Dr. J. R. Douma: Bijbel stelt de Herder centraal
ZWOLLE. De Schrift is niet primair bedoeld om een ethisch standpunt te onderbouwen, maar om een intieme relatie tussen God en mens op te bouwen. Niet de kudde, maar de Herder staat centraal. Zo reageerde dr. J. R. Douma op het nieuwe boek van prof. dr. P. Nullens over de gemeente als een „eigenwijze kudde”, een verzameling van mondige gelovigen.
Dr. Douma zei dat zaterdag in Zwolle tijdens een studiedag over het boek ”Zorgen voor een eigenwijze kudde”, georganiseerd door het praktijkcentrum van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in samenwerking met Theologische Universiteit Kampen (TUK) en de Evangelische Theologische Faculteit Leuven (ETF).
De focus van de Schrift moet volgens dr. Douma, vrijgemaakt gereformeerd predikant in Zwolle, primair gericht zijn op de wijze Herder. „Hoe komen we dichter bij de Herder, of zoals John Piper het zegt, hoe kunnen we Jezus zien en ervaren en intens van Hem genieten? Het is eindeloos veel boeiender om geraakt te worden door de wijze Herder. Waar zijn de plaatsen en de momenten dat dat ook echt gebeurt?”
Dat vergt volgens dr. Douma een meditatieve, dagelijkse lezing van de Schrift. Hij bepleitte een contemplatieve ethiek. „Ethiek gaat over het concrete leven en roept op tot het maken van keuzes. Contemplatie gaat niet over doen, maar over niets doen. Contemplatie is niet vinden, maar bévinden en gevonden worden. Zo komt het gebed in beeld als onmisbare bron voor de ethiek.”
Tragiek
Prof. Nullens, rector van de Evangelische Theologische Faculteit, stelde vast dat de tendens in deze tijd is dat mensen hun eigen keuzes maken. Hij herkende veel in wat de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer „de tragiek van het leven” noemde. „Mensen zijn mondig geworden. Daar hebben we ook in onze kerken mee te maken. Dat is niet alleen negatief, maar ook positief. Je moet soms tegen je zin bepaalde ethische keuzes maken. Bonhoeffer stelde Christus centraal, Die in onze werkelijkheid komt en de pijn daarvan draagt.”
De kerk is een gemeenschap van het kruis waarin men elkaar leert dienen. „Dat is iets anders dan regelethiek. Er is een ethiek van barmhartigheid nodig: een situatie is niet zoals ze moet zijn, maar ik kom er toch aan tegemoet. Dat is wat anders dan tolerantie, een begrip uit de verlichting.”
Dr. J. H. F. Schaeffer, praktisch theoloog aan de TUK, knoopte aan bij de constatering van prof. Nullens dat gelovigen „aarzelende mensen” zijn geworden. Ze worden geïnspireerd door het geweten, ze nemen elkaar en de buitenwereld niet de maat. Ze zijn zoekend onderweg. Toch is dit voor dr. Schaeffer te smal. Hij wees op de liturgie als de plaats waar gelovigen in een gemeenschap elkaar vormen.
Verder vindt hij dat prof. Nullens kerk en cultuur te veel tegenover elkaar zet. „Er is wel sprake van strijd tegen de zonde, maar dat is een andere strijd dan die tegen de cultuur. Niet in het staan tegenover de cultuur ligt onze kracht, maar in het erkennen van onze zondige, dikke ik. Dan gaat het niet zozeer om cultuurkritiek, als wel om zelfkritiek.”
Identiteit
René Swieringa vertelde over de Vrije Evangelisatie Zwolle (VEZ), waar hij deel uitmaakt van het leidersteam. De VEZ is een missionaire, laagdrempelige, snel groeiend én jonge gemeente van 4400 leden. De gemeente is duidelijk over haar identiteit, zoals ten aanzien van het huwelijk als een goddelijk verbond. „Veel geïnteresseerden en bezoekers wonen samen. Hoe dichter naar de kern van de gemeente, hoe meer mensen daarop aangesproken worden. In het pastoraat hanteren we de ethiek van de barmhartigheid. Dat vergt meer dan simpele ja-en-nee-antwoorden.”
Lees ook:
Gemeente kent mondige mensen, geen makke schapen, Reformatorisch Dagblad (3 oktober 2015)