Commentaar: Asielplan
In het zoveelste vluchtelingendebat in de Tweede Kamer, morgenochtend, zullen oppositiefracties ongetwijfeld weer gaan stoken: wordt het maandag gepresenteerde plan van VVD en PvdA over de opvang van asielzoekers wel echt door beide coalitiepartners gedragen? En: prachtig hoor, die 10.000 extra containerwoningen, maar heeft de PvdA zich niet gewoon door de VVD in de luren laten leggen door in te stemmen met de gedachte dat vluchtelingen met een tijdelijke status voortaan alleen nog recht hebben op sobere opvang en een zo sober mogelijke uitkering? Op die manier gaat er geen hek om Europa, maar wel degelijk een hek om onze verzorgingsstaat.
Dergelijk gestook is het recht van de oppositie, en misschien ook wel haar plicht. Maar dat neemt niet weg dat het van deze coalitie toch een prestatie is dat men er samen weer uit is gekomen. Iets van het basissentiment waarmee Rutte en Samsom drie jaar geleden startten, lijkt nog steeds aanwezig: wij laten elkaar niet los, maar gaan eindelijk weer eens een regering ongehavend de eindstreep laten halen.
Ondertussen blijft het boeiend om na te gaan wat in het gesloten compromis nu precies het belang van de VVD en wat het belang van de PvdA afdekt. De liberalen kunnen sinds gisteren de boer op met: Wat wij al eerder opperden, namelijk dat opvang en uitkeringen aan vluchtelingen soberder moeten, gebeurt! Net zoals eerder óns idee van opvang in de regio inmiddels kabinetsbeleid is geworden.
De sociaaldemocraten kunnen er naar buiten toe op wijzen dat het kabinet toch maar mooi de handen uit de mouwen steekt om voor hulpbehoevende vluchtelingen snel fatsoenlijke huisvesting te regelen. Dat voorkomt, zullen PvdA’ers zeggen, dat er in een later stadium rigoureuzer maatregelen nodig zijn.
Alles samennemend valt er inhoudelijk best veel voor het kabinetsplan te zeggen. Gelijke gevallen moeten, zo hebben we in ons land ooit afgesproken, gelijk behandeld worden. Maar daarbij vergaten we nogal eens dat maar weinig gevallen echt gelijk zíjn. Toegepast op deze situatie: houders van een tijdelijke asielstatus zijn nog geen Nederlandse staatsburgers. Sterker nog: juist dat woord “tijdelijke” geeft aan dat ons streven misschien niet eens moet zijn om dat van hen te maken.
Dat de nieuwe maatregelen de toestroom van vluchtelingen naar ons land niet zullen beperken, mag nauwelijks als kritiek op dit plan gelden. Als het om dát probleem gaat, zit immers elke politicus met de handen in het haar?
Laakbaar is het wel als politici, misschien wel tegen beter weten in, suggereren dat onze nieuwe, sobere opvang nieuwe vluchtelingen zal afschrikken. Dat is namelijk niet aannemelijk. Daarvoor verkeren te veel vluchtelingen immers in mensonterende en barre omstandigheden? Voor hen is alles beter dan hun huidige situatie.
Of we moeten, net als Denemarken deed, in Libanese kranten in het Arabisch opgestelde advertenties plaatsen met de tekst: „Overweegt u naar ons land te komen? Doe dat vooral niet. Onze opvang is zó sober, blijf liever waar u bent.” Maar dat horen we, als het al zou helpen, de liberalen nog niet voorstellen.