Abraham Kuyper in Warschau
Via de Amerikaanse apologeet Cornelius van Til leerde dr. Mateusz Wichary Abraham Kuyper kennen. De Nederlandse theoloog en staatsman heeft volgens de preses van de Baptistenkerk in Polen ook zijn land veel te zeggen. „De kracht van Kuyper is dat hij de gereformeerde theologie wist te vertalen naar alle terreinen van het leven.”
Het geschilderde portret van Mojzesz H. Gitlin (1896-1961) kreeg een ereplaats in de gang op de begane grond van het baptistenseminarie in Warschau. De tot bekering gekomen jood schonk de landelijke Baptistenkerk in Polen (Kościół Chrześcijan Baptystów w Rzeczpospolitej Polskiej) 2 hectare grond aan de rand van de Poolse hoofdstad.
De houten villa Bethel maakte na de val van het communisme plaats voor een aantal stenen gebouwen. Behalve het seminarie met inpandige kapel bevat het parkachtige terrein een gastenverblijf voor studenten en bezoekers, kantoorruimtes voor de landelijke organisatie van de kerk en woonruimte voor de preses van het landelijk bestuur. Sinds 2013 is dat dr. Mateusz Wichary.
De energieke Pool groeide op in een nominaal rooms-katholiek gezin in Wroclaw, tot 1945 onder de naam Breslau de hoofdstad van de Pruisische provincie Neder-Silezië. In tegenstelling tot zijn ouders had hij van jongs af aan een diepgewortelde religieuze interesse. Als kind bezocht hij frequent diensten van de Rooms-Katholieke Kerk. In zijn tienerjaren ontmoette hij voor het eerst evangelische christenen, die het middel voor zijn bekering werden. Hij sloot zich aan bij een baptistenkerk in Wroclaw, waar hij zich liet dopen.
Hoe reageerden uw ouders daarop?
„Mijn moeder kwam niet lang daarna ook tot bekering. Mijn vader is een atheïst gebleven. Voor hem bestaat alleen het zichtbare. Dat is het trieste resultaat van vier decennia communisme in Polen.”
U werd een overtuigd gereformeerde baptist. Waardoor?
„Aanvankelijk dacht ik arminiaans, net als het overgrote deel van de evangelische christenen, maar tijdens mijn studie aan de Bijbelschool in Wroclaw ging ik nadenken over de vraag hoe het te verklaren was dat ik God ging zoeken. Ik kwam tot de conclusie dat het niet mijn keuze was geweest, maar het werk van God, Die mij trok. In mijn denken was ik een calvinist voordat ik met calvinistische lectuur in aanraking kwam. Met enkele medestudenten heb ik in Wroclaw een nieuwe baptistengemeente gesticht, met een gereformeerd karakter.
Belangrijk voor mij is ook de eenheid van het Oude en het Nieuwe Testament, zoals die binnen het gereformeerde protestantisme wordt geleerd. De meeste evangelische christenen in Polen hangen het dispensationalisme aan. Het Oude Testament is voor hen het boek van God voor Israël. Ik ervoer tijdens het lezen van het Oude Testament dat God ook door dit deel van de Bijbel tot me wilde spreken.”
Wat is de theologische positie van de Baptistenkerk in Polen?
„Het is een orthodoxe, evangelische kerk. We belijden de onfeilbaarheid van de Schrift, de noodzaak van verzoening, de redding door het bloed van Christus. Over secundaire zaken, zoals de eschatologie, lopen de opvattingen uiteen. Onze belijdenis spreekt over de wederkomst van Christus, maar laat zich niet uit over een eenmalige of dubbele wederkomst. Een groot deel van de leden verwacht een duizendjarig vrederijk op aarde, een minderheid wijst het chiliasme af. Ook in het geding tussen arminianen en calvinisten neemt onze belijdenis geen positie in. Voor beide groepen is ruimte in onze kerk.”
Hoe waardeert u dat?
„Positief. Het aantal evangelische christenen in Polen is zo klein dat we ons de luxe van verdeeldheid door dit soort punten niet kunnen veroorloven. Bovendien is het belangrijk dat christenen die de grondwaarheden van het Evangelie onderschrijven, met elkaar in gesprek blijven. Ik schat dat momenteel 70 procent van de Poolse baptisten arminiaans is en 30 procent gereformeerd. Tien jaar geleden dacht hooguit 10 procent gereformeerd.”
Vanwaar deze ontwikkeling?
„Ik denk door de invloed van gereformeerd denkende docenten aan het seminarie en de belangstelling onder studenten voor bekende Amerikaanse calvinisten zoals John Piper, Don Carson en Paul Washer. Via internet maken ze kennis met deze populaire theologen.”
Hoe is het te verklaren dat u ondanks uw gereformeerde opvattingen bent verkozen tot voorzitter van uw kerk?
Lachend: „Dat is een goede vraag. Zoals ik al zei: er is in onze kerk binnen grenzen ruimte voor verschillende opvattingen. Mijn gereformeerde overtuiging was blijkbaar geen verhindering.”
Door welke gereformeerde predikers of auteurs bent u zelf gevormd?
„Voor mijn dogmatische denken is de 19e-eeuwse Charles Hodge van Princeton Theological Seminary van grote betekenis geweest. Ik heb ook veel gehad aan Martyn Lloyd-Jones en R. C. Sproul. Enkele boeken van Lloyd Jones, waaronder zijn preken over de Bergrede, heb ik in het Pools vertaald. Op het terrein van de apologetiek ben ik gevormd door Cornelius van Til, hoogleraar aan Westminster Seminary in Philadelphia. Verder heb ik veel geleerd van Gary North, een Amerikaanse econoom die de relevantie van het christendom voor het economisch handelen laat zien. Vanuit mijn belangstelling voor de gereformeerde theologie ging ik nadenken over de consequenties ervan voor andere terreinen, zoals de economie en de politiek. Dat leidde er uiteindelijk toe dat ik mijn dissertatie heb gewijd aan de politieke opvattingen van Abraham Kuyper, die ik leerde kennen via Van Til. Net als Kuyper ben ik ervan overtuigd dat we als christenen niet alleen een taak binnen de kerk hebben, maar in de breedte van de samenleving.”
Wat is de actualiteit van Kuyper voor Polen?
„De kracht van Kuyper is dat hij de gereformeerde theologie wist te vertalen naar alle terreinen van het leven. In mijn dissertatie laat ik zien hoe zijn politieke overtuiging werd gedragen door een aantal grondprincipes. In de eerste plaats de soevereiniteit van God. De consequentie daarvan is dat we geen enkel onderdeel van het leven los mogen maken van Hem. Onder evangelische christenen is die wijze van denken bepaald niet algemeen. Zelfs gereformeerde christenen zijn vaak zo met hun eigen kwesties bezig dat ze het publieke terrein vergeten.
Het tweede grondprincipe is dat van de antithese. Er is een voortdurende spanning tussen de wereld en het christendom. Tegelijk is er de gemene gratie. Ik weet dat daar met name in Nederland veel discussie over is geweest, maar ik vind het concept van de algemene genade waardevol. Als we daar geen oog voor hebben, staan we vijandig ten opzichte van alle andersdenkenden. Dat is schadelijk voor anderen en voor onszelf. De verdeeldheid onder evangelische christenen is mede het gevolg van het negeren van de gemene gratie.
Het laatste grondprincipe is de soevereiniteit in eigen kring. Dat is een uitermate belangrijk principe, zeker in landen met een regering die alles wil controleren, ook op het private terrein. Als het over de opvoeding van mijn kinderen gaat, ben ik geen verantwoording aan de overheid schuldig, maar aan God. Het besef van de soevereiniteit in eigen kring scherpt ons in het behoeden van onze eigen verantwoordelijkheid en onze verplichtingen ten opzichte van God.”
Ziet u de invloed van de protestantse kerken in Polen toenemen?
„Dat verschilt per kerk. De historische kerken, luthers en gereformeerd, zijn voor het overgrote deel liberaal en hebben daardoor weinig missionair elan. Voor kerken die wel missionair gericht zijn, liggen er momenteel grote kansen. De Polen zijn net zo consumptiegericht als de bevolking van West-Europa, maar ze beseffen door hun rooms-katholieke achtergrond nog wel dat het leven meer is dan eten en drinken. In de achterliggende jaren heeft de Rooms-Katholieke Kerk voor veel Polen haar spirituele kracht verloren. Dat geeft ons een open deur om de ontstane leegte te vullen.
Het vereist wel wijsheid, moed, ootmoed en vrijmoedigheid. Veel baptistenkerken en evangelische gemeente in Polen zijn sterk naar binnen gericht. Of ze wijzen uitsluitend op de noodzaak van geloof in Christus, zonder aandacht te besteden aan de consequenties daarvan. Er is momenteel in Polen een nationale discussie gaande over tal van ethische kwesties, zoals abortus. De meeste Poolse kerken zijn helaas onvoldoende in staat daarin te participeren door vanuit een Bijbels theologische visie de morele kwesties te belichten. Juist op dat punt kunnen we veel leren van Abraham Kuyper.”
Dit is het tweede deel van een tweeluik over orthodoxe protestanten in Polen. Het eerste deel verscheen maandag.
Boegbeeld van Poolse baptisten
Dr. Mateusz Wichary (39) studeerde theologie aan het Biblijne Seminarium Teologiczny in Wroclaw en het Highland Theological Institute in het Schotse Elgin. Aan de protestantse oecumenische Chrześcijańska Akademia Teologiczna (ChAT) in Warschau promoveerde hij in 2012 op een dissertatie over Abraham Kuyper als vertegenwoordiger van het calvinistische politieke denken.
De Poolse predikant diende de baptistengemeenten van Torun (2003-2009) en Sopot (2009-2015). Hij combineerde het predikantschap met zijn werk aan het seminarie van de Poolse baptisten in Warschau, waar hij voornamelijk dogmatiek doceert aan de ruim dertig (parttime)studenten. In 2013 werd hij verkozen tot voorzitter van het landelijk bestuur van de Baptistenkerk in Polen, de jongste voorzitter uit de historie. Daarnaast is hij plaatsvervangend rector van het baptistenseminarie en hoofdredacteur van het magazine Slowo Prawdy (Woord der waarheid), het in kleur uitgevoerde maandblad van de Poolse baptisten dat in 1925 voor het eerst verscheen. Vanwege zijn vele taken heeft hij sinds 2015 geen eigen gemeente meer.
Mateusz Wichary was medeoprichter van het interkerkelijke samenwerkingsverband ”Razem dla Ewangelii” (Samen voor het Evangelie), de Poolse variant van The Gospel Coalition in Amerika. Doelstelling is het uitdragen van de orthodox-protestantse theologie in Polen door middel van een website en een jaarlijkse, driedaagse conferentie, met sprekers uit binnen en buitenland. Die trekt zo’n 150 bezoekers. Hoewel de preses van de Poolse Baptistenkerk in eigen kring groot gezag geniet, zijn niet alle voorgangers content met zijn opstelling. Een deel vindt hem te gereformeerd, te open naar andere kerkverbanden of beide. Dr. Mateusz Wichary is gehuwd en heeft twee kinderen.
Arminiaans en gereformeerd onder één dak
De Baptistenkerk van Polen (Kościół Chrześcijan Baptystów w Rzeczpospolitej Polskiej) telde bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ongeveer 20.000 leden (gedoopte volwassenen). Het merendeel van hen woonde in Oost-Polen. Door de grenscorrecties na de oorlog werd dit deel van Polen toegekend aan Oekraïne en Wit-Rusland, waardoor de Poolse Baptistenkerk slechts 1000 leden overhield. Inmiddels is het aantal weer gestegen tot 5200. De groei wordt voor een deel tenietgedaan door de emigratie van leden naar West-Europa, met name Groot Brittannië, vanwege de slechte levensomstandigheden voor de gewone man in Polen. Daar staat tegenover dat in de achterliggende twee jaar enkele honderden baptisten uit het oosten van Oekraïne naar Polen emigreerden. De verwachting is dat deze stroom zal toenemen.
De Poolse Baptistenkerk, die officieel is erkend door de overheid, omvat negentig gemeenten. Daarvan hebben er zestig een geordende predikant. De resterende dertig gemeenten worden gediend door voorgangers van wie het overgrote deel nauwelijks of geen theologische opleiding heeft genoten. De lokale gemeenten zijn autonoom, waardoor er ruimte is voor forse theologische verschillen. Een deel van de Poolse baptistengemeenten is arminiaans, een deel charismatisch, een deel gereformeerd (afgezien van de doopvisie). Alle gemeenten onderschrijven de belijdenis van de kerk, uit 1930.
De Poolse Baptistenkerk participeert in de Poolse Oecumenische Raad, de Evangelische Alliantie in Polen, de Europese Baptistenunie, de Wereldbond van Baptisten en de Conference of European Churches. De laatste tijd neemt de invloed van de gereformeerde stroming binnen de Kościół Chrześcijan Baptystów toe. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan dr. Mateusz Wichary, preses van de landelijke raad van de baptistenkerk en conrector van het baptistenseminarie in Warschau.