Christus het enige verschil met andere godsdiensten
Als mens zoek ik vervulling van mijn verlangens. Consumptie op allerlei gebied moet mij bevrediging schenken. Bijvoorbeeld: eten en drinken, gezelligheid, rijkdom, seks, reizen, luxe en comfort. Ook godsdienst hoort in dit rijtje thuis. Dat is een behoefte van mij. Welke godsdienst maakt niet zo veel uit. Alle godsdiensten zijn ontstaan omdat mensen er behoefte aan hebben. Eén pot nat dus. Waarom zou je je daarom druk maken over de verschillen?
JA
Ik ben egocentrisch geboren en sta zelf in het middelpunt. Zelfs mijn verlangen naar het hogere is onzuiver omdat het om mijzelf draait. Ik ben dus een ”behoeftewezen”. Als compensatie voor mijn verloren geluk en vanwege een onrust diep in mij zoek ik voldoening in het bevredigen van mijn begeerten. Een van de meer edele begeerten is dat ik me ergens voor wil inzetten. Iets najagen wat ik (nog) niet bezit. Geluk ervaren. Controle hebben over mijn leven, en als het even kan dat van een ander. Ik wil de gang van mijn leven domineren en zoek verklaringen voor dingen die gebeuren. Mijn godsdienst of religie geeft mij die verklaring en bevredigt zo mijn behoefte aan antwoorden over mezelf, mijn leven en mijn toekomst.
Een godsdienst of religie vormt de ziel van iedere willekeurige cultuur. Of het nu boeddhisme is of hindoeïsme –toenemend populair onder westerlingen– of de islam, het christendom, het confucianisme, of een alternatief set van verklaringen, zoals van de atheïsten. Mensen zijn bedenkers van godsdiensten want die sluiten aan bij hun behoefte. Alle vermogens en zintuigen worden erbij ingezet. Godsdienst of levensovertuiging gaat ook heel diep. Heel begrijpelijk. Pak iemand maar eens zijn ‘ziel’ af, of hij zich nu moslim noemt of christen, of hindoe, of atheïst.
NEE
Twee unieke kenmerken plaatsen de godsdienst van een ware christen lijnrecht tegenover alle vormen van godsdienst en religie.
Het eerste unieke kenmerk is dat een christen belijdt niet meer van zichzelf te zijn. Ik ben één geworden met Christus, de Zoon van God. En dat is nogal wat. Een christen heeft het zelfs over ”sterven” en ”nieuwe geboorte”. Ik ben gestorven met Christus. Heel mijn gebrekkige en zondige leven is ingeruild voor het leven van Christus. Ik leef niet meer, maar Christus, de volmaakte Zoon van God, leeft in mij. Dat betekent: andere verlangens en andere begeerten die lijnrecht ingaan tegen mijn oorspronkelijke behoeften. Daarom belijdt een waar christen een nieuw schepsel te zijn geworden.
Het tweede unieke kenmerk is dat ik als christen mijn godsdienst als een wonder beleef. Eerst zocht ik het geluk waar het niet te vinden was. Ik was reddeloos verloren, al zag ik dat niet eens. Maar God eigende Zich deze zondaar toe en adopteerde mij. Ondergedompeld in de zee van leugens en hartstochten die we ”de wereld” noemen, werd ik van die afgrond en dwaasheid gered. God zocht mij op en riep mij. Als christen beleef ik mijn godsdienst daarom niet als een keuze van mijzelf voor het beste, maar als een wonder van onverdiende vergevingsgezindheid van God. Als genade!
DUS
De godsdienst van een christen is geen behoeftegodsdienst. Als enige godsdienst is hij dat niet. Hij is niet gebouwd op passies, instincten of op verstandelijke redeneringen. Als christen ben ik juist bevrijd van mijzelf. Door de Geest van Christus ben ik opgenomen in Christus, zodat Christus Zelf mijn leven werd en mijn licht en liefde en wijsheid. Christus leeft in mij.
Als ik christen word, is dat bovendien een ingreep van buitenaf die radicaal indruist tegen mijn eigen behoefte. Gód doet het.
Ten slotte neemt de christen niet zichzelf, zijn eigen diepste zelf als bron, maar Gods openbaring die van buiten komt. Gód is het.
Wie een godsdienst aanhangt vanuit een behoefte aan zingeving –dat kan overigens ook iemand zijn die zich christen noemt– is als een ruimtevaarder in een gesloten pak dat zichzelf van zuurstof voorziet. Het systeem is gesloten en wordt in stand gehouden door de persoon zelf, zijn denken en ervaring. Een armzalige beperking, want zo ben je overgelaten aan je eigen behoeften en denken.
Het van Christus kunnen worden en het wonder van Gods inmenging van buitenaf zijn de enige sleutels naar het onrustige hart van iedere wereldburger. Hierin klopt het hart van het christelijk getuigenis. Ontbreekt bij iemand die zich christen noemt iedere ervaring aan deze unieke kenmerken, dan functioneert zijn godsdienst als die van ieder willekeurige ander: een krachteloos samenraapsel van beweringen en formuleringen. Want Christus maakt het enige verschil uit! En dat is wel iets om je druk over te maken.
Dr. J. H. van Doleweerd, missioloog en theologisch docent en werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Indonesië. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl.