Vasten voor een Pools reveil
Stappenplannen voor het opkrikken van het kerkelijk leven in Polen kunnen ds. Kamil Halambiec niet bekoren. Trouw blijven aan de Schrift en bidden en vasten voor een opwekking, is het devies van de Poolse pinkstervoorganger. „Dat is het enige waar ik het van verwacht.”
Het seminarie van de Kościół Zielonoświątkowy w Polsce, de grootste pinksterkerk van Polen, ligt aan een onopvallend straatje in Warschau. Ds. Kamil Halambic, een van de docenten, staat al voor de deur te wachten. Naar Pools gebruik begroet hij het bezoek uit Holland met een omhelzing. Aansluitend geeft hij een rondleiding door het seminarie, waarin ook de kerkzaal van een van de pinkstergemeenten in de Poolse hoofdstad is ondergebracht. Een kleinere ruimte is omgevormd tot kapel voor pinkstergelovigen uit Oekraïne.
Het seminarie telt zo’n negentig studenten, van wie twintig fulltime. De verdeling komt overeen met de situatie onder de voorgangers van de Poolse pinksterkerk. Driekwart van hen verdient de kost met een seculiere baan. „Het percentage evangelische christenen in Polen is dramatisch laag”, verklaart Halambiec. „De evangelische gemeenten die er zijn, tellen vaak niet meer dan veertig leden. De lonen liggen hier laag, dus er zijn maar weinig gemeenten die een fulltime pastor kunnen betalen.”
De Poolse voorganger ging in het voetspoor van zijn vader, die nu een kleine Poolse pinkstergemeente in Brussel dient. „We woonden in een pand waar we op zondag als gemeente ook samenkwamen, dus de kerk was mijn leefgebied. Vanaf mijn vroege jeugd had ik het verlangen om net als mijn vader God te mogen dienen, als kerkplanter. Dat was ik tot ik werd gevraagd voorganger van de gemeente van Leszno te worden, zes jaar geleden. Onze gemeente telt zestig leden: voor Polen een groot aantal. Een deel van mijn tijd ben ik in Warschau, om te doceren.”
Wat is de theologische positie van het pinksterseminarie?
„Onze grondslag is orthodox, net als die van onze kerk. Wel zijn er enkele collega’s die op een aantal punten anders denken dan ik. Ik noem mezelf geen fundamentalist, vanwege de beladenheid van dat woord, maar ik sta achter de letterlijke interpretatie van Bijbelgedeelten die ons als historie zijn overgeleverd.”
Wat bracht u ertoe om twee jaar geleden een eigen Bijbelschool in Leszno op te richten?
„In de eerste plaats was er een praktische reden. Polen is een groot land. Voor veel studenten vraagt de reis naar Warschau uren. Studenten uit de omgeving van Leszno kunnen nu met toestemming van de staf van het seminarie een deel van de colleges dichter bij huis volgen.
Een tweede motief was mijn wens niet alleen theologische kennis over te dragen, maar ook de vertaalslag te maken naar de praktijk van het kerkelijke en persoonlijk geestelijk leven. Dat gaat op een Bijbelschool makkelijker dan aan een seminarie.”
Hoe staat de leiding van het seminarie tegenover uw initiatief?
„Ik heb vooraf overleg gehad met de voorzitter van onze kerk en de rector van het seminarie. Ze reageerden allebei positief.”
Hebt u een curriculum opgesteld?
„Tot nu toe niet. Ik werk met gastdocenten: voorgangers en Bijbelleraars van baptistenkerken, presbyteriaanse kerken en pinksterkerken uit binnen- en buitenland. Zo krijg ik in november een predikant van een gereformeerde kerk in Zuid-Afrika.
De gastdocenten houden colleges over een onderwerp dat hun interesse heeft. Die variatie is boeiend voor de studenten en voor mij zijn de contacten bemoedigend. Bovendien kan ik het op deze manier lang volhouden. Het is niet eenvoudig om een Bijbelschool in je eentje of met enkele mensen te runnen.”
Koos u bewust voor een interkerkelijk docentenkorps?
