De afgelopen vijf jaar is er in Nederland steeds meer belangstelling gekomen voor duurzame energievoorziening. Daarom startte Kerk in Actie, de missionaire en diaconale organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), drie jaar geleden de GroeneKerkenactie. Zaterdag hield Kerk in Actie, samen met Tear (een organisatie die strijd voert tegen armoede en onrecht in de wereld) de vierde Groene Kerkendag.

Groene kerk zijn is geen keurmerk, stelde Erik-Jan Hazeleger, programmamanager van Kerk in Actie. Het gaat er volgens hem niet om om in één keer grote stappen te zetten, maar om een serieuze intentie om stapjes te zetten op het pad van verduurzaming. „Zo’n tachtig kerken uit het hele land mogen zich Groene Kerk noemen. Zij hebben zich aangemeld, maar er zijn nog veel meer kerken die zich niet zo noemen maar wel duurzaam willen zijn.”

Hij refereerde aan het door de Protestantse Kerk uitgevoerde duurzaamheidsonderzoek, dat de synode in november bespreekt. Hazeleger: „Het moet geen vraag zijn of de kerk een goede rentmeester wil zijn van de schepping.”

Rijkdom

De franciscaner pater R. Putman bad zaterdag dat christenen hun harten steeds verder zullen openen voor de rijkdom van de schepping en die „tot haar recht te laten komen als uitdrukking van Gods liefde.” Daarnaast moet volgens ds. O. Dondorp uit Beverwijk de groene kerk op zoek zijn naar Gods Koninkrijk. „God Zelf was daarvan een afspiegeling.”

Veel kerken zetten in op energiebeheer. Wanneer gaat de verwarmingsketel aan? Hoe warm is het ’s winters? Kan de temperatuur niet wat lager? „Je kunt snel veel op stookkosten besparen in de kerk”, zei Henk Ensing. Hij hield zich intensief bezig met het verminderen van energieverbruik in zijn oude dorpskerk in Brummen. Hij ontdekte dat het gedrag van mensen –zoals het licht uitdoen, de kachel niet onnodig aanzetten en deze iets minder warm stoken– bijna net zo veel bijdraagt als allerlei technische veranderingen. Apparaten die veel stroom verbruiken werden vervangen door exemplaren die dat minder doen. Gloeilampen werden vervangen door halogeen- of ledlampen. Volgens Ensing is het energieverbruik in de oude dorpskerk van Brummen met 30 tot 50 procent teruggebracht.

Veel kerken hebben gekozen voor het aanbrengen van zonnepanelen op het dak. Het kost wel tijd om de investering in zonnepanelen terug te verdienen. Er is volgens Ensing echter sprake van een „foute rendementsopvatting” als er te veel nadruk op de kosten wordt gelegd. Zonnepanelen zijn pas na tien jaar terugverdiend, maar gaan veel langer mee en blijven stroom en geld opleveren.

In de aanloop naar de internationale klimaatconferentie in Parijs op 30 november organiseren de kerken een „klimaatloop” naar Parijs.