Volgens de vogelbescherming is dit zelfs het geval als het zaterdag een mistige ochtend zou zijn, wat overigens vermoedelijk niet het geval is. „Waar voor ‘gewone’ mensen slechts een grijze mist te zien is, blijkt de lucht zwanger van roepjes en geluiden die allemaal betekenis hebben.”

De halfjaarlijkse vogeltrek is iets ongrijpbaar voor mensen die geen vogelkenner zijn. „Alleen ingewijden lijken er werkelijk opgewonden van te worden.”

Dat is Vogelbescherming Nederland dan ook. „In Nederland zijn tal van plekken waar passerende trekvogels –beter dan ‘zomaar’ elders anders– te zien zijn.”

Van die vogelspotplekken zijn er 175 in Nederland. Bekende zijn de Elterberg, op de grens met Duitsland bij Lobith, en Breskens in Zeeland. „Maar bijna elke vogelwerkgroep in Nederland kent wel een stek waar de kansen goed zijn. Het loont om die plekken te bezoeken.”

Komende zaterdag zijn er diverse vogels te zien. Bekend zijn de grote zwermen spreeuwen. In iets minder dichte massa’s, maar wel in grote aantallen trekken kleinere zangvogels door het luchtrui, zoals graspiepers, vinken en groenlingen.

Langs de kust en langs de rivieren zijn veel steltlopers te bewonderen, zoals watersnippen, groenpootruiters en oeverlopers. Op een mooie dag met oostelijke wind kunnen ook kraanvogels worden gesignaleerd. De kans daarop is nu nog vrij klein, maar de komende tijd groeit die.

De bossen stromen nu vol met noordelijke en oostelijke trekvogels: kruisbekken, kramsvogels zwarte mezen en sijzen.

Vogelspotters moeten wel vroeg opstaan. „Het grootste deel van de trek vindt rond zonopkomst plaats.”

Vogelbescherming Nederland telt dit jaar alle Europese gegevens bij elkaar op. De resultaten zijn zondagavond bekend. Vorig jaar werd er in Nederland een recordaantal van 1.425.376 vogels geteld, verdeeld over 208 soorten. In heel Europa werden er 7.448.403 vogels geturfd.