Commentaar: Geen enkel opvoedingsadvies is altijd en overal toepasbaar
Zoek je de juiste route, vraag dan aan veel mensen de weg. Dan weet je zeker dat je gaat dwalen. Die oude wijsheid geldt nog steeds.
Ouders raken gestrest en worden onzeker van de vele opvoedingsadviezen, zo blijkt uit een onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Vaders en moeders ergeren zich vooral aan de tegenstrijdigheden. Vertwijfeld vragen zij zich af wat nu dé goede methode is.
Legio zijn de voorbeelden van adviezen die elkaar tegenspreken. Veel experts zeggen dat je een baby die niet wil gaan slapen en die maar blijft huilen gewoon moet laten liggen. Geen aandacht aan geven, is het advies. Anderen vinden juist dat het huilen van de pasgeborene een signaal is om het kind op te pakken en te knuffelen. Dat kun je niet vaak genoeg doen; het verstevigt de band tussen moeder en kind, zo is hun stelling.
De ene pedagoog acht het zinvol en doeltreffend om een ondeugend kind dat blijft dwingen even op een stoel te zetten waar het tot bedaren kan komen. Zo’n time-out is volgens hen een prima opvoedmiddel. Anderen beweren weer dat een dergelijke maatregel een kind psychisch kan beschadigen. Wie het weet, mag het zeggen.
Opvoedingsadvisering en -ondersteuning zijn vandaag de dag big business. Tal van instellingen geven raad. Zij doen dat met de beste intenties. En vaak blijken hun adviezen in de praktijk nog te werken ook. Daar kunnen de raadgevers voorbeelden van geven. Dus opvolgen maar.
Dat laatste is te snel geconcludeerd, alleen al om dat niet elk mens –kind of ouder– hetzelfde is. Heel praktisch: wat bij de één werkt, werkt bij de ander niet. Er zijn nu eenmaal verschillen in karakter.
Maar daarnaast is het van groot belang om na te gaan uit welke bron, welke gedachtewereld de adviezen opborrelen. Het maakt verschil of de ondersteuner het kind ziet als een mens die vooral gestimuleerd moet worden om in alle vrijheid zichzelf te ontplooien of dat het moet leren dat er voor ieder mens, dus ook voor een kind, grenzen in het leven zijn.
De visie op het kind, bewust verdedigd of onbewust aangehangen, van de opvoedingsondersteuner is uiterst belangrijk. Veel moderne pedagogen en jeugdhulpverleners hangen de gedachte van het individualisme aan en willen daar ruim baan aan geven. Vaak proberen zij daarom weg te blijven van alles wat naar regels en eventuele sancties zweemt. Waarmee overigens niet is beweerd dat opvoeding op repressie moet zijn gebaseerd.
Wie een selectie wil maken van hetgeen bruikbaar is van de vele (tegenstrijdige) adviezen, dient in ieder geval twee dingen te bedenken. Opvoeden naar Bijbelse richtlijnen betekent het kind als schepsel van God zien en het in liefde voorgaan in het leven naar Gods geboden. Het kind moet leren God en de naaste lief te hebben. Daarmee zijn grenzen aangegeven. Het moet rekening (gaan) houden met de ander.
Tweede belangrijke regel is dat de intense liefde tussen ouders en kind, in het bijzonder tussen moeder en kind, leidend moet zijn. Daarom geldt in het algemeen: doe wat je hart je ingeeft.