Nederlander bezorgd over hufterigheid
DEN HAAG. Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over een gebrek aan fatsoen in ons land.
Dat blijkt uit het woensdag gepresenteerde derde kwartaalbericht 2015 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Van de ondervraagden is 72 procent van mening dat het „de verkeerde kant opgaat met de normen en waarden in ons land.” Op dit gebied stelt „slechts” 3 procent een vooruitgang vast.
De deelnemers aan het onderzoek noemen discriminatie, gebrek aan respect of agressie vaak als voorbeelden waarom het met Nederland de verkeerde kant opgaat. „Het ”ikke, ikke” is een treffend voorbeeld. Maar weinig mensen zijn bereid om iets voor een ander te doen”, citeert het SCP een 32-jarige man.
Een 53-jarige deelnemer zegt: „We hebben in Nederland van oudsher een christelijke wortel liggen. Daar is Nederland mee opgebouwd en daar zijn we goed mee geweest door alle tijden heen. Deze wortel laten we steeds meer verdwijnen en ”ik vind en wil” is daarvoor in de plaats gekomen. Waarden en normen worden aan de kant gezet, gezag is er niet meer.”
In het verleden waren Nederlanders minder pessimistisch over de morele toestand van het land. In 1970 vond „nog geen 40 procent dat ze achteruit gingen en meer dan 20 procent dat ze vooruit gingen.”
Nederland zijn in toenemende mate bezorgd over internationale ontwikkelingen. „Dat komt vooral door de Griekse crisis die een hoogtepunt bereikte en voortdurend in het nieuws was. Ook zijn Nederlanders bezorgd over de vluchtelingencrisis.”
Het niveau van de zorg in Nederland is een van de meest genoemde problemen. Toch ziet het SCP „lichtpuntjes” in de publieke opinie over de zorg. „Nederlanders zijn in vergelijking met andere Europese landen het meest bezorgd over de zorg, maar tegelijkertijd zijn ze in vergelijking met andere Europeanen ook best tevreden.”
Nederlanders hebben geen hoge pet op van financiële instellingen. Had in 2008 nog 31 procent van de Nederlanders vertrouwen in banken en verzekeraars, sinds de financiële crisis is dat percentage gedaald tot 23 procent nu. Het vertrouwen in loodgieters, aannemers en automonteurs ligt aanmerkelijk hoger, namelijk op 57 procent, aldus het SCP.