Opstand
Een tweede belemmering van het geloof is de veronderstelling dat de ziel gevoelig was over haar staat, dat hij verwond en verbroken was. Dan zoekt de ziel toch hulp bij zichzelf. Ja, wanneer het Woord ons aan onze staat ontdekt heeft en we zien dat we ondersteuning nodig hebben, dan nemen we eerst de toevlucht tot enig middel van onszelf.Dit werkt en verzet zich wonderlijk tegen het geloof. Ja, wat meer is, het geloof kan niet in de ziel komen voor en aleer de Heere deze verdorvenheid van het hart heeft ondermijnd. Dit is een vrucht van Adams opstand, want toen de Heere hem een voorraad van genade in zijn handen gaf, zodat hij bij machte was om alles te doen wat de Heere gebood, hoefde hij niet buiten zichzelf hulp te gaan zoeken, hij had geen behoefte aan Christus.
Dit is de zondige geaardheid die het gehele nageslacht van Adam aankleeft, dat wij -hoewel wij van God zijn afgevallen- toch nog zullen vechten voor onze eigen troost en in eigen kracht zullen doen wat wij kunnen om troost en bescherming voor onze ziel te bewerken in de dag van de benauwdheid. Mogelijk legt God een mens op zijn ziekbed en ontwaakt zijn geweten. In deze toestand zullen de mensen veel beloven en voornemen en veel plichten doen, als God hen maar wil sparen. Zij menen dat zij met een uiterlijke bekering God tevreden kunnen stellen.
Thomas Hooker, predikant te Chelmfort (De ware zielsvernedering, 1678)