Zij staat onder anderen nabestaanden bij van gedode mannen in de voormalige kolonie die een schadevergoeding eisen, maar van wie Nederland zegt dat zij niet hard kunnen maken dat hun geliefde standrechtelijk is geëxecuteerd.

Het gaat Zegveld om het onderzoek van Remy Limpach. Uit zijn recente proefschrift kwam naar voren dat het geweld in Nederlands-Indië wijdverbreid en structureel was. Het onderzoek is nog niet openbaar. Volgens Zegveld is de informatie mogelijk belangrijk voor de zaak en wordt volgend jaar alleen een verkorte versie gepubliceerd.

De landsadvocaat wijst erop dat Limpach in Zwitserland is gepromoveerd, waar andere regels gelden. Daardoor is het nog niet gepubliceerd. Uiteindelijk zal dit wel volgens hem wel gebeuren.

Zegveld denkt hoe dan ook dat er meer in de archieven ligt dan bekend is. Ze wil toegang tot alle informatie die de overheid ook heeft en wil dat een archiefonderzoeker wordt aangesteld. Maar de Staat ziet „geen enkele aanleiding” voor zo’n onderzoek naar bijvoorbeeld lijsten met slachtoffers en is niet bereid daar aan mee te werken.

De rechtbank in Den Haag besliste eerder dit jaar dat Nederland aansprakelijk is voor de schade van kinderen en weduwen van geëxecuteerde mannen in Zuid-Sulawesi. De afgelopen tijd zijn drie weduwen die een claim hadden ingediend overleden. De laatste in september.

De rechtbank buigt zich donderdag voor het eerst ook over andere vermeende oorlogsmisdaden. Het gaat om de verkrachting van een toen 18-jarige vrouw en de foltering van een gevangene.