Bondsdag CGK-mannen: Als kinderen en kleinkinderen andere wegen gaan
„Blijf je kind onvoorwaardelijk liefhebben, wat er ook gebeurt.” Het was een van de vijf „handvatten” die ds. W. C. Polinder zijn gehoor tijdens de jaarlijkse bondsdag van de Bond van christelijke gereformeerde mannenverenigingen, zaterdag in Ede, meegaf.
Het thema van de bondsdag, in kerkgebouw ”De Tabernakel”, was ”Als mijn kinderen en kleinkinderen andere wegen gaan”. De hoge opkomst –ongeveer 150 mensen– illustreerde de actualiteit van het onderwerp.
Ds. Polinder, predikant van de hervormde gemeente te Kamperveen, begon met het noemen van drie voorbeelden. Mevrouw Jansen kan niet begrijpen dat haar kleindochter gaat samenwonen. Piet is moedeloos omdat zijn zoon niet meer naar catechisatie en de kerk wil. Dochter Petra kwam met het verhaal thuis dat ze moslima wilde worden nu ze al langer omgang had met een moslim.
De vraag is wat ouders en grootouders moeten doen als hun kinderen en kleinkinderen de kerk, het geloof en God de rug toekeren. Ds. Polinder, voormalig orthopedagoog, gaf vijf handvatten waarop het handelen kan rusten.
Deur open
Blijf je kind onvoorwaardelijk liefhebben, is het eerste. Ds. Polinder: „Laat de deur van je hart en huis altijd openstaan. Je houdt van je kind omdat het je kind is. Stel geen voorwaarden aan het liefhebben. Dat deed de vader in de gelijkenis van de verloren zoon ook niet.”
Het tweede is dat ouders zich ervan bewust moeten zijn dat opvoeden een proces van loslaten is. „Een kind ontwikkelt zich en dat brengt risico’s met zich mee. Leer hen om verantwoordelijkheid te dragen. Als een zoon of dochter gaat samenwonen en je bent ertegen, dan zijn dat niet de keuze en verantwoordelijkheid van de ouders, maar die van het kind.”
Blijf in gesprek met het kind, is het derde handvat. Daarbij moeten ouders niet telkens gaan zeuren over wat de kinderen verkeerd doen en moeten ze hen ook niet belasten met hun eigen verdriet, aldus de predikant. En ze moeten al helemaal niet gaan schermen met het vijfde gebod, omdat dat de zaak nog erger kan maken. Kinderen moeten zelf kunnen bepalen of ze over de heikele kwestie willen praten. Het sluiten van een kleine vrede –elkaar gunnen te zijn zoals men is) kan volgens hem bewaren voor bitterheid.
Als vierde punt noemde ds. Polinder het leven van het geloof, het erkennen van fouten en die belijden voor God en het kind. „Maak vandaag een nieuw begin.”
Als vijfde noemde hij het belang te blijven bidden voor het kind. „Breng je kind bij God in bewaring. In geestelijke zin draag je je kinderen wel levenslang met je mee.”
Principes
Aan de forumdiscussie ’s middags deden naast ds. Polinder mee predikantsvrouw E. Buijs-van der Wiel, H. Bokhorst, bestuurslid van de mannenbond, en bondsvoorzitter ds. C. J. Droger.
Tijdens het forumgesprek zei ds. Polinder dat ouders „natuurlijk” mogen zeggen dat er geen zegen op kan rusten als kinderen zich van God afkeren. „Je moet je principes niet opzij zetten. Als je dochter verkering wil met een onkerkelijke jongen moet je daar zeker iets van zeggen. Loslaten betekent niet dat je je kind zijn eigen gang maar moet laten gaan.”
Over de kwestie of je als ouder een plechtigheid mag bijwonen waarmee je het niet eens bent, was de predikant vrij duidelijk. In de meeste gevallen zou hij gaan, maar hij zou wel op enig moment uitleg geven. „Als je veel dingen deelt, gaan er deuren open”, zei hij.
Daarbij verwees hij naar zijn vroegere werk op het zendingsveld. Toen moslims hem vroegen of hij aanwezig wilde zijn bij het offerfeest stemde hij toe. Toen hij er kwam, vertelde ds. Polinder dat hij niet zou bidden voor hen die overleden zijn. „Ik kwam er omdat ik van hen hield, maar ik voelde mij niet verantwoordelijk voor het offer dat ze zouden brengen.”
Verkering
Op de vraag of een dochter verkering zou mogen hebben met een onkerkelijke jongen, gaf ds. Droger een opmerkelijk antwoord. Hij vraagt de ouders de vriend van hun dochter met alle liefde in het gezin te ontvangen. Hun dochter dient haar vriend duidelijk te maken dat ze pas zullen trouwen als hij gekozen heeft voor de dienst van God. Als hij dat niet wil, kan de dochter de verkering beter uitmaken. In de christelijke gereformeerde kerk van Vlaardingen zijn op deze manier vier jongeren tot geloof gekomen, zo gaf hij aan. „Een van hen is nu kerkenraadslid.”