Het leven van Karen Blixen, schrijfster van ”Out of Africa”
De Deense schrijfster Karen Blixen (1885-1962) werd in 1937 wereldberoemd door ”Out of Africa”, haar boek met herinneringen aan haar leven in Kenia. Al in 1937 kwam de Nederlandse vertaling uit onder de titel ”Op een farm in Afrika”.
Het boek is een lofzang op de natuur en de mensen in Kenia tijdens de jaren dat het land deel uitmaakte van Brits-Oost-Afrika. De roman werd in 1986 verfilmd. Sindsdien wordt Karen Blixen (ten onrechte) met de hoofdrolspeelster, Meryl Streep, vereenzelvigd.
In 1914 trouwde Blixen met haar Zweedse familielid baron von Blixen-Finecke. Van dat jaar tot haar levenseinde voerde ze de titel barones. Met haar man begon ze in 1914 in Kenia een koffieplantage, de Karen Coffee Company. De plantage werd geen succes. Het huwelijk was al vanaf het begin tot mislukken gedoemd. Tijdens het eerste huwelijksjaar liep Blixen als gevolg van het vrije seksuele leven van haar man syfilis op. Later werd ze verliefd op de Engelsman Denys Finch Hatton. Het was een grote klap voor haar dat Hatton met zijn kleine vliegtuig neerstortte en stierf. De Karen Coffee Company rendeerde minder en minder en ging failliet. Blixen was gedwongen om in 1931 naar Denemarken terug te keren,waar zij zich op het familielandgoed Rungstedlund, ten noorden van Kopenhagen, vestigde. Haar gehele verdere leven zou zij aan het schrijverschap wijden.
Huishoudster
In Denemarken kon Blixen Afrika niet uit haar hoofd zetten. Ze had in Kenia een vrijheid geproefd en een overweldigende schoonheid ervaren die aan de Sont hooguit in afgezwakte vorm aanwezig was. Ze hield van de bomen en struiken op haar Deense landgoed, maar de diepe, allesvervullende levenservaring van het leven aan de voet van de Ngongheuvels bood de Deense natuur niet. In ieder geval niet voor Blixen, die in Afrika voldoening vond voor haar romantische hart. Het gemis van Afrika had grote gevolgen voor het samenleven op Rungstedlund. Blixen viel van de ene gemoedstoestand in de andere. Het ene moment leed ze diep als gevolg van haar nooit volledig genezen ziekte, het andere moment was ze een en al uitbundigheid en trok ze haar huisgenoten mee in een kermisachtige vrolijkheid.
In het voorjaar 1949 maakte Caroline Carlsen haar opwachting op het landgoed Rungstedlund. Zij had gesolliciteerd naar de betrekking van huishoudster bij barones Karen Blixen. Carlsen werd aangenomen en zou tot aan de dood van Karen Blixen in 1962 alle praktische zaken van het grote huis regelen, waarbij vooral het koken volgens de strenge voorschriften en hoge eisen van de barones veel tijd vergde. Na 1962 had Carlsen het recht om op het landgoed te blijven wonen, ook nadat het tot museum was getransformeerd.
Bij de eenvoudige grafsteen van Blixen in het park van Rungstedlund ontmoette journaliste Dolores Thijs de voormalige huishoudster. Thijs wist het vertrouwen van Carlsen te winnen, liet haar uitvoerig over haar ervaringen met Blixen vertellen, en maakte in de Koninklijke Bibliotheek van Kopenhagen kennis met Clara Selborn, die twintig jaar lang de secretaresse van Blixen was geweest. In ”Het huis aan de Sont. Het leven van Karen Blixen na haar terugkeer uit Afrika” laat Thijs de bejaarde vrouw Carlsen aan het woord over haar leven in de zeer nabije omgeving van die merkwaardige, grillige en hoogst excentrieke Blixen.
Religieuze ceremonies
Carlsen heeft het werk van haar barones grondig gelezen. De romans en verhalen worden genoemd, maar van analyse en verduidelijking op grond van de uitspraken van Blixen zelf is geen sprake. De aandacht van de vrouw was gericht op de rituelen van alledag en op de verwerking van de wisseling der seizoenen. Zonder reserve droeg ze zorg voor opgeruimde, schone kamers en voor gezonde maaltijden.
Een eenvoudig leven was het voor Carlsen bepaald niet op Rungstedlund. Blixen overheerste en koeioneerde haar. Ze was onvoorspelbaar in haar venijn. Blijkbaar overschreed Blixen daarbij haar eigen normen van menselijkheid. De dag na een lelijke uitbarsting probeerde Blixen het steevast weer goed te maken met haar huishoudster. Dat lukte altijd, behalve wanneer het om Nils, het jongetje van drie van Carlsen, ging. Nils compenseerde voor Blixen het gemis van een eigen kind. Het jongetje werd de inzet van rivaliteit, totdat Carlsen inzag dat ze de teugels van de opvoeding af en toe moest laten vieren om het noodzakelijke gezag over Nils te behouden. Op het gebied van de godsdienst was ze echter niet tot concessies bereid. Zij was een diepgelovige vrouw die haar zoontje grondige kennis van de Bijbel bijbracht en hem weerbaar maakte tegen de vreemde, religieuze ceremonies die Blixen geregeld hield.
Carlsen vertelt bijvoorbeeld uitvoerig over het feest van vollemaan dat ’s nachts op de aan de Deense dichter Ewald opgedragen heuvel bij het grote huis werd gehouden. Het was een offerfeest, waarbij een pan soep van geselecteerde ingrediënten als essentie van de gulle natuur aan de maan werd overgedragen. Het ging om een viering van de elementaire natuurkrachten. In de woorden van Blixen: „Opnieuw zijn wij vanavond bij elkaar om ons respect te betuigen aan de krachten die groter zijn dan wijzelf. Want ieder mens hoort eerbied te hebben voor de natuur.”
Blixen was een vrouw met een grote verbeeldingskracht en een verstommend taalvermogen. Tegelijkertijd teisterden gruwelijke angsten haar geest en kwam haar lichaam vaak in opstand. Die tegenstrijdigheden laat het boeiende boek van Thijs, door de stem van Carlsen, duidelijk zien.
Boekgegevens
Het huis aan de Sont. Het leven van Karen Blixen na haar terugkeer uit Afrika, Dolores Thijs; uitg. Marmer, Baarn, 2015; ISBN 978 94 6068 212 4; 252 blz.; € 19,95.