Ierland is uit op snel akkoord over EU-grondwet
Het overleg over een Europese grondwet raakt geleidelijk aan weer in een spannende fase. Huidig EU-voorzitter Ierland lijkt erop aan te koersen dit halfjaar reeds de staats- en regeringshoofden bijeen te roepen voor een nieuwe poging om een akkoord tot stand te brengen.
Half december liepen tijdens een top in Brussel de onderhandelingen vast. De inschatting was toen dat er behoefte bestond aan een lange afkoelingstermijn. Een hervatting van de intergouvernementele conferentie (igc), zoals het beraad officieel heet, zou waarschijnlijk pas zinvol zijn in de tweede helft van 2004. In die periode berust de leiding over de Unie bij Nederland.
Maar momenteel praat iedereen alleen nog over een herkansing op een veel eerder tijdstip. Het ziet er dan ook naar uit dat de stuurmanskunst van premier Balkenende en minister van Buitenlandse Zaken Bot om succes te boeken met een uiterst lastig dossier als dit, onbeproefd blijft.
Giscard d’Estaing, onder wiens regie de zogenaamde conventie er vorige zomer in slaagde een concepttekst voor de constitutie op te stellen, denkt dat we redelijkerwijs mogen verwachten dat het tegen het eind van het Ierse voorzitterschap, dus ergens in juni, haalbaar is de resterende problemen op te lossen, zo zei hij dinsdag in een gedachtewisseling in Straatsburg met leden van het Europees Parlement (EP). Deze instelling zelf vindt dat er al voor 1 mei, de dag waarop de uitbreiding van de EU haar beslag krijgt, een alomvattend resultaat dient te zijn.
Achter de schermen spant Ierland zich enorm in om de igc vlot te trekken. Premier Ahern en de bewindspersonen uit zijn kabinet worden van allerlei kanten overladen met lof en waardering voor hun, om enkele kwalificaties te citeren, discrete, nuchtere, verstandige en doelmatige aanpak. Zij voeren voortdurend bilaterale gesprekken met collega’s uit de overige lidstaten om af te tasten welke ruimte die bieden voor toenadering.
Op 25 en 26 maart zitten de regeringsaanvoerders in de Belgische hoofdstad met elkaar aan tafel voor hun gebruikelijke lentetop. Die vergadering moet helderheid verschaffen over het verdere traject. De signalen wijzen niet allemaal in dezelfde richting. Duitsland zou bereidheid tonen om in het onderhandelingsproces in beweging te komen. Er zijn geruchten dat Frankrijk daarentegen liever niet eerder dan in het najaar een deal sluit. Polen benadrukte recent dat het zijn standpunten handhaaft. Spanje neemt tot na de verkiezingen in het land van aanstaande zondag een afwachtende positie in.
Ierland zal in Brussel rapporteren over zijn bevindingen in de voorbije weken. „We hebben onze analyse nog niet afgerond. De contacten duren voort”, meldde minister van Europese Zaken Roche woensdag in een debat in het EP. Maar over de bedoelingen van Dublin liet hij geen onduidelijkheid bestaan: „Als het aan ons ligt, lukt het om gedurende dit voorzitterschap overeenstemming te bereiken. Wij zijn wat dat betreft zeer ambitieus.”
Hij vervolgde: „We hebben intensieve discussies achter de rug en de partners gaven blijk van een positieve en opbouwende samenwerking. Alle kwesties zijn zorgvuldig en zeer gedetailleerd bekeken. De sleutel tot een oplossing is de politieke wil. Blijkt die aanwezig, dan zijn de geschillen snel uit de wereld.”
Roche constateerde dat de omstandigheden in de tweede helft van het jaar niet gemakkelijker worden. Zo zullen dan de controverses over het ontwerp voor de begroting van de Unie voor de jaren 2007 tot en met 2013 en de daaraan verbonden financiële afdrachten aan de gemeenschappelijke kas, de agenda binnen de EU steeds meer gaan beheersen. Dat zorgt voor extra complicaties. De vaart erin houden, luidt daarom zijn devies.
De Ieren ruiken hun kans om blijvende roem te verwerven als de grondleggers van het compromis voor de eerste Europese grondwet. Toch relativeerde Roche het optimisme uiteindelijk ook weer. „Iedereen roept: we zijn uit op succes, maar er klinkt altijd tegelijk een maar”, aldus de bewindsman. Een besluit in het kader van de igc vereist unanimiteit tussen de regeringen.
De beoogde constitutie voorziet in een grondige aanpassing van de organisatie en de spelregels van de Unie. Die is nodig om straks met 25 lidstaten goed te kunnen functioneren. Het voornaamste meningsverschil, waarbij prestige en nationale trots een grote rol spelen, handelt over de procedure bij beslissingen in een vergadering van de ministers. De weging van de stemmen vormt een afspiegeling van de onderlinge machtsverhoudingen en ligt daarom erg gevoelig.
De conventie leverde als consensus op dit terrein op dat een voorstel is aanvaard indien minimaal de helft van het aantal landen zich erachter schaart en bovendien de desbetreffende regeringen gezamenlijk 60 procent of meer van de totale EU-bevolking vertegenwoordigen, aangeduid als het systeem van de dubbele meerderheid. Spanje en Polen verzetten zich in december tegen die benadering, omdat die, in vergelijking tot de situatie die geldt onder het Verdrag van Nice, hun invloed beperkt. Roche verstrekte woensdag geen informatie over de inhoudelijke stand van zaken in het overleg en weigerde commentaar op allerlei denkbare varianten om de impasse te doorbreken.
Inmiddels heeft een aantal leden van het Europees Parlement, afkomstig uit alle grote fracties, geopperd om als EP desnoods, als een igc-akkoord uitblijft, over twee maanden op symbolische wijze toch een grondwet uit te roepen. Begin mei, ruim voor de Europese verkiezingen van een maand later, zou er via wat zij noemen een plechtige stemming goedkeuring moeten worden gehecht aan de tekst die is vervaardigd door de conventie, de denktank met participanten uit de lidstaten en de EU-instellingen. Dan weten de kiezers dat het project nog steeds leeft, zeggen de initiatiefnemers.
Door 314 van de 626 afgevaardigden is tot nu toe via hun handtekening steun betuigd aan het plan. De eventuele actie krijgt uiteraard geen juridisch bindende gevolgen. Ze fungeert vooral als een signaal dat druk moet uitoefenen op de regeringen.
Veel EP-leden zijn bang dat de grondwet wegzinkt in de vergetelheid. Laten we vermijden dat wij door een passieve houding daaraan bijdragen, zoals een van hen het verwoordt. Zij willen vanuit die overweging een daad stellen. Of die veel indruk zal maken op de politieke leiders van de 25 landen, valt te betwijfelen. Of die de burger zal aanmoedigen naar de stembus te gaan, is eveneens zeer de vraag.