„Ja, dat vind ik belangrijk. Het verbreedt de blik van studenten en vergroot het begrip voor de positie van Bijbelgetrouwe voorgangers en christenen in andere kerken. Ik heb goede vrienden in presbyteriaanse kerken gekregen. Dat heeft me meer zicht gegeven op hoe God werkt. Een van de vakken die ik doceer, is de geschiedenis van opwekkingen. Alle broeders die aan mijn Bijbelschool doceren, kennen hetzelfde verlangen naar een Bijbels reveil. Hoewel ik pinkstervoorganger ben, sta ik afwijzend tegenover veel uitingen die in de charismatische beweging als opwekking worden gepresenteerd. Ook op dit gebied heb ik meer gemeen met gereformeerde collega’s.”
U bent gegrepen door de persoon en de geschriften van Jonathan Edwards. Wat is de reden?
„Hij weet op een bijzondere manier intellect en hart te combineren. Sommige christenen gebruiken alleen hun verstand, anderen zijn helemaal gericht op hun emoties. Edwards laat zien dat het geloof niet buiten het verstand om gaat –zijn boeken getuigen van een grote intellectuele bagage– maar de omgang met God heeft bij hem tegelijk een mystieke kant. Ook in zijn beoordeling van opwekkingen en de begeleidende verschijnselen is hij onovertroffen.”
Daarin heeft hij vandaag vooral pinksterchristenen iets te zeggen?
„Absoluut. Er is in Polen momenteel een opvallende belangstelling voor Edwards, niet zozeer bij gereformeerde christenen maar onder pentecostals, vanwege zijn boek ”Religious Affections”. De nadruk op de Heilige Geest kan tot charismatische uitwassen leiden. Edwards helpt ons bij het analyseren van alles wat als een opwekking wordt gepresenteerd. Om aan de ene kant niet bij voorbaat sceptisch te zijn en aan de andere kant niet alles het werk van de Heilige Geest te noemen. Ik heb ook grote waardering voor John Wesley, vanwege zijn prediking van de rechtvaardiging, maar Edwards is voor ons actueler.”
Wesley was een arminiaan, Edwards een overtuigde calvinist. Dat is voor u geen probleem?
„In hun prediking verschilden Wesley en Edwards niet zo veel. Ik ben diep overtuigd van de soevereiniteit en alwetendheid van God. Vanuit Zijn voorkennis weet Hij wie de boodschap van genade zullen aannemen. Tegelijk geloof ik dat ieder die het Evangelie hoort, gered kan worden. Ik voel me niet thuis bij de opvatting dat God sommigen voor de hemel bestemde en anderen voor de hel.
Het geschil over de predestinatie is voor mij overigens vooral academisch van aard. Ik weet me geroepen de noodzaak van geloof en wedergeboorte te preken, waarbij ik geen voorstander ben van het laten opsteken van handen of de uitnodiging naar voren te komen. Het komt niet zo veel voor dat iemand door één boodschap wedergeboren wordt. Wie naar de Moorman verwijst, moet bedenken dat die voor de uitleg door Filippus al bezig was met het bestuderen van de Bijbel. Veel christenen verwarren de wedergeboorte met een emotionele beslissing. Ze ontvingen niet wat Jonathan Edwards ”het licht van Christus” noemt, waardoor onze natuur verandert.”
Naast uw dissertatie over Edwards werkt u aan een proefschrift over het conflict tussen fundamentalisten en moderne theologen in de VS. Wat is de betekenis van dit onderwerp voor Polen?
„De Amerikaanse controverse speelt over de hele wereld. Op kleine schaal hebben we er ook hier mee te maken. De evangelische christenen in Polen zijn van origine fundamentalistisch, in de goede zin van het woord, maar door gebrek aan kennis staan ze open voor allerlei geluiden. Dat is vooral een bedreiging als ze voor hun mastergraad gaan studeren aan de Chrześcijańska Akademia Teologiczna in Warschau. Daar is de Duitse theologie normatief. Barth en Bultmann hebben waardevolle dingen gezegd, maar hun visie op het gezag van de Bijbel heeft liberale trekken. Ook een groot deel van de evangelicals in Polen is helaas door hun ideeën beïnvloed.”
In welke mate hebt u te maken met het welvaartsevangelie?
(Met een schaterlach:) „Daar hebben we even last van gehad, in de jaren negentig, maar we waren er snel weer van verlost. In Polen werkt het niet. De gemeenten blijven hier klein en de voorgangers arm. Liefhebbers van grote evangelisatierally’s en megagemeenten mijden daarom Polen. Naast geïnstitueerde gemeenten hebben we in onze kerk evangelisatieposten. Ik draag zorg voor zo’n post in de buurt van Leszno. Mensen die van grote getallen houden, vertel ik altijd dat we in de achterliggende vijf jaar honderd procent groei hebben gerealiseerd: van drie naar zes personen.”
Hoe kijkt u aan tegen de toekomst van de Bijbelgetrouwe protestantse kerken in Polen?
„Optimistisch, omdat ik in de Bijbel geloof. God is machtig dingen te veranderen. Er zijn nogal wat pastors die daar een programma voor hebben, maar daar geloof ik niet in. Methodes veranderen niet het hart van mensen. Daarom houden we in mijn gemeente elke morgen een gebedssamenkomst. Dan bidden en vasten we voor een reveil door de Heilige Geest. Dat is het enige waar ik het van verwacht.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over orthodoxe protestanten in Polen. Het tweede deel verschijnt woensdag.
Gegrepen door Jonathan Edwards
Ds. Kamil Halambiec (31) is voorganger van een pinkstergemeente in Leszno, een plaats in het westen van Polen. De gemeente maakt deel uit van de Kościół Zielonoświątkowy w Polsce. Aan het seminarie van deze kerk, de Wyzsza Szkoła Teologiczna-Społeczna in Warschau, doceert Halambiec pinksterdogmatiek en de geschiedenis en theologie van religieuze opwekkingen. In 2013 begon de Poolse pinkstertheoloog een eigen Bijbelschool in Leszno. Een van de redenen was de inhoudelijke verschuiving van het pinksterseminarie. Zo is het Halambiec een doorn in het oog dat een aantal collega’s de evolutietheorie heeft omarmd en openlijk het bestaan van de hel betwijfelt.
De Bijbelschool, die inmiddels ruim dertig studenten telt, heeft een brede doelgroep: voorgangers die hun kennis willen verbreden, theologiestudenten, gemeenteleden die actief zijn in hun kerkelijke gemeente en mensen die verlangen naar persoonlijke vorming en verdieping. De Poolse voorganger krijgt ondersteuning van gastdocenten uit binnen- en buitenland. De colleges worden eens per maand op vrijdagavond en zaterdag gegeven, in het kerkgebouw van de pinkstergemeente van Leszno, waaraan een gastenverblijf is verbonden. Het is mogelijk om tegen vergoeding van de onkosten een beperkt aantal colleges bij te wonen.
Kamil Halambiec is zelf bezig met twee promotiestudies. Aan de Chrześcijańska Akademia Teologiczna (ChAT) in Warschau, de enige niet-rooms-katholieke theologische universiteit in Polen, hoopt hij te promoveren op een onderzoek naar het conflict tussen de fundamentalisten en moderne theologen in de Verenigde Staten. Aan de filosofische faculteit van de Kardinaal Stefan Wyszynski Universiteit in Warschau wacht een promotie op de plaats van religieuze ervaring in de geschriften van Jonathan Edwards. Dankzij een beurs van het Jonathan Edwards Center in Yale verrichtte hij dit jaar van januari tot juni onderzoek aan dit Amerikaanse instituut. Halambiec hoopt beide dissertaties in 2016 af te ronden.
De grootste pinksterkerk van Polen
Op 38 miljoen inwoners telt Polen slechts zo’n 150.000 protestanten. Ruwweg de helft van hen is luthers (71.000 leden) of gereformeerd (3500 leden), de andere helft evangelisch in alle mogelijke schakeringen. Een groot deel van de Evangelisch-Lutherse Kerk (Kościół Ewangelicko-Augsburski) en de Evangelisch-Gereformeerde Kerk (Kościół Ewangelicko-Reformowany) is geïnfecteerd door de moderne theologie. Dat heeft deze traditionele kerken een slechte naam bezorgd bij de methodisten, baptisten, pinksterchristenen en charismatische christenen in Polen.
Met ongeveer 15.000 leden (gedoopte volwassenen) en 230 plaatselijke gemeenten is de Kościół Zielonoświątkowy w Polsce de op een na grootste protestantse kerk in het rooms-katholieke bolwerk van Europa. De pinksterkerk, officieel erkend door de overheid, is gelieerd aan de Assemblies of God in Amerika. De Kościół Zielonoświątkowy w Polsce is lid van de Evangelische Alliantie in Polen, maar houdt zich afzijdig van de Poolse Oecumenische Raad (Polska Rada Ekumeniczna), waarin de Gereformeerde Kerk, de Lutherse Kerk, de Baptistenkerk en de Oosters-Orthodoxe Kerk zitting hebben.