ook de naam protestanten in zwang.
1722 – In het huidige Duitsland ontstaat onder leiding van graaf Nikolaus von Zinzendorf het hernhutter piëtisme, dat de nadruk legt op praktische vroomheid.
1725 – De Grote Opwekking verspreidt zich over de Britse koloniën in Noord-Amerika. Belangrijke voormannen zijn de predikanten Jonathan Edwards en George Whitefield.
1738 – Charles en John Wesley, stichters van het methodisme, komen tot bekering. Ze dragen bij aan de opleving van het evangelicalisme in Engeland in de achttiende eeuw.
1792 – De Engelse zendeling William Carey is de eerste die een overzicht publiceert van de stand van zaken in het wereldwijde zendingswerk. Zelf vertrekt hij een jaar later naar India, om daar met steun van de Particular Baptist Society het Evangelie te brengen. Een nieuw tijdperk van protestantse wereldzending is aangebroken.
1797 – In Rotterdam wordt het Nederlands Zendingsgenootschap (NZG) opgericht. Het is een van de vele zendingsorganisaties die rond het jaar 1800 in Europa ontstaan.
1804 – Ook het vertalen en verspreiden van de Bijbel is een van de speerpunten van de evangelicale beweging. In Londen wordt de British and Foreign Bible Society opgericht. In iets meer dan tien jaar tijd komen er Bijbelgenootschappen in onder meer Nederland, Noorwegen, Rusland, Schotland, Zwitserland en de Verenigde Staten.
1837 – Niet alleen in de achttiende eeuw, ook in de negentiende eeuw komen er opwekkingen voor. Zoals op het eiland Hawaï, waar tot 1843 zo’n 27.000 volwassenen tot bekering komen. Dat is 20 procent van de bevolking.
1846 – In Londen wordt de Evangelische Alliantie opgericht om de eenheid onder evangelicale christenen wereldwijd te bevorderen. Het blijft echter vooral een Britse organisatie, totdat in 1951 de World Evangelical Fellowship (sinds 2004 Alliance) ontstaat.
1854 – Charles Haddon Spurgeon wordt op 20-jarige leeftijd predikant van New Park Street Chapel in Londen. De Metropolitan Tabernacle, waar hij na 1861 preekt, is in die tijd de grootste niet-anglicaanse kerk in Groot-Brittannië.
1857 – Predikers als C. G. Finney en D. L. Moody zijn in de Verenigde Staten en Engeland de eerste evangelisten die massabijeenkomsten beleggen. Zo zou Moody in totaal 100 miljoen mensen hebben bereikt.
1865 – De Engelse zendeling J. Hudson Taylor sticht de zendingsorganisatie China Inland Mission (CIM), sinds 1950 Overseas Missionary Fellowship (OMF) geheten. In datzelfde jaar richt de Engelse methodistische prediker William Booth de Christian Revival Association op, die zich richt op straatevangelisatie en hulp aan mensen in nood. De organisatie gaat in 1878 het Leger des Heils heten.
1910 – In het Schotse Edinburgh wordt een wereldzendingscongres gehouden, met 1355 (vooral westerse) afgevaardigden. De bijeenkomst markeert het begin van de oecumenische beweging in de twintigste eeuw.
1947 – Afgevaardigden van christelijke studentenbewegingen uit tien verschillende landen komen samen in Harvard University in de Verenigde Staten. Ze richten de International Federation of Evangelical Students (IFES) op, waarvan de leden tegenwoordig uit meer dan 150 verschillende landen komen.
1956 – Het is van alle tijden: zendelingen en evangelisten krijgen wereldwijd te maken met vervolging en tegenstand. In de jungle van Ecuador vermoorden indianen vijf Amerikaanse zendelingen, onder wie Jim Elliot.
1960 – In de Verenigde Staten wordt Jeugd met een Opdracht opgericht. Het is nu de grootste zendingsorganisatie ter wereld: jaarlijks vertrekken 14.000 jongeren voor korte of lange tijd naar het buitenland om te evangeliseren.
1974 – In het Zwitserse Lausanne komt het Internationaal Congres voor Wereldevangelisatie bijeen. In het slotdocument staat onder meer dat zending „de proclamatie van de historische, Bijbelse Christus” inhoudt. Zending richt zich voortaan niet zozeer op bepaalde geografische gebieden, maar op bevolkingsgroepen. Het tweede Lausannecongres voor Wereldevangelisatie vindt plaats in 1989 in Manilla (Filipijnen); het derde in 2010 in Kaapstad (Zuid-Afrika). Hulpverlening neemt, naast Evangelieverkondiging, een steeds belangrijkere plaats in.
2000 – In de tweede helft van de twintigste eeuw drukken met name de Engelse theoloog John Stott en de nu 96-jarige Amerikaanse evangelist Billy Graham hun stempel op de evangelicale beweging. Graham komt in 2000 naar Amsterdam voor een internationaal congres, waaraan 10.000 evangelisten uit 200 landen deelnemen